Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verloop van de procedure
- [appellant] , bijgestaan door mr. Agteresch en
- namens de VvE, de heer [bestuurder 1] (bestuurder), de heer [bestuurder 2] (bestuurder) en mevrouw [beheerder] (beheerder), bijgestaan door mr. Reijnders.
2.De beoordeling
- In 2013 heeft [appellant] de appartementsrechten gekocht van de woning aan [adres] te [woonplaats] (appartementsindex 3) en de bijbehorende berging (appartementsindex 31). De woning en de berging maken onderdeel uit van een appartementencomplex met 48 appartementsrechten, waarvan 24 woningen en 24 bergingen. De appartementseigenaren zijn verenigd in de VvE.
- [appellant] heeft op de vergadering van eigenaars van 16 juni 2021 een agendapunt ingebracht, inhoudende het verzoek om aan hem een mandaat te verstrekken van
- Bij besluit van 16 juni 2021 heeft de vergadering van eigenaars (hierna ook geduid als “VvE”) ingestemd met de door het bestuur van de VvE voorgelegde offerte van [firma] (hierna: [firma] ) voor de renovatie van alle bergingen. Daarnaast is het hiervoor genoemde verzoek van [appellant] door de vergadering van eigenaars verworpen.
- Omdat [appellant] het oneens was met het door de vergadering van eigenaars genomen besluit tot verwerping van zijn verzoek, heeft hij bij verzoekschrift van 9 juli 2021 de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant verzocht om dit besluit van 16 juni 2021 op grond van artikel 5:130 BW te vernietigen en om aan hem op grond van artikel 5:121 BW vervangende machtiging te verlenen om de geoffreerde werkzaamheden ten bedrage van € 5.500,- inclusief btw te laten uitvoeren op kosten van de VvE.
- Bij beschikking van 7 oktober 2021 heeft de kantonrechter de verzoeken afgewezen. De kantonrechter heeft, na te hebben vastgesteld dat het bestuur van de VvE alle leden vooraf heeft geïnformeerd over de zitting per mail, bij de beoordeling vooropgesteld dat artikel 5:130 lid 1 BW vernietiging van een besluit van een orgaan van de vereniging van eigenaars door de kantonrechter mogelijk maakt op verzoek van degene die de vernietiging krachtens dit lid kan vorderen. Volgens de kantonrechter is de toetsingsmaatstaf met betrekking tot de inhoud van een besluit de vraag of het orgaan bij afweging van alle bij het besluit betrokken belangen in redelijkheid en billijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. Het besluit dient dus volgens de kantonrechter marginaal te worden getoetst. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de VvE bij afweging van alle betrokken belangen, waaronder die van [appellant] , in dit geval in redelijkheid tot het besluit tot verwerping van het agendapunt van [appellant] heeft kunnen komen op de vergadering van eigenaars van 16 juni 2021. De kantonrechter heeft dit als volgt toegelicht:
de vergadering van eigenaars op 16 juni 2021 heeft besloten tot het uitvoeren van onderhoud aan alle bergingen van het complex, niet uitsluitend die van [appellant] , en dat [appellant] dit besluit niet ter vernietiging heeft voorgelegd,
het redelijk is eerst het resultaat van het onderhoud aan alle bergingen door [firma] af te wachten,
[appellant] met het mandaat een volledig droge berging nastreeft, maar hij dit van een in 1955 gebouwde halfsteense berging zonder verwarming, isolatie en ventilatie redelijkerwijs niet mag verwachten,
er overlap is tussen de werkzaamheden waartoe de VVE opdracht zal geven en de werkzaamheden waarop het mandaat van [appellant] ziet,
het voorstel van [appellant] ook werkzaamheden aan zijn privé-gedeelte inhoudt, zoals het aanbrengen van een afwerklaag op de vloer. [appellant] heeft hiervoor geen toestemming van de VVE nodig, hij zal een door hem gewenste afwerklaag zelf moeten bekostigen,
[appellant] niet aannemelijk heeft gemaakt dat de kosten voor zijn werkzaamheden (€ 5.500,00) redelijk zijn, gelet op het feit dat sloop en herbouw van de bergingen gemiddeld € 4.701,-- per berging kost.
Gezien voorgaande was het in deze zaak niet noodzakelijk dat de andere eigenaren
daarnaastin persoon en apart door het hof werden opgeroepen. Kortom, voor een aparte oproeping of aanhouding en bepaling van een nieuwe datum voor een mondelinge behandeling bestaat naar het oordeel van het hof geen enkele aanleiding. Bovendien zal hierna blijken dat de andere eigenaren door de door het hof te nemen beslissing niet in hun belangen worden geschaad.
mogelijke -oorzaken van de vochtproblematiek die [appellant] heeft aangegeven, worden door de renovatiewerkzaamheden van [firma] mogelijk al verholpen. Naar het oordeel van het hof is het dan niet onredelijk dat de renovatiewerkzaamheden van [firma] (althans het effect ervan) eerst worden afgewacht. Dat een mogelijke derde oorzaak van de vochtproblematiek (nog) niet wordt aangepakt, maakt nog niet dat het besluit tot verwerping van het verzoek van [appellant] onredelijk is. Het gaat namelijk om een afweging van alle bij het besluit betrokken belangen. Dat [firma] geen garanties over het resultaat kan geven, maakt het voorgaande ook niet anders. Evenals de omstandigheid dat [appellant] al enige jaren last heeft van de vochtproblematiek: ook de bergingen van andere eigenaren hebben in meer of mindere mate vochtproblemen. Daarbij merkt het hof op dat het nodig is – en in het belang van alle betrokkenen – dat eerst de berging van [appellant] van binnen wordt geïnspecteerd alvorens met de renovatiewerkzaamheden worden gestart, voor zover dit nog niet is gebeurd. Als naderhand blijkt dat de berging van [appellant] toch niet voldoet aan de opgedragen standaard – normaal binnenklimaat voor een halfsteensberging –, dan kunnen op dat moment conform het VvE-besluit van 16 juni 2021 alsnog extra werkzaamheden in opdracht van de VvE worden uitgevoerd. De renovatiewerkzaamheden door [firma] verhinderen dat niet.