ECLI:NL:GHSHE:2023:1180

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 april 2023
Publicatiedatum
13 april 2023
Zaaknummer
20-001722-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak en bewezenverklaring van diefstal en geweldpleging

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van het onder feit 2 primair tenlastegelegde, terwijl het hof het onder feit 1 en feit 2 subsidiair tenlastegelegde bewezen heeft verklaard. De zaak betreft diefstal en openlijk geweld, waarbij de verdachte in hoger beroep is gegaan tegen de vrijspraak en de bewezenverklaring.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, met aanvulling van de gronden. De raadsman van de verdachte heeft betoogd dat er sprake was van noodweer en heeft vrijspraak bepleit voor de diefstal van een telefoon. De verdediging heeft zich in de zaak met parketnummer 03-055227-22 gerefereerd aan het oordeel van het hof. Het hof heeft de verweren van de raadsman als herhalingen van eerdere verweren gekwalificeerd en heeft deze verworpen op basis van de overwegingen van de politierechter.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met inachtneming van de eerder gegeven overwegingen. De verdachte is strafbaar verklaard en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 weken, met aftrek van het voorarrest. Het hof heeft aangegeven dat indien er beroep in cassatie wordt ingesteld, de bewijsmiddelen verder uitgewerkt zullen worden in een aanvulling op het arrest.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001722-22
Uitspraak : 5 april 2023
TEGENSPRAAK (ex art. 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 15 juli 2022, in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken met parketnummer 03-167075-21 en parketnummer 03-055227-22, tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteplaats] ) op [geboortedag] 1995,
volgens opgaaf van de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep: thans wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de politierechter in de zaak met parketnummer 03-167075-21 de verdachte vrijgesproken van het onder feit 2 primair tenlastegelegde en bewezenverklaard het onder feit 1 en feit 2 subsidiair tenlastegelegde en het in de zaak met parketnummer 03-055227-22 tenlastegelegde bewezenverklaard, dat gekwalificeerd als:
  • ‘diefstal’ (feit 1 in de zaak met parketnummer 03-167075-21),
  • ‘openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen’ (feit 2 subsidiair in de zaak met parketnummer 03-167075-21) en
  • ‘diefstal door twee of meer verenigde personen’ (in de zaak met parketnummer 03-055227-22),
de verdachte deswege strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 weken met aftrek van het voorarrest.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen met aanvulling van de gronden.
De raadsman van de verdachte heeft ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 03-167075-21 onder feit 1 tenlastegelegde vrijspraak van de diefstal van de telefoon, het medeplegen en het gebruik van (bedreiging met) geweld bepleit. De raadsman heeft voor wat betreft de bewezenverklaring van de diefstal van het pakje sigaretten aangegeven dat de verdachte dit onderdeel heeft bekend.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 03-167075-21 onder feit 2 primair en feit 2 subsidiair tenlastegelegde heeft de raadsman van de verdachte primair vrijspraak bepleit en subsidiair, voor zover het hof tot een bewezenverklaring mocht komen, telkens bepleit dat sprake was van noodweer dan wel noodweerexces.
Ten aanzien van het tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 03-055227-22 heeft de verdediging zich gerefereerd naar het oordeel van het hof. Tot slot heeft de raadsman van de verdachte een straftoemetingsverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof bevestigt het vonnis waarvan beroep met - voor zover dat bij het uitwerken van de bewijsmiddelen nodig blijkt - verbetering en aanvulling van de gronden.
Het hof stelt vast dat de verweren die door de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep met betrekking tot het tenlastegelegde en de strafbaarheid van zowel het feit als van de verdachte zijn gevoerd, een herhaling zijn van de verweren die door de raadsman in eerste aanleg zijn gevoerd. Het hof is van oordeel dat deze verweren hun weerlegging vinden in de overwegingen van de politierechter als neergelegd in de uitwerking van de ‘aantekening van het mondeling vonnis’, deel uitmakend van het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van 15 juli 2022 van de politierechter in de rechtbank Limburg. Het hof volstaat derhalve voor wat betreft de weerlegging van die verweren met een verwijzing naar voornoemde aantekening van het mondeling vonnis.
Voorts stelt het hof vast dat de verweren die door de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep ten aanzien van de opgelegde straf zijn gevoerd, niet nader zijn onderbouwd met enig bewijsstuk. Naar het oordeel van het hof noopt het pleidooi dan ook niet tot een ander oordeel dan dat van de politierechter voor wat betreft de reeds opgelegde straf.
Aanvulling en verbetering van de bewijsmiddelen
Het hof zal – nu het hof gebonden is aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359, derde lid, eerste volzin, van het Wetboek van Strafvordering – indien tegen dit arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, de inhoud van de door de politierechter opgesomde bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring in de zaak met parketnummer 03-167075-21 uitwerken en waar nodig verbeteren in een aanvulling op dit verkorte arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.

BESLISSING

Het hof:
bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het vorenoverwogene.
Aldus gewezen door:mr. S.V. Pelsser, voorzitter,
mr. N.I.B.M. Buljevic en mr. A.E.J. Satink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H. Smits, griffier,
en op 5 april 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Satink voornoemd is niet in de gelegenheid dit arrest mede te ondertekenen.