Aan deze vordering heeft de moeder samengevat het volgende ten grondslag gelegd.
Er is tussen partijen sprake geweest van huiselijk geweld. Hiervan was [kind] getuige.
Na de `scheidingsmelding' zijn de moeder en [kind] tijdelijk bij de ouders van de moeder
gaan wonen. Ondanks de moeilijke situatie hebben partijen in mediation overeenstemming
met elkaar bereikt over een zorgregeling tussen de vader en [kind] .
Na een reeds van incidenten is Veilig Thuis bij het gezin betrokken geraakt. De
vader is inmiddels veroordeeld voor mishandeling van de moeder.
Veilig Thuis heeft de moeder geadviseerd om de contactregeling tussen de vader en [kind] op te schorten. Veilig Thuis meende dat gedwongen hulpverlening noodzakelijk was, omdat de veiligheid van [kind] op dat moment niet kon worden gewaarborgd. Na spoedonderzoek door de Raad is [kind] onder toezicht gesteld. Deze maatregel geldt nog steeds. Er was sprake van een zogeheten `code rood-situatie' vanwege de actuele dreiging van geweld vanuit de vader. Tijdens de ondertoezichtstelling hebben partijen een ouderschapsplan opgemaakt. De vader heeft momenteel geen contact met [kind] . De rechtbank heeft de zorgregeling geschorst en bepaald dat de GI de regie over de contactregeling voert. Er loopt verder nog een strafrechtelijke zaak tegen de vader die ervan wordt verdacht brand te hebben gesticht bij het ouderlijk huis van de moeder.
De moeder is bang voor de vader en vreest voor haar eigen veiligheid en die van [kind] . Door alle gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden wil de moeder naar de regio [regio] verhuizen. Daar woont haar nieuwe partner. Een urgentieverzoek voor een woning in [regio] is toegewezen en dat maakt dat de moeder spoedeisend belang heeft bij haar vordering. Op enig moment, binnen acht maanden, zal haar een woning worden toegewezen.
Daarnaast is de moeder in die regio aan het solliciteren en heeft zij diverse scholen voor
[kind] aangeschreven. In de visie van de moeder is de verhuizing doordacht en voorbereid.
De moeder erkent dat er geen alternatieven voor contact tussen de vader en [kind] zijn
geboden. Echter, het betreft een uitzonderlijke situatie en bovendien is de contactregeling
geschorst tot 15 mei 2023. De moeder zegt toe dat zij ondanks haar verhuizing mee zal
blijven werken aan contact tussen de vader en [kind] bij het omgangshuis te
[plaats 2] . Ook zal zij altijd het contact tussen [kind] en de ouders van de vader blijven stimuleren.