Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Het proces-verbaal van aangifte, d.d. 19 juni 2019, dossierpagina’s 13-21, voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [slachtoffer] :
Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 27 juni 2019, dossierpagina’s 65-68, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] :
Het proces-verbaal van verhoor getuige, d.d. 27 juni 2019, dossierpagina’s 40-42, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 1] :
Het proces-verbaal van verhoor getuige, d.d. 27 juni 2019, dossierpagina’s 43-46, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 2] :
Het proces-verbaal van verhoor getuige bij de raadsheer-commissaris, gerechtshof ‘s- Hertogenbosch, d.d. 24 augustus 2022, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [slachtoffer] :
Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, twintigste meervoudige kamer voor strafzaken van 15 februari 2023, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :
De inhoud van het geluidsbestand IMG_1465.MOV zoals deze zich in het dossier bevindt en door het hof in raadkamer is beluisterd.
De inhoud van het geluidsbestand IMG_1466.MOV zoals deze zich in het dossier bevindt en door het hof in raadkamer is beluisterd.
“stop this, stop this [verdachte] ! This is red”niet anders worden opgevat als een duidelijke wilsuitdrukking dat aangeefster, in ieder geval op en vanaf dat moment, geen seks met verdachte wil hebben. Daarbij betrekt het hof niet alleen de taalkundige betekenis die het woord stop heeft, maar ook het feit dat nadien de woorden
“ [verdachte] I’m in pain. Can you please stop, “Please stop”. “Can you please stop, I’m in pain” en “ I don’t want”huilend werden uitgesproken. Kennelijk had het codewoord ‘red’ geen zeggingskracht waarna veelvuldig werd teruggevallen op het niet mis te verstane woord stop. Zodra aangeefster gewaar werd dat verdachte nog steeds niet stopte volgde het huilen. Het huilen, zoals dat te horen is op geluidsbestand IMG l468.MOV, laat zich goed denken bij een verkrachting en past ook bij de angst voor verdachte op dat moment die aangeefster zei te hebben.
[verdachte] I am having my period) de verdachte reageert met de opmerking dat dat niet uitmaakt (
That does’t matter). Aangeefster gebruikt in dit verband het woord red evenwel niet. Op het moment dat zij dat woord wel gebruikt reageert verdachte daar niet op. Het hof acht het dan ook niet aannemelijk dat verdachte bij het horen van het woord red veronderstelde dat aangeefster daarmee enkel bedoelde te zeggen dat zij ongesteld was.
verkrachting.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
€ 6.294,66 (zesduizend tweehonderdvierennegentig euro en zesenzestig cent) bestaande uit € 1.294,66 (duizend tweehonderdvierennegentig euro en zesenzestig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juni 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 6.294,66 (zesduizend tweehonderdvierennegentig euro en zesenzestig cent) bestaande uit € 1.294,66 (duizend tweehonderdvierennegentig euro en zesenzestig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juni 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 66 dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;