ECLI:NL:GHSHE:2022:944
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bepaling van kinderalimentatie na hoger beroep inzake de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de kinderalimentatie die de man aan de vrouw moet betalen voor hun minderjarige kind. De man had in eerste aanleg een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant aangevochten, waarin de kinderalimentatie was vastgesteld op € 555,- per maand, met een indexering naar € 571,65 per maand. De man verzocht om de bestreden beschikking te vernietigen en de alimentatie te verlagen naar € 53,- per maand. De vrouw had incidenteel hoger beroep ingesteld en verzocht om een zorgkorting van 0% toe te passen.
Het hof heeft vastgesteld dat de man, als zelfstandig ondernemer, een gemiddeld inkomen had van € 35.700,- per jaar, wat resulteerde in een netto besteedbaar inkomen van € 2.617,- per maand. De man had echter ook een schuld aan de Belastingdienst van € 15.200,-, wat zijn draagkracht beïnvloedde. Het hof oordeelde dat de man tot 1 maart 2023 een kinderalimentatie van € 53,- per maand kon betalen, gezien zijn financiële situatie.
De vrouw had een draagkracht van € 25,- per maand, maar het hof oordeelde dat zij in de toekomst een inkomen van het minimumloon zou kunnen genereren. Het hof hield rekening met een zorgkorting van 15% voor de man, wat leidde tot een kinderalimentatie van € 290,- per maand met ingang van 1 maart 2023. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten droeg. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.