In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 mei 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die eerder door de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant was veroordeeld. De verdachte was veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en een taakstraf van 240 uren voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen. Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld, maar het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Dit gebeurde omdat de schriftelijke volmacht die door de raadsman was ingediend, niet voldeed aan de vereisten van het Wetboek van Strafvordering. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk zou verklaren, omdat er geen geldige volmacht was en de verdachte geen grieven had ingediend. Tijdens de zitting in hoger beroep was de verdachte niet verschenen, noch was er een gemachtigde raadsman aanwezig die de verdediging kon voeren. Het hof concludeerde dat de vereisten voor het instellen van hoger beroep niet waren nageleefd, waardoor de verdachte niet-ontvankelijk werd verklaard. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier en is op dezelfde dag openbaar uitgesproken.