Uitspraak
- ‘overtreding van artikel 163, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994’ (feit 1 onder parketnummer 01-000571-17);
- ‘eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd’ (feit 2 onder parketnummer 01-000571-17);
- ‘bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd’ (feit 3 onder parketnummer 01-000571-17);
- ‘[primair] diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak of verbreking’ (parketnummer 01-010699-18);
- ‘diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak’ (feit 1 onder parketnummer 01-074261-18);
- ‘medeplegen van schuldheling’ (feit 2 onder parketnummer 01-074261-18);
- ‘overtreding van artikel 41, eerste lid onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994’ (feit 3 onder parketnummer 01-074261-18);
- ‘poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak’ (parketnummer 01-169908-18);
- ‘poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak’ (parketnummer 01-181452-18)
hij, op of omstreeks 23 december 2016 te 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 en aan wie door een opsporingsambtenaar was bevolen medewerking te verlenen aan een ademonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van genoemde wet, niet heeft voldaan aan de verplichting ademlucht te blazen in een voor het onderzoek bestemd apparaat en/of aan de verplichting gevolg te geven aan alle door een opsporingsambtenaar ten dienste van het onderzoek gegeven aanwijzingen;
hij, op of omstreeks 23 december 2016 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze, opzettelijk één of ambtenaren, te weten [verbalisant 1] , hoofdagent van politie, en [verbalisant 2] , brigadier van politie, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen: 'kankerwouten' en/of 'kankerhonden' en/of 'kankerhomo's', althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
hij, op of omstreeks 23 december 2016 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze, [verbalisant 1] , hoofdagent van politie, en [verbalisant 2] , brigadier van politie, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door voornoemde personen dreigend de woorden toe te voegen "ik maak jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij op of omstreeks 17 juni 2017 te Veghel, gemeente Meierijstad, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (vanaf een bedrijventerrein aan de Amert) heeft weggenomen een vrachtwagen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen vrachtwagen onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
hij op of omstreeks 6 augustus 2017 te Raamsdonksveer, gemeente Geertruidenberg tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een loods op een bedrijventerrein heeft weggenomen twee jerrycans met ontvettingsvloeistof, althans met inhoud, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende(n) aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
hij op of omstreeks 6 augustus 2017 te Nuland, gemeente 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer goederen, te weten twee kentekenplaten ( [kenteken 1] en/of [kenteken 2] ) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof(fen);
hij op of omstreeks 6 augustus 2017 te Raamsdonksveer, gemeente Geertruidenberg en/of te Nuland, gemeente 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, op de weg, te weten de Ramgatseweg en/of de Nulandsestraat, een motorrijtuig (personenauto) heeft bestuurd (en daarmee een aanhangwagen heeft voortbewogen), terwijl hij wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat op dat motorrijtuig of die aanhangwagen (een) teken(s), te weten een of meerdere kentekenpla(a)t(en) met kenteken [kenteken 1] en/of [kenteken 2] , was/waren aangebracht dat/die, niet zijnde het/een ingevolge artikel 36 van de Wegenverkeerswet 1994 aan de eigenaar of houder voor dat motorrijtuig of die aanhangwagen opgegeven kenteken, door kon(den) gaan voor een zodanig kenteken, of dat/die teken(s) te doen doorgaan voor een overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften opgegeven buitenlands kenteken, of een met toepassing van artikel 37, derde lid, opgegeven (handelaars)kenteken;
hij op of omstreeks 12 juli 2017 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een aanhanger (met boot), geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en die weg te nemen aanhanger onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel, met voormeld oogmerk:
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 21 april 2017 tot en met 24 april 2017 te Oss, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit/vanaf een bedrijfslocatie en/of bedrijf, te weten [benadeelde 2] , gevestigd aan [adres 2] , weg te nemen enige goederen, die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde 2] , en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen met voormeld oogmerk zich naar die bedrijfslocatie en/of dat bedrijf heeft/hebben begeven en/of (vervolgens) een (deel van een) tot die bedrijfslocatie en/of dat bedrijf behorend hekwerk en/of toegangspoort heeft/hebben geforceerd, althans doende is/zijn geweest te forceren en/of (vervolgens) die bedrijfslocatie heeft/hebben betreden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 23 december 2016 te ’s-Hertogenbosch als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 en aan wie door een opsporingsambtenaar was bevolen medewerking te verlenen aan een ademonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van genoemde wet, niet heeft voldaan aan de verplichting ademlucht te blazen in een voor het onderzoek bestemd apparaat en aan de verplichting gevolg te geven aan alle door een opsporingsambtenaar ten dienste van het onderzoek gegeven aanwijzingen;
