ECLI:NL:GHSHE:2023:1425
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- E.M.C. Dumoulin
- E.M.D.M. van der Linden
- M.I. Peereboom - Van Drunick
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van kinderalimentatie in hoger beroep met betrekking tot de draagkracht van de man
In deze zaak gaat het om de vaststelling van kinderalimentatie in hoger beroep. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft een relatie gehad met de vrouw, verweerster in hoger beroep, en zij hebben samen een minderjarige, geboren in 2018. De rechtbank Limburg had eerder bepaald dat de man € 248,- per maand aan de vrouw moest betalen voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, met ingang van 1 april 2022. De man is in hoger beroep gekomen en heeft twee grieven ingediend, waarbij hij stelt dat de behoefte van de minderjarige lager is dan door de rechtbank vastgesteld en dat hij geen draagkracht heeft om kinderalimentatie te betalen.
Tijdens de mondelinge behandeling is de man niet verschenen, en de vrouw heeft ook geen verweer gevoerd. Het hof heeft vastgesteld dat de man onderhoudsplichtig is voor de minderjarige, maar dat er onduidelijkheid bestaat over de behoefte van de minderjarige en de inkomsten van de man. Het hof heeft geconcludeerd dat de man in staat is om een minimale bijdrage van € 25,- per maand te betalen, ondanks dat hij geen officieel inkomen heeft en afhankelijk is van zijn familie. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd en bepaald dat de man vanaf 1 april 2022 € 25,- per maand aan de vrouw moet betalen voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, met de toekomstige termijnen telkens bij vooruitbetaling te voldoen.