Uitspraak
9.De beschikking van 4 augustus 2022
11.De verdere beoordeling
8.De beslissing
2 februari 2021 voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en wijst de verzoeken van de vader af;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een verzoek tot wijziging van het gezamenlijk gezag over de minderjarige [minderjarige], geboren in 2018. De moeder, verzoekster in principaal appel, heeft het hof verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen, omdat de vader, verweerder in principaal appel, niet bereikbaar is en geen contact heeft met de GI. De vader heeft zich distantieert van de minderjarige en heeft niet gereageerd op pogingen van de GI om contact te leggen. Het hof heeft eerder, in een beschikking van 4 augustus 2022, aangegeven dat de GI het hof moest informeren over de voortgang van een nog op te starten BOR-traject. De mondelinge behandeling vond plaats op 1 december 2022, waarbij de vader niet verschenen is. De moeder heeft aangegeven dat er geen contact is tussen de vader en de GI, en dat de vader zijn vertrouwen in de GI heeft verloren.
Het hof overweegt dat, gezien de omstandigheden, het gezamenlijk gezag niet langer in het belang van de minderjarige is. De vader maakt het onmogelijk om op een verantwoorde manier gezamenlijk gezag uit te oefenen, waardoor het hof besluit het gezamenlijk gezag te wijzigen en de moeder alleen met het gezag over de minderjarige te belasten. Tevens wordt het verzoek van de vader tot vaststelling van een omgangsregeling afgewezen, omdat er geen basis is voor een omgangsregeling gezien de afwezigheid van de vader en het gebrek aan contact met de minderjarige. De proceskosten worden gecompenseerd, aangezien partijen een affectieve relatie hebben gehad. De beschikking is gegeven op 5 januari 2023.