Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 9473358 21-6053)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven en producties;
- het tegen [geïntimeerde] verleende verstek.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een kredietovereenkomst tussen Defam B.V. en een geïntimeerde. De zaak betreft de vraag of de vordering van Defam op de geïntimeerde is verjaard. Defam had in eerste aanleg een vordering ingesteld tot betaling van een bedrag van € 6.715,53, voortvloeiend uit een kredietovereenkomst die op 12 juni 2006 was gesloten. De kantonrechter had de vordering afgewezen, oordelend dat de verjaringstermijn van vijf jaar was verstreken. Defam stelde dat de verjaring was gestuit door twee exploten die in 2017 en 2018 waren uitgebracht, maar het hof oordeelde dat Defam onvoldoende had aangetoond dat de geïntimeerde niet bereikbaar was voor betekening van deze exploten. Het hof concludeerde dat de verjaring niet rechtsgeldig was gestuit en bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarbij Defam werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.