In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van het personen- en familierecht, heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een omgangsregeling tussen een moeder en haar minderjarige kind, geboren in 2012. De moeder, die in hoger beroep is gegaan, verzocht om een omgangsregeling waarbij haar kind gedurende twee uur per maand begeleide omgang bij haar thuis zou hebben, met de mogelijkheid tot uitbreiding. De GI, Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering, verzocht om het verzoek van de moeder af te wijzen en de eerdere beschikking van de rechtbank Oost-Brabant te bekrachtigen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 20 maart 2023, waarbij de moeder en haar advocaat aanwezig waren, maar de pleegouders en de Raad voor de Kinderbescherming niet. De moeder voerde aan dat het in het belang van haar kind is om regelmatig contact te hebben, terwijl de GI stelde dat het gedrag van de moeder tijdens omgangsmomenten een negatieve invloed heeft op de ontwikkeling van het kind. Het hof heeft vastgesteld dat het kind de omgang als belastend ervaart en dat de moeder niet in staat lijkt om de nodige veranderingen in haar gedrag aan te brengen.
Het hof heeft geconcludeerd dat, gezien de ernst van de problematiek en de belastbaarheid van het kind, er op dit moment geen ruimte is voor uitbreiding van de omgangsregeling. De eerdere beschikking van de rechtbank is bekrachtigd, en het hof heeft benadrukt dat de GI verantwoordelijk is voor het informeren van de moeder over het welzijn van het kind. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken door mr. E.M.C. Dumoulin in aanwezigheid van de griffier.