ECLI:NL:GHSHE:2023:1605
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in hoger beroep inzake strafzaak met betrekking tot hennepkwekerij en niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 6 augustus 2021. De verdachte, geboren in 1982, was betrokken bij een hennepkwekerij met 1588 planten en werd vervolgd voor medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal door twee of meer verenigde personen. De rechtbank had het openbaar ministerie ontvankelijk verklaard en de feiten bewezen verklaard, maar geen straf opgelegd op basis van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging stelde in hoger beroep dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege een overschrijding van de redelijke termijn en schending van de beginselen van een goede procesorde. Het hof oordeelde dat de redelijke termijn was overschreden, maar dat dit niet leidde tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank en voegde bewijs toe aan de bewijsbeslissing. De beslissing om de verdachte te vervolgen was niet in strijd met de beginselen van een goede procesorde, aangezien er nog steeds een strafdoel gediend was en er sprake was van een verdenking van betrokkenheid bij een hennepkwekerij van aanzienlijke omvang. Het hof concludeerde dat de vervolging van de verdachte gerechtvaardigd was en bevestigde het eerdere vonnis.