ECLI:NL:GHSHE:2023:1486

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 mei 2023
Publicatiedatum
9 mei 2023
Zaaknummer
200.322.386_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens niet correcte dagvaarding van procespartijen

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, een maatschap, had in eerste aanleg een rechtszaak aangespannen tegen de maatschap Team Advocaten. In hoger beroep heeft de appellant echter niet de maatschap gedagvaard, maar drie maten van deze maatschap, namelijk Zenndan B.V., Kiekieboe B.V. en Legal Network B.V. Het hof heeft in een rolbeslissing vastgesteld dat deze drie rechtspersonen in eerste aanleg niet als formele procespartij betrokken waren. Dit leidde tot de vraag of de appellant ontvankelijk was in zijn hoger beroep.

Het hof heeft appellant de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de ontvankelijkheid van het hoger beroep. In zijn akte heeft de appellant geconcludeerd dat hij niet in hoger beroep kan komen tegen de drie geïntimeerden, omdat zij niet betrokken waren in de eerste aanleg en de maatschap Team Advocaten, die wel betrokken was, niet is gedagvaard. Het hof heeft vastgesteld dat het hier niet gaat om één en dezelfde procespartij, wat betekent dat de appellant niet-ontvankelijk verklaard moest worden in zijn hoger beroep.

De uitspraak van het hof houdt in dat de appellant niet-ontvankelijk wordt verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep en dat hij wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de geïntimeerden tot aan deze uitspraak zijn begroot op nihil. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 9 mei 2023.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.322.386/01
arrest van 9 mei 2023
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
advocaat: mr. P.J. van den Boogaard te Geertruidenberg,
tegen

1.Zenndan B.V., in hoedanigheid van maat inde burgerlijke maatschap Team Advocaten,gevestigd te [vestigingsplaats],

2.
Kiekieboe B.V.,in hoedanigheid van maat in
de burgerlijke maatschap Team Advocaten,
gevestigd te [vestigingsplaats],
3.
Legal Network B.V.,in hoedanigheid van maat in
de burgerlijke maatschap Team Advocaten,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerden,
niet verschenen,
als vervolg op de door het hof gegeven rolbeslissing van 14 februari 2023 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, onder zaaknummer 9465735 \ CV EXPL 21-4575 gewezen vonnis van 22 december 2021.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep van 18 maart 2022 waarbij geïntimeerden zijn gedagvaard te verschijnen op de zitting van het gerechtshof Den Haag van 11 oktober 2022;
  • het arrest van het gerechtshof Den Haag van 15 november 2022 waarbij het hof zich ambtshalve relatief onbevoegd heeft verklaard en de zaak ter verdere behandeling en beslissing heeft verwezen naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch;
  • het exploot van 10 januari 2023 waarbij geïntimeerden zijn opgeroepen te verschijnen op de zitting van dit hof op 7 februari 2023;
  • de rolbeslissing van 14 februari 2023;
  • de akte uitlaten ontvankelijkheid hoger beroep van appellant.
Het hof heeft een datum bepaald voor arrest.

2.De beoordeling

2.1.
In genoemde rolbeslissing heeft het hof geconstateerd dat het vonnis waarvan beroep is gewezen tussen de maatschap Team Advocaten als eisende partij en [appellant], h.o.d.n. [XXX] Juristen als gedaagde en dat geïntimeerden in dit hoger beroep, Zenndan B.V., Kiekieboe B.V. en Legal Network B.V., alle drie maten in de burgerlijke maatschap Team Advocaten, in eerste aanleg niet als formele procespartij in de procedure waren betrokken. Omdat ingevolge artikel 332 lid 1 Rv hoger beroep in beginsel slechts kan worden ingesteld door en tegen partijen die in eerste aanleg bij de procedure waren betrokken, heeft het hof appellant in de gelegenheid gesteld zich bij akte, zo nodig onderbouwd met stukken, uit te laten over de ontvankelijkheid in hoger beroep.
2.2.
In zijn akte heeft appellant geconcludeerd dat door hem niet in hoger beroep kan worden gekomen tegen geïntimeerden omdat deze drie rechtspersonen in eerste aanleg niet in het geding waren betrokken en de (enige) partij die in eerste aanleg wel was betrokken (de maatschap Team Advocaten) in hoger beroep niet is gedagvaard. Appellant heeft niet toegelicht waarom hij in plaats van de maatschap Team Advocaten, de eisende partij in eerste aanleg, in hoger beroep alleen drie rechtspersonen in hun hoedanigheid van maat in de burgerlijke maatschap Team Advocaten heeft gedagvaard. Appellant heeft zelf geconcludeerd dat hij niet in hoger beroep tegen de drie geïntimeerden kan komen. Nu het hof niet kan vaststellen dat het hier gaat om één en dezelfde procespartij, zal het hof appellant niet-ontvankelijk verklaren in het door hem ingestelde hoger beroep. Als de in het ongelijk gestelde partij zal hij worden veroordeeld in de proceskosten.

3.De uitspraak

Het hof:
verklaart appellant niet-ontvankelijk in het door hem ingestelde hoger beroep;
veroordeelt appellant in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van geïntimeerden tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, E.H. Schulten en J.M.H. Schoenmakers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 9 mei 2023.
griffier rolraadsheer