Uitspraak
[minderjarige],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- mr. H.F.A. Bronneberg als waarnemer van mr. Hermans;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] .
3.De beoordeling
kanzijn voor de taalontwikkeling dat [minderjarige] hele dagen naar school gaat. [minderjarige] is echter nog niet leerplichtig en hij gaat niet dagelijks naar school, maar wel met regelmaat. Dit staat de begeleiding door de schoollogopedist op dinsdag niet in de weg. De rechtbank heeft ten onrechte geconcludeerd dat de taalachterstand van [minderjarige] in de thuissituatie wellicht groter zal worden omdat er in de thuissituatie geen hulpverlening betrokken is. De moeder wijst er op dat in voornoemd verslag adviezen zijn gegeven aan de ouders om in de thuissituatie de woordenschat van [minderjarige] te verbeteren.