Uitspraak
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij hem wordt bepaald;
- de minderjarige een weekend per twee weken bij de moeder verblijft, waarbij de vader ervoor zal zorgen dat de minderjarige om 10.00 uur op het station van [woonplaats moeder] zal zijn en de moeder de minderjarige op zondag om 17.00 uur naar het station van [woonplaats vader] zal brengen, waarbij het tempo en de opbouw van de zorgregeling onder regie van de gezinsvoogd zal plaatsvinden.
- het verzoek om kinderalimentatie van de moeder alsnog af te wijzen, dan wel de kinderalimentatie vast te stellen op nihil, of een zodanig bedrag als het hof juist acht.
- indien en voor zover er op de vader een alimentatieverplichting rust, de vader te machtigen om de verschuldigde kinderalimentatie te verrekenen met de door de moeder verschuldigde dwangsommen uit hoofde van het vonnis in kort geding van 14 juni 2017 van de rechtbank Oost-Brabant.
- de vader, bijgestaan door een tolk en mr. Hos via een beeldverbinding;
- mr. Sanli;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] ;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 23 april 2021;
- het procesdossier in eerste aanleg, overgelegd door de voormalig advocaat van de vader op 15 september 2021;
- het V2-formulier van 13 januari 2022, waarin mr. Kemper zich onttrekt als advocaat van de vader;
- het V2-formulier van 14 januari 2022, waarin mr. Hos zich stelt als advocaat van de vader.
3.De feiten
4.De standpunten
5.De beoordeling
- de relatie tussen [minderjarige] , haar moeder en de andere tot het gezin behorende leden;
- wat het voor [minderjarige] zou betekenen als haar hoofdverblijf bij haar vader zou worden bepaald;
- de relatie tussen [minderjarige] en haar vader;
- wat het voor [minderjarige] (en voor het contact met haar vader) zou betekenen als haar hoofdverblijf bij haar moeder blijft;
- welke hulpverlening er nodig is voor [minderjarige] nu en in de toekomst.
pro forma 20 mei 2022.
6.De beslissing
- er voor zorgdraagt dat de bijzondere curator een afschrift van de beschikking krijgt;
- er voor zorgdraagt dat de bijzondere curator de beschikking krijgt over alle door het hof relevant geachte stukken;
- een afschrift van het verslag van de bijzondere curator aan partijen en de zal toezenden;
- draagt de bijzondere curator op verslag uit te brengen vóór 6 mei 2022, althans schriftelijk bericht te geven over de voortgang van haar werkzaamheden;
- bepaalt dat partijen en de raad tot uiterlijk twee weken na toezending van het verslag van de bijzondere curator schriftelijk kunnen reageren, waarbij tevens wordt verzocht het gewenste verdere verloop van de procedure kenbaar te maken;
pro forma20 mei 2022.