ECLI:NL:GHSHE:2023:1620

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
22 mei 2023
Zaaknummer
20-002721-20
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van een vonnis met aanvulling van artikel 63 Wetboek van Strafrecht in hoger beroep

Op 17 mei 2023 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch een arrest gewezen in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 1 december 2020. De verdachte, geboren in 1992, was in eerste aanleg veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal en opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing. Het hof heeft het hoger beroep behandeld na een zitting op 3 mei 2023, waar de advocaat-generaal heeft gevorderd het vonnis te bevestigen. De verdediging heeft verweer gevoerd tegen de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf en verzocht om omzetting naar een taakstraf.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met aanvulling van de gronden waarop het berust. Het hof oordeelde dat de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn strafblad en de informatie van de reclassering, geen aanleiding gaven om de voorwaardelijke gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf. De verdachte is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van voorarrest, en de gedeeltelijke tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden.

De beslissing van het hof is genomen in het belang van de rechtsorde en ter bescherming van de samenleving, waarbij het hof de ernst van de gepleegde feiten en de herhaalde overtredingen van de verdachte in aanmerking heeft genomen. Het arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002721-20
Uitspraak : 17 mei 2023
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 1 december 2020 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 03-247743-20 en 03-235702-20, 03-253703-20, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde straf, parketnummer 03-019078-19, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
wonende te [adres 1] ,
thans door de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 03 mei 2023 opgegeven postadres te bereiken te: [adres 2] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte veroordeeld ter zake van:
  • 03-247743-20:
  • 03-235702-20:
  • 03-253703-20 feit 1:
  • 03-253703-20 feit 2:
tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft de politierechter de gedeeltelijke tenuitvoerlegging gelast van de eerder voorwaardelijke opgelegde gevangenisstraf onder parketnummer 03-019078-19, voor de duur van 5 maanden met aftrek van voorarrest.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
De verdediging heeft zich uitgelaten over de op te leggen straf en verweer gevoerd tegen het gelasten van de tenuitvoerlegging van een gedeelte van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis gewezen onder parketnummer 03-019078-19.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met aanvulling van de gronden waarop dit berust, met aanvulling van de door de politierechter aangehaalde artikelen waarop het dictum is gegrond met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, nu dat artikel eveneens toepassing vindt.
In hoger beroep is verzocht de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf niet te gelasten en subsidiair de voorwaardelijke gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf.
In hetgeen de verdediging ter terechtzitting in hoger beroep heeft aangevoerd ziet het hof geen reden om anders te oordelen. Gelet op het strafblad van verdachte en hetgeen over hem naar voren is gebracht door de reclassering acht het hof omzetting van de ten uitvoer te leggen straf naar een werkstraf niet passend.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. M.L.P. van Cruchten, voorzitter,
mr. F.P.E. Wiemans en mr. F.C.J.E. Meeuwis, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. V.C. Minneboo, griffier,
en op 17 mei 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.