In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren in 1978 en thans gedetineerd in het Huis van Bewaring Grave, was eerder veroordeeld voor diefstal en had een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd gekregen. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand voor diefstal en de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf gelast. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis met aanvulling van het bewijs heeft gevorderd, met uitzondering van de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging. De raadsvrouw van de verdachte heeft verweer gevoerd en verzocht om verlenging van de proeftijd van de voorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar de beslissing over de tenuitvoerlegging vernietigd en de proeftijd met één jaar verlengd. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn delictpatroon, en heeft geconcludeerd dat de verdachte de kans moet krijgen om zijn leven een positieve wending te geven.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich tijdens de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit, maar heeft besloten om niet over te gaan tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf. De beslissing om de proeftijd te verlengen biedt de verdachte de mogelijkheid om, zodra hij op vrije voeten is, stappen te ondernemen richting rehabilitatie en het verbeteren van zijn situatie.