Uitspraak
verweerder in principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 9 juni 2022;
- het V6-formulier met bijlagen namens de vrouw van 16 februari 2023;
- het V6-formulier met bijlagen namens de man van 16 februari 2023;
- het V6-formulier met bijlage namens de man van 17 februari 2023.
3.De feiten
Bij de bestreden beschikking is tussen partijen de echtscheiding uitgesproken. De echtscheidingsbeschikking is op 3 november 2022 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
[minderjarige] , [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] (hierna: [minderjarige] ).
4.De omvang van het geschil zowel in principaal als incidenteel hoger beroep
De man heeft in (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep verzocht, voor het geval één van de grieven van de vrouw wordt toegewezen, te bepalen dat de te leveren onderhoudsbijdrage aan de vrouw niet meer dan € 188,- per maand bedraagt en dat de duur van de partneralimentatie na verloop van één jaar na datum van de te wijzen beschikking op nihil wordt gesteld, dan wel na een zodanige periode welke het hof juist acht. De grieven van de man in het (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep richten zich tegen de overwegingen van de rechtbank met betrekking tot de draagkracht van de man en de duur van de bijdrage.
5.De motivering van de beslissing in principaal en incidenteel hoger beroep
Ingangsdatum
- € 132,- aan basispremie ZVW;
minus € 34,- zijnde het in het normbedrag Participatiewet begrepen nominale deel premie ZVW voor een alleenstaande.