hij op 23 december 2016 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze, opzettelijk ambtenaren, te weten [verbalisant 1] , hoofdagent van politie, en [verbalisant 2] , brigadier van politie, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen: 'kankerwouten' en 'kankerhonden' en 'kankerhomo's', althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
hij op 23 december 2016 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze, [verbalisant 1] , hoofdagent van politie, en [verbalisant 2] , brigadier van politie, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door voornoemde personen dreigend de woorden toe te voegen "ik maak jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij op 17 juni 2017 te Veghel, gemeente Meijerijstad, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een bedrijventerrein aan de Amert heeft weggenomen een vrachtwagen, toebehorende aan [benadeelde 3] , waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en inklimming en die weg te nemen vrachtwagen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en verbreking;
hij op 6 augustus 2017 te Raamsdonksveer, gemeente Geertruidenberg tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een loods op een bedrijventerrein heeft weggenomen twee jerrycans met ontvettingsvloeistof, toebehorende aan [benadeelde 1] , waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
hij op 12 juli 2017 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een aanhanger met boot, toebehorende aan [aangever 3] en die weg te nemen aanhanger onder hun bereik te brengen door middel van braak, met voormeld oogmerk zich naar die aanhanger heeft begeven en vervolgens het slot van die aanhanger heeft bekeken en aan het slot van die aanhanger heeft gevoeld, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 23 april 2017 te Oss, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit/vanaf een bedrijfslocatie en/of bedrijf, te weten [benadeelde 2] , gevestigd aan [adres 2] , weg te nemen enige goederen, die aan een ander dan aan verdachte of zijn mededaders toebehoorden, te weten aan [benadeelde 2] , en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, met zijn mededaders met voormeld oogmerk zich naar die bedrijfslocatie heeft begeven en vervolgens een deel van een tot die bedrijfslocatie en/of dat bedrijf behorend hekwerk en/of toegangspoort heeft geforceerd en vervolgens die bedrijfslocatie heeft betreden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
1.Proces-verbaal rijden onder invloed d.d. 7 januari 2017, dossierpagina’s 31-33, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
- Wij roken dat de adem van de bestuurders naar het inwendig gebruik van alcoholhoudende drank riekte.
- Wij zagen dat de bestuurder bloeddoorlopen ogen had.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 december 2016, dossierpagina’s 20-22, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] ;
Het proces-verbaal van verhoor verdachte, dossierpagina’s 42-46, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte [verdachte] d.d. 23 december 2017;
Het proces-verbaal van verhoor verdachte, dossierpagina’s 47-49, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte [verdachte] d.d. 28 december 2017.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juni 2017, dossierpagina’s 18-20, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 7] :
3.Proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar d.d. 21 juni 2017, dossierpagina’s 30-32, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 8] :
4.Proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar d.d. 21 juni 2017, dossierpagina’s 33-35, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 9] :
(het hof begrijpt: vrijdag 4 augustus 2017)17:00 uur. Op zaterdag
(het hof begrijpt: zaterdag 5 augustus 2017)10:00 uur heb ik op de camerabeelden gezien dat alles nog intact was. Ter plaatse zag ik dat de toegangspoort aan de achterzijde geforceerd was. Het slot is doorgeslepen. Ik zag dat een aanhanger in 1 van de nishutten is geplaatst. Ik zal de camerabeelden aan u verstrekken. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 augustus 2017, dossierpagina 20, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 11] :
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 augustus 2017, dossierpagina 25, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 10] :
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 augustus 2017, dossierpagina’s 28-31, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 10] :
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 oktober 2017, dossierpagina 42, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 12] :
6.Proces-verbaal van aanhouding d.d. 7 augustus 2017, dossierpagina’s 44-46, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 13] en [verbalisant 14] :
(het hof begrijpt: de passagier)beide handen omhoog stak. Ik zag ook dat er op de achterbank twee witte jerrycans lagen. Ik heb de passagier, die later bleek te zijn [verdachte] , geboren [geboortedag 1] 1973, om 20:10 uur aangehouden.
