In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een incident ex artikel 225 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De appellanten, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.J.H.G.M. Schils, verzochten om schorsing van de procedure na het overlijden van de geïntimeerde op 7 maart 2023. De advocaat van de appellanten, mr. Bergmans, had een akte tot schorsing ingediend, maar het hof oordeelde dat deze akte niet rechtsgeldig was. De akte vermeldde niet wie de schorsing inriep, wat noodzakelijk is voor een geldige schorsing in geval van overlijden van een procespartij. Het hof benadrukte dat de aanzegging tot schorsing de personalia van de erfgenamen, de schorsingsgrond en het rechtsfeit dat hen tot belanghebbenden maakt, moet bevatten. Aangezien deze gegevens ontbraken, werd de vordering tot schorsing afgewezen. De beslissing over de proceskosten werd aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De zaak werd vervolgens verwezen naar de rol voor opgave van verhinderdata voor een nieuwe mondelinge behandeling.