Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
De verdachte zocht naar wisselgeld en [slachtoffer] wilde instappen, zodat hij thuis kon worden afgezet. De verdachte zei dat hij haast had en weg moest, waarna [slachtoffer] het aangereikte geld terugtrok. Vervolgens deed de verdachte het raam dicht en reed hij weg. [slachtoffer] is vervolgens via de Schoolstraat naar beneden gelopen. Ter hoogte van de kruising van de Schoolstraat met de Korte Hovenstraat moest hij oversteken om zijn weg te kunnen vervolgen. Net voordat hij overstak, zag [slachtoffer] vanuit de Charles Frehenstraat een witte Ford met hoge snelheid de hoek om komen. [slachtoffer] hoorde de banden piepen en hij zag achter het stuur de verdachte zitten. De verdachte zou volgens [slachtoffer] niet hebben afgeremd, maar gas hebben bijgegeven. Op dat moment liep [slachtoffer] al op het trottoir ter hoogte van [adres 2] . [slachtoffer] had geen tijd om aan de kant te springen en raakte met zijn rechterheup de auto op de rechterkoplamp, waarna hij op de zijkant van het trottoir viel.
Nadat de verdachte op 5 januari 2022 weg was gereden vanaf de Plus supermarkt is hij rechtsaf geslagen om naar huis te rijden. Tijdens het rijden is de verdachte in een bocht van de kruising van de Schoolstraat met de Korte Hovenstraat aangever [slachtoffer] weer tegengekomen en heeft hij hem geraakt met zijn auto. Het betrof volgens de verdachte een onoverzichtelijke bocht. Voorafgaand aan die bocht stonden aan de rechterzijkant auto’s geparkeerd.
De verdachte had het idee dat [slachtoffer] op hem kwam afgelopen. De verdachte had naar eigen zeggen [slachtoffer] in eerste instantie niet gezien. De verdachte heeft ten overstaan van het hof verklaard dat [slachtoffer] , op het moment dat hij hem met zijn auto raakte, nog niet op het trottoir was, maar dat hij de Schoolstraat ter hoogte van de kruising met de Korte Hovenstraat over stak en zich midden op de straat bevond. Op dat moment was er een harde klap. Na die klap remde de verdachte en stuurde hij iets naar rechts.
sprong overeind en schreeuwde dat hij de verdachte kapot zou maken. Omdat de verdachte bang was dat [slachtoffer] hem iets aan zou doen, is hij weggereden.
De verdachte stelt niet hard te hebben gereden. Nadat de verdachte thuis was gearriveerd, kreeg hij al snel bedreigende berichten van [slachtoffer] , die hij ter terechtzitting in hoger beroep heeft getoond.
Ter hoogte van de kruising van de Schoolstraat met de Korte Hovenstraat is aan de linkerzijde aan [adres 3] een kledingwinkel gevestigd.
in dubio pro reo). Het hof zal de verdachte daarom vrijspreken van het aan hem primair en subsidiair tenlastegelegde.