Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
- [minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2015, hierna: [minderjarige 1] ;
- [minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2017, hierna [minderjarige 2] ;
- [minderjarige 3], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2019, hierna: [minderjarige 3] ;
Raad voor de Kinderbescherming,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de kinderen hun hoofdverblijf zullen hebben bij de moeder en op haar adres aan de [adres] te ( [postcode] ) [plaats] ingeschreven zullen staan in de Basisregistratie Personen met dien verstande dat de moeder gerechtigd is tot inning van de kinderbijslagen en het kindgebonden budget;
- [minderjarige 1] en [minderjarige 2] (en straks bij het bereiken van de leerplichtige leeftijd ook [minderjarige 3] ) binnen
- het door partijen ondertekende ouderschapsplan te wijzigen voor wat betreft artikel 7.4 en te bepalen dat de vader gehouden is om met ingang van datum indiening verzoekschrift in eerste aanleg bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen met een bedrag van € 555,35 (prijspeil 2022) voor drie kinderen samen per maand, althans een ingangsdatum en bedrag vast te stellen als het hof juist acht, met dien verstande dat de vader dit bedrag rechtstreeks steeds voor de eerste van de maand aan moeder betaalbaar stelt op een door haar aan te wijzen bankrekeningnummer.
- de moeder, bijgestaan door mr. Van Kooten;
- de vader, bijgestaan door mr. Broers;
- mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] namens de raad.
3.De beoordeling
- te bepalen dat de kinderen hun hoofdverblijf zullen hebben bij de moeder;
- haar vervangende toestemming te verlenen om met de kinderen te verhuizen naar [plaats] ;
- haar vervangende toestemming te verlenen om de kinderen in te schrijven op basisschool [basisschool] te [plaats] ;
- de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te wijzigen in die zin dat de kinderen in de ene week van maandag tot vrijdagmiddag 16:00 uur bij de moeder verblijven, waarna zij aansluitend van vrijdagmiddag 16:00 uur tot woensdag 15:00 uur bij de vader verblijven om vervolgens van woensdagmiddag 15:00 uur tot zondag bij de moeder te verblijven;
- te bepalen dat de vader gehouden is om met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen met een bedrag van € 440,- per kind per maand.
- de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te wijzigen en te bepalen dat de kinderen steeds in week 1 vanaf vrijdagmiddag 16.00 uur bij hem verblijven tot aan donderdagmiddag 15.00 uur in week 2 en daarnaast op vrijdag in week 2 van 8.30 uur tot 15.00 uur;
- de vader vervangende toestemming te verlenen om [minderjarige 3] in te schrijven op kinderdagverblijf [kinderdagverblijf] van [instantie] ;
- primair te bepalen dat de vader een bijdrage van € 614,- op de kindrekening dient te storten en een bijdrage van € 23,- per maand aan de moeder, dan wel, indien zijn verzoek betreffende de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken wordt toegewezen, te bepalen dat de vader een bijdrage van € 559,- op de kinderrekening dient te storten en dat de moeder een bedrag van € 55,- per maand op de kinderrekening dient te storten;
- subsidiair het hoofdverblijf van de kinderen bij de vader te bepalen, dan wel te bepalen dat de kinderen op het adres van de vader ingeschreven zullen staan, en daarnaast te bepalen dat de vader een bijdrage van € 90,- per kind per maand aan de moeder dient te voldoen.
4.De beslissing
7 december 2022, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en alleen voor zover het inleidend verzoek inzake de kinderalimentatie is afgewezen,
mr. C.E.M. Geertsma-van Ooijen, de griffier.