ECLI:NL:GHSHE:2023:1008

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 maart 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
200.312.693_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens ontbreken grieven en procesvertegenwoordiger

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, is Eco Solutions Nederland B.V. in hoger beroep gekomen tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. Het hof heeft in eerdere tussenarresten van 16 augustus 2022 en 24 januari 2023 de appellante, Eco Solutions Nederland B.V., de gelegenheid gegeven om een memorie van grieven in te dienen. Echter, op de rol van 7 maart 2023 heeft de appellante geen memorie van grieven ingediend en heeft zij ook geen nieuwe procesvertegenwoordiger aangesteld. Hierdoor heeft het hof geoordeeld dat het recht van appellante om grieven te dienen is vervallen, conform artikel 6.4 van het LPR. Dit leidde tot de conclusie dat appellante niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het hoger beroep. Het hof heeft daarnaast bepaald dat appellante als de in het ongelijk gestelde partij moet worden veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, die zijn begroot op € 5.689,00 aan griffierecht en € 591,50 aan salaris advocaat. De uitspraak is gedaan op 28 maart 2023 en openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team Handelsrecht
zaaknummer 200.312.693/01
arrest van 28 maart 2023
in de zaak van
Eco Solutions Nederland B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
appellante,
hierna aan te duiden als appellante,
advocaat: mr. D.D. Dielissen-Breukers te Eindhoven, (onttrokken)
tegen
Handelsonderneming Solidair B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als geïntimeerde,
advocaat: mr. N.P.H. Vissers te Roermond,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 16 augustus 2022 en
24 januari 2023 in het hoger beroep van het door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, onder zaaknummer C01/331815 / HA ZA 18-170 gewezen vonnis van
4 augustus 2021.

5.De verdere beoordeling

5.1.
In het tussenarrest van 24 januari 2023 heeft het hof aanleiding gezien deze zaak te verwijzen naar de rol van 7 maart 2023 voor het nemen van een memorie van grieven, ambtshalve peremptoir. Op die rol heeft appellante geen memorie van grieven genomen. Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.
5.2.
Nu zich voor appellante geen nieuwe procesvertegenwoordiger heeft gesteld en appellante tegen het vonnis waarvan beroep geen grieven heeft aangevoerd, is ingevolge artikel 6.4 van het LPR daarmee het recht van appellante om van grieven te dienen vervallen.
Dit brengt mee dat appellante niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.
Appellante zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep.

6.De uitspraak

Het hof:
verklaart appellante niet-ontvankelijk in het hoger beroep;
veroordeelt appellante in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van geïntimeerde tot aan deze uitspraak begroot op € 5.689,00 aan griffierecht en op € 591,50 (0,5 punt x tarief II) aan salaris advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, E.H. Schulten en J.M.H. Schoenmakers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 28 maart 2023.
griffier rolraadsheer