Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
[minderjarige 1](hierna: [minderjarige 1] ), geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2012;
[minderjarige 2](hierna: [minderjarige 2] ), geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2016.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder tot beëindiging van het gezamenlijk gezag over de minderjarige [minderjarige 1] en toekenning van eenhoofdig gezag aan haar. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.W. de Gruijl, verzocht om de erkenning van de minderjarige [minderjarige 2] door de vader te vernietigen en om het gezamenlijk gezag over [minderjarige 1] te beëindigen. De vader heeft geen verweer gevoerd en is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling. Het hof heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is en dat de vader niet in staat is om in het belang van [minderjarige 1] te handelen. De moeder heeft aangegeven dat er een reëel risico bestaat dat [minderjarige 1] klem of verloren raakt tussen de ouders. Het hof heeft geoordeeld dat het in het belang van [minderjarige 1] noodzakelijk is om het gezamenlijk gezag te beëindigen en heeft de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 1 juli 2022 vernietigd voor zover deze het verzoek van de moeder tot beëindiging van het gezamenlijk gezag afwees. Het hof heeft bepaald dat het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] voortaan alleen aan de moeder toekomt.