18.9Interconnect is gerechtigd meerkosten voor de Dienst en/of het Product (..) in rekening te brengen conform prijslijsten van Interconnect. De meerkosten worden op basis van nacalculatie aan Contractant berekend. (..)”
3.1.10.Op 29 augustus 2016 schreef Interconnect aan Acknowledge (met als onderwerp “
kwartaalmeeting”) (prod. 7 mvg):
“
Wij stellen voor de staffels voor Managed Store en RAM aan te passen op basis van jullie huidige volumes:
- Voor Managed Store (..)
-Voor RAM zullen wij jullie plaatsen in de 5.000+GB -staffel (Multi Site). Het tarief in deze staffel is € 6.64 per GB. Momenteel betalen jullie € 7,28 per GB.
In de bijlage staat berekend wat dit betekent qua besparingen voor Acknowledge. Dit is dus op basis van jullie huidige Multi Site omgeving met de huidige SLA. (..)”
3.1.11.In een e-mailbericht van 23 februari 2018 van Acknowledge aan Interconnect (onderdeel prod. 7 inl. dagv.) staat onder meer:
“(..) InterConnect heeft geconstateerd dat het private cluster door Acknowledge aan beide kanten gebruikt wordt i.p.v. puur als multisite cluster. De vraag die jij daarbij gesteld hebt is of wij dit ook terug zien en of dat er wellicht een andere interpretatie is van de gemaakte afspraken. Als Acknowledge ook tot de conclusie komt dat het cluster zo gebruikt wordt en dat dit niet conform de afspraken is zijn we beide benieuwd naar de verklaring hoe die situatie ontstaan is. Zoals jij aangaf moet InterConnect bij gebruik van beide kanten van het cluster extra VMware licenties af gaan dragen omwille van software compliance. Het zou daarbij gaan om een bedrag van ongeveer €20.000 per maand dat voor rekening van Acknowledge komt.
We hebben de volgende afspraken gemaakt:
- Jij levert de getallen aan m.b.t. het gebruik dat InterConnect constateert;
- Jij levert de afspraken aan zoals die in de ogen van InterConnect op papier staan;
- Na de vakantie van [persoon A] (12-3 terug) verifiëren wij het gebruik zoals wij dit zien en bij een afwijking achterhalen we hoe deze is ontstaan;
- Eveneens halen [persoon A] en ik de afspraken naar boven zoals wij die aan onze kant vastgelegd hebben;(..)”
3.1.12.In de reactie van Interconnect per e-mail van 26 februari 2018 aan Acknowledge (onderdeel prod. 7 inl. dagv.) staat:
“Naar aanleiding van ons gesprek doe ik je volgens afspraak onderstaande bijlagen toekomen:
1. (..)
2. Overzicht meerverbruik VPC obv Multi-Site Resources
Constatering Interconnect:
Op het platform zijn momenteel voor een langere periode (zie bijlage 1) meer resources in gebruik dan waarvoor betaald wordt.
Dit zijn de gegevens die ik dus heb. Wanneer wij op basis van jullie gegevens een verschil
constateren zullen wij dit eerst bespreken en dan inderdaad eventueel verslag uitbrengen naar onze directies. (..)”
3.1.13.In een e-mailbericht van Acknowledge aan Interconnect van 22 maart 2018 (onderdeel prod. 7 inl. dagv.) staat:
“(..) We hebben aan onze kant ook het een en ander bekeken en nagezocht en constateren daarbij een aantal zaken.
• In de opdrachtbevestiging staat niet beschreven dat het niet toegestaan is het cluster active/active te gebruiken, ook zijn er geen aanvullende afspraken;
• Ons daadwerkelijke gebruik is hoger dan dat wat er gefactureerd wordt;
• Blijkbaar is het mogelijk meer resources te gebruiken dan door InterConnect beschikbaar gesteld.
Over de laatste twee punten zijn wij eigenlijk verbaasd, dat het mogelijk is om meer te gebruiken en dat de factuur daarop niet aangepast wordt als dat dan toch mogelijk is. We voeren zelf een controle uit op basis van het principe dat we niet meer kunnen gebruiken dan aangevraagd. Daar vanuit gaande controleert het bedrijfsbureau of het factuurbedrag matched met onze inkomsten en of daarbij de marge op peil is. Uit die hoek is geen signalering gekomen over een afwijkende marge. (Daar hebben we dus blijkbaar een uitdaging met de omzet aangezien we meer gebruiken).
