In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van het vaderschap van de vrouw. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. F.A. van den Heuvel, heeft in hoger beroep verzocht om vaststelling dat de overleden [de man] haar biologische vader is. De zaak is een vervolg op eerdere beschikkingen van het hof van 30 december 2021 en 24 maart 2022, waarin een deskundigenonderzoek naar de verwantschap is bevolen. Dit onderzoek is uitgevoerd door Verilabs, dat op 4 juli 2022 een rapport heeft uitgebracht waarin werd geconcludeerd dat er een waarschijnlijkheid van meer dan 99,79% is dat de vrouw dezelfde biologische vader heeft als haar broers, [broer 1] en [broer 2].
De broers hebben echter bezwaren geuit tegen de gehanteerde DNA-vergelijkingsmethode en betoogd dat de resultaten onvoldoende bewijs leveren voor de veronderstelde verwantschap. Het hof heeft de bezwaren van de broers overwogen, maar heeft geconcludeerd dat de resultaten van het deskundigenonderzoek voldoende zijn om te stellen dat [de man] de biologische vader van de vrouw is. Het hof heeft daarbij opgemerkt dat de mate van waarschijnlijkheid van 99,79% in samenhang met het reeds geleverde bewijs voldoende is om het vaderschap vast te stellen.
De uitspraak leidt tot de vernietiging van de eerdere beschikking van de rechtbank Limburg en de vaststelling dat [de man] de vader is van de vrouw. De kosten van het deskundigenonderzoek worden gelijkelijk verdeeld over de betrokken partijen, en de proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.