Uitspraak
[minderjarige], geboren op
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de man tegen de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 20 mei 2022. De man en de vrouw zijn de ouders van een minderjarige, geboren in 2013, en zijn sinds 2020 gescheiden. De man verzoekt het hof om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige te wijzigen van de vrouw naar hemzelf, terwijl de vrouw verzoekt om de huidige regeling te handhaven. De rechtbank had eerder bepaald dat de minderjarige zijn hoofdverblijfplaats bij de vrouw heeft, en dat de zorg- en opvoedingstaken gelijkelijk verdeeld zijn tussen beide ouders. De man is van mening dat de vrouw zonder zijn toestemming de minderjarige op haar adres heeft ingeschreven, wat volgens hem niet in het belang van het kind is. De vrouw daarentegen stelt dat de huidige situatie in het belang van de minderjarige is en dat zij de zorg voor hem goed kan waarborgen. Het hof heeft de zaak op 11 mei 2023 behandeld en geconcludeerd dat de huidige hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vrouw moet blijven, omdat er onvoldoende redenen zijn om deze situatie te wijzigen. De man is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om een voorlopige voorziening. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.