ECLI:NL:GHSHE:2023:1390

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
2 mei 2023
Zaaknummer
20-001255-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte voor belediging van Joden door het schilderen van een swastika

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder vrijgesproken van het tenlastegelegde feit, namelijk het opzettelijk beledigen van Joden door het schilderen van een swastika in de Helga Deentuin te Tilburg op 26 januari 2022. De officier van justitie heeft tegen deze vrijspraak hoger beroep ingesteld.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het eerdere vonnis en veroordeling van de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 10 dagen. De verdediging pleitte voor vrijspraak en voerde subsidiair een straftoemetingsverweer aan. Het hof heeft de zaak zorgvuldig onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat het afbeelden van een swastika beledigend is voor Joden, maar dat dit niet kan worden gekwalificeerd als belediging op basis van godsdienst of geloofsovertuiging, zoals in de tenlastelegging was gesteld.

Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet schuldig is aan het tenlastegelegde feit en heeft het eerdere vonnis vernietigd. De verdachte is vrijgesproken van de beschuldiging, omdat het hof van mening is dat de uitlatingen beledigend zijn vanwege ras, maar niet vanwege godsdienst. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. A.C. Bosch als voorzitter en mr. A.J.M. van Gink en mr. S. Riemens als raadsheren. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffiers waren mr. H.M. Vos en mr. R.J. Gras.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001255-22
Uitspraak : 26 april 2023
TEGENSPRAAK (ex art. 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 27 mei 2022, in de strafzaak met parketnummer 02-031872-22 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het tenlastegelegde bewezen zal verklaren en de verdachte zal veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 10 dagen, met een proeftijd van 2 jaren.
De verdediging heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. Subsidiair is een straftoemetingsverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof zich niet kan verenigen met de motivering van de uitspraak van de politierechter.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 26 januari 2022 te Tilburg, althans in Nederland, zich in het openbaar bij geschrift en/of bij afbeelding opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen, te weten Joden, wegens hun godsdienst en/of levensovertuiging, door in de Helga Deentuin een swastika/hakenkruis te schilderen/krijten.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof stelt voorop dat het afbeelden van een swastika/hakenkruis in ieder geval beledigend is voor een groep mensen, te weten Joden, nu door de afbeelding van het swastika/hakenkruis het nationaal-socialistisch gedachtegoed wordt uitgedragen. Immers kenmerkt de nationaal-socialistische ideologie zich bij uitstek door rassenleer en antisemitisme en zijn in de tweede wereldoorlog op grond van die ideologie de Joden in Europa vervolgd en op grote schaal vermoord.
Deze uitlating is naar het oordeel van het hof beledigend voor Joden vanwege hun ras, maar niet wegens hun godsdienst en/of geloofsovertuiging, zoals is tenlastegelegd.
Het hof zal de verdachte daarom vrijspreken.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door:
mr. A.C. Bosch, voorzitter,
mr. A.J.M. van Gink en mr. S. Riemens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H.M. Vos en mr. R.J. Gras, griffiers,
en op 26 april 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. R.J. Gras, griffier, is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.