ECLI:NL:GHSHE:2023:1294

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 februari 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
20-003025-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg inzake diefstal

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, dat op 22 december 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1985, was veroordeeld voor diefstal van meerdere pannen bij een winkel in Venlo. De politierechter had een gevangenisstraf van 50 dagen opgelegd, waarvan 19 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en een ambulante behandeling. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om bevestiging van het vonnis, maar met een aanpassing van de straf. Het hof heeft echter besloten het vonnis te vernietigen en kwam tot een andere bewezenverklaring. Het hof achtte bewezen dat de verdachte op 26 november 2021 in Venlo meerdere pannen heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen. De verdachte is vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten.

Het hof heeft de strafbaarheid van de verdachte vastgesteld en geconcludeerd dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de strafbaarheid uitsluiten. Gelet op de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte, die verslaafd is aan cocaïne en eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld, heeft het hof besloten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 31 dagen op te leggen. Daarnaast is de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf van 40 dagen gelast, omdat de verdachte zich opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit tijdens de proeftijd. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Parketnummer : 20-003025-21
Uitspraak : 28 februari 2023
VERSTEK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 22 december 2021, parketnummer 03-320099-21 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf, parketnummer 03-006645-21, in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de politierechter het tenlastegelegde bewezenverklaard, dat gekwalificeerd als ‘diefstal’, de verdachte daarvoor strafbaar verklaard en haar veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 50 dagen waarvan 19 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van het voorarrest.
Aan het voorwaardelijk deel heeft de politierechter naast de algemene voorwaarden tevens bijzondere voorwaarden verbonden in de vorm van een meldplicht, een ambulante behandeling en het verlenen van medewerking aan controle van het gebruik cocaïne, waarbij aan de reclassering de opdracht is gegeven toe te zien op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen met uitzondering van de opgelegde straf en, in zoverre opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 31 dagen met aftrek van het voorarrest.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
zij op of omstreeks 26 november 2021, in de gemeente Venlo, meerdere pannen en/of potten, in elk geval enig(e) goed(eren), die/dat geheel of ten dele aan [winkel] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om die/het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op 26 november 2021, in de gemeente Venlo, meerdere pannen, die geheel aan [winkel] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard zodat zij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
Bewijsoverwegingen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:

diefstal.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen straf
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van meerdere pannen bij de [winkel] . Winkeldiefstal is een hinderlijk feit en leidt bovendien tot financieel nadeel bij de winkeleigenaar. De verdachte heeft hiervoor geen oog gehad, maar slechts gedacht aan haar eigen geldelijk gewin. Het hof rekent het de verdachte aan dat zij heeft gehandeld zoals bewezenverklaard.
Het hof heeft acht geslagen op de inhoud van het uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 21 december 2022 waaruit blijkt dat de verdachte voorafgaand aan deze bewezenverklaarde diefstal onherroepelijk voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld. Die veroordelingen hebben de verdachte er kennelijk niet van weerhouden opnieuw in de fout te gaan. Voorts volgt uit genoemd uittreksel dat de verdachte ten tijde van het begaan van het bewezenverklaarde feit nog in een proeftijd liep, dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is en dat het zogeheten taakstrafverbod aan de orde is.
Het hof heeft voorts kennis genomen van de door Verslavingsreclassering GGZ Vincent van Gogh opgemaakte reclasseringsadviezen, gedateerd 8 december 2021 en 15 december 2021. Daaruit komt als conclusie naar voren dat de verdachte sinds 2019 veelvuldig in beeld is bij de reclassering vanwege het plegen van vermogensdelicten. De verdachte is verslaafd aan cocaïne. Aanvankelijk leek zij zich open te stellen voor hulpverlening, maar trok zij zich op een later moment, wegens een gebrek aan motivering, terug. Voorts komt als conclusie naar voren dat de verdachte geen enkele bijzondere voorwaarde is nagekomen die haar in een andere strafzaak waren opgelegd. Tot slot concludeert de reclassering dat er op alle leefgebieden forse problemen zijn die in onderlinge samenhang zorgen voor aanhoudend delictgedrag en een hoog recidiverisico. Met name het feit dat haar partner en sociale kring kampen met verslavingsproblematiek zorgt voor een onoverkoombare belemmering voor gedragsverandering.
Tevens heeft het hof gelet op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken. Daaruit volgt onder meer dat de verdachte nog steeds verslaafd is aan cocaïne, dat zij een partner heeft die eveneens verslaafd is, dat zij kinderen heeft en dat zij schulden heeft.
Naar het oordeel van het hof kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt.
De advocaat-generaal heeft bij requisitoir naar voren gebracht dat oplegging van een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf, al dan niet met bijzondere voorwaarden, gelet op de recidive, het feit dat de verdachte momenteel dakloos is en niet afsprakentrouw is, een gepasseerd station is. De verdachte heeft reeds toezicht gehad en de mogelijkheid tot hulpverlening gekregen, maar verdachte lijkt haar eigen keuzes te maken en afspraken telkens niet na te komen. Het hof sluit zich hierbij aan en zal daarom geen voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden opleggen.
Alles afwegende acht het hof, met de advocaat-generaal, een gevangenisstraf voor de duur van 31 dagen met aftrek van het voorarrest passend en geboden.
Vordering tot tenuitvoerlegging
De officier van justitie in het arrondissement Limburg heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van een gevangenisstraf voor de duur van 40 dagen met aftrek van het voorarrest, voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, locatie Maastricht, van 17 februari 2021, gewezen onder parketnummer 03-006645-21. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Het hof is ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging van oordeel dat, nu gebleken is dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd wederom aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt, de tenuitvoerlegging van de gehele voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf dient te worden gelast. Mitsdien zal het hof daartoe overgaan.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
31 (eenendertig) dagen;
beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, locatie Maastricht, van 17 februari 2021, gewezen onder parketnummer 03-006645-21, te weten een
gevangenisstrafvoor de duur van
40 (veertig) dagen.
Aldus gewezen door:
mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, voorzitter,
mr. J. Platschorre en mr. S. Taalman, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. E.C.M. van der Valk, griffier,
en op 28 februari 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. S. Taalman is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.