(het hof begrijpt, gelet op bewijsmiddel 2: 12 juli 2017)omstreeks 09.22 uur had ik een mailtje gehad van het camerasysteem. Ik zag dat er een gele bus met blauwe bestickering op de oprit had gestaan. Ik zag dat de bus achteruit de oprit opgereden was. Ik zag op de mail dat de gele bus om 09.23 uur weer de oprit af reed. Toen ik thuis kwam, heb ik de beelden bekeken van de camera die onder de carport hangt. Ik zag dat de gele bus helemaal achteruit gereden was tot aan mijn aanhanger. Ik zag dat er een man uitstapte aan de bijrijderszijde. Ik zag dat hij voelde aan de dissel van de aanhanger. Ondertussen is op de beelden te zien dat ook de bestuurder uitstapt en komt kijken bij de dissel. Ik zie dat beide personen met elkaar communiceren, instappen en wegrijden. Om 09.23 uur verlaten zij de oprit. Ik ben vervolgens bij mijn aanhanger gaan kijken. Ik zag dat de blauwe kogel die als slot in de koppeling van mijn aanhanger zit, schuin zat. Deze zat normaal gesproken recht. Ik heb deze weer recht geduwd. Ik stel de gemaakte camerabeelden beschikbaar voor het politieonderzoek. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit feit.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juli 2017, dossierpagina 14, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 16] :
3.Proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar d.d. 20 juli 2018, dossierpagina’s 17-19, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 17] :
(het hof begrijpt hier en telkens hierna: [benadeelde 2] )en verklaarde het volgende:
(het hof begrijpt: 21 april 2017)omstreeks 17.00 uur. Het pand werd beveiligd middels inbraakalarm. De bewakingscamera welke de beelden van de inbraak had opgenomen, werd verdraaid. Niemand werd toestemming gegeven om bij het bedrijf in te breken en zich de toegang te verschaffen door een hek open te breken en het terrein te betreden.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juli 2018, dossierpagina 11, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 19] :
(het hof begrijpt: de foto op pagina 12 van het dossier)geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 1973, veelal verblijvende op het adres [adres 4] en [medeverdachte] foto 2
(het hof begrijpt: de foto op pagina 13 van het dossier)geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedag 2] 1985, adres [adres 8] .
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 augustus 2018, dossierpagina 14, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 20] :
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis;
€ 175,00 (honderdvijfenzeventig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 december 2016 tot aan de dag der voldoening;
€ 175,00 (honderdvijfenzeventig euro)als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 december 2016 tot aan de dag der voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 3 (drie) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
€ 175,00 (honderdvijfenzeventig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 december 2016 tot aan de dag der voldoening;
€ 175,00 (honderdvijfenzeventig euro)als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 december 2016 tot aan de dag der voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 3 (drie) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
€ 240,00 (tweehonderdveertig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 april 2017 tot aan de dag der voldoening;
€ 240,00 (tweehonderdveertig euro) aan materiële schadeaf;
€ 240,00 (tweehonderdveertig euro)als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 april 2017 tot aan de dag der voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 4 (vier) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;