ECLI:NL:GHSHE:2023:1232
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in strafzaak wegens voorbereiding van ontploffing en vernieling
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, dat op 17 juli 2020 was gewezen. De verdachte, geboren in 1993 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden voor de voorbereiding van opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing en voor de voorbereiding van opzettelijk vernielen of beschadigen van een gebouw, beide met gemeen gevaar voor goederen. De rechtbank had ook het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen en een in beslag genomen Volkswagen Golf verbeurd verklaard.
Tijdens de behandeling van het hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het hoger beroep niet-ontvankelijk zou verklaren, omdat de verdachte zijn grieven tegen het vonnis niet langer wenst te handhaven. De verdediging heeft dit op 21 februari 2023 per e-mail bevestigd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij de behandeling van zijn zaak in hoger beroep, en dat er geen omstandigheden zijn die een behandeling van de zaak rechtvaardigen. Daarom heeft het hof besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. W.E.C.A. Valkenburg, en in aanwezigheid van de raadsheren mr. A.M.G. Smit en mr. B.F.M. Klappe. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van griffier mr. J.A.A. Vulto. Mr. Smit was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.