ECLI:NL:GHSHE:2023:1292

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
21 april 2023
Zaaknummer
20-000805-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens gebrek aan grieven na veroordeling voor vernieling van verkeersborden

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van verkeersborden en ANWB-aanwijzingsborden door de tekst "Great Reset" erop te spuiten. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, en had ook beslist op de vorderingen van benadeelde partijen.

De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, maar het hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend en ook geen mondelinge of schriftelijke bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven. Het hof was van mening dat er geen aanleiding was om de strafzaak verder te onderzoeken, ondanks het ontbreken van grieven.

De beslissing van het hof is als volgt: het hof verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. A.C. Bosch, en de raadsheren mr. A.J.M. van Gink en mr. S. Riemens, in aanwezigheid van de griffiers mr. H.M. Vos en mr. R.J. Gras.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000805-22
Uitspraak : 26 april 2023
VERSTEK (dip)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, van 30 maart 2022, in de strafzaak met parketnummer 02-248489-21 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteplaats] ) op [geboortedag] 1972,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van – kort gezegd – vernieling, meermalen gepleegd, veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis. Voorts heeft de politierechter beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] .
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het hoger beroep, bij gebreke van grieven.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hof is van oordeel dat het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat de verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend en ook niet mondeling of via een gemachtigd advocaat bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven en het hof niet van oordeel is dat de strafzaak desalniettemin onderzocht dient te worden.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. A.C. Bosch, voorzitter,
mr. A.J.M. van Gink en mr. S. Riemens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H.M. Vos en mr. R.J. Gras, griffiers,
en op 26 april 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. R.J. Gras, griffier, is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.