Dat het meer gebruik is ontstaan verbaasd ons, nu we dit weten, dan weer minder. Het aanmaken en uitbreiden wordt op de afdeling gedaan. Gezien onze aanname dat ons maximale gebruik gelimiteerd is heeft hier nooit een controle op plaats gevonden. Op die manier is er blijkbaar wildgroei ontstaan.
Los van het feit dat we met elkaar moeten bespreken hoe we omgaan met het meer gebruik van resources willen we daarin graag meenemen wat er nu eigenlijk wel en niet mogelijk is en waar wij dus zelf op moeten controleren. We willen namelijk graag grip op de situatie zodat dit soort verrassingen niet ontstaan.”
3.1.14.In reactie hierop schrijft Interconnect aan Acknowledge per e-mail van 23 maart 2018 (onderdeel prod. 7 inl. dagv.):
“(..) Kan je mij aangeven wat er aan meerverbruik is geconstateerd door jullie en wat volgens jullie terecht is om in rekening te brengen? Mijn directie zal mij vragen het verschil zo snel mogelijk in rekening te gaan brengen omdat dit al langere tijd onterecht onbetaald wordt afgenomen.(..)”
3.1.15.Op 6 april 2018 heeft Interconnect een factuur ten bedrage van € 190.193,55 over het tweede kwartaal van 2018 aan Acknowledge gestuurd (prod. 6 inl. dagv.). Daarvan had een bedrag van
€ 107.430,93 betrekking op daadwerkelijk verbruikt ‘powered-on’ geheugen.
Acknowledge heeft dit factuurbedrag voldaan.
3.1.16.Op 6 juli 2018 heeft Interconnect € 245.362,30 bij Acknowledge in rekening gebracht voor diensten verleend in het derde kwartaal van 2018 (prod. 10 inl. dagv.). Acknowledge heeft deze factuur gedeeltelijk, te weten voor een bedrag van € 117.889,50 onbetaald gelaten.
3.1.17.Op 21 augustus 2018 schrijft Interconnect per e-mail aan Acknowledge (onderdeel prod. 42 ) onder andere het volgende:
“Het partnership is op scherp gesteld door de email van [persoon B] van 10 augustus, door “out of the blue” mede te delen dat ca. € 100k niet betaald zal worden, waarvoor een credit verwacht werd onder de noemer marktconformiteit, zonder verder enige onderbouwing. (…).”
en
“Ik bestrijd dat wij de factuur eenzijdig verhoogd hebben. Acknowledge heeft erzelfvoor gekozen met de extra rechten die jullie op de dedicated omgeving wensten (en gekregen hebben), om deze als het ware te herconfigureren van multi- naar single site. Wij kwamen daar pas geruime tijd later achter, en over de periode daaraan voorafgaand waren we in discussie. Deze omzetting door Acknowledge heeft bovendien diverse negatieve side effects gehad op de performance, (…).”
en
“Ik moet nu helaas constateren dat het openstaande bedrag niet op onze rekening is bijgeschreven. Acknowledge is hiermee in gebreke en zoals aangekondigd zal de vCenter toegang vandaag dicht gezet worden. Dit ontslaat Acknowledge niet van haar betalingsverplichting (…).”
3.1.18.Eveneens op 21 augustus 2018 schrijft Acknowledge aan Interconnect (prod. 42):
“Zoals telefonisch besproken hebben wij met veel ongeloof geconstateerd dat interconnect op 14.30 uur de VCenter toegang van onze dienstverlening geblokkeerd heeft waardoor onze dienstverlening naar onze klanten per direct gevaar loopt en wij helaas genoodzaakt zijn om jullie voor de gevolgen hiervan aansprakelijk te stellen. Ik vraag jou dan ook om dit per direct te herstellen. Jij gaf aan dat deze blokkering geen gevolgen heeft voor onze klanten. Dit is pertinent onjuist. Onze dienstverlening en klanten lopen hier direct schade mee op waardoor Interconnect discontinuïteit van de dienstverlening veroorzaakt op de gebieden (..).
(..) Voor de helderheid wil ik erop wijzen dat wij al meer dan 2 jaar gebruik maken van de dienstverlening en jullie ons nimmer ons voor 1 april 2018 hebben geïnformeerd over het verbruik en de financiële consequenties is nimmer melding gemaakt waardoor wij hierop nooit hebben kunnen anticiperen”
en
“
Hierbij mijn (..) vraag om per direct de blokkering van onze VCenter op te heffen. (..)
In lijn met onze overeengekomen dienstverlening is er absoluut geen contractuele afspraak voor de eenzijdige verhoging van jullie tarieven per 1 april j.l zie bijlagen. Helaas moeten wij jullie dan ook direct in gebreke stellen (..)”
3.1.19.De toegang is op 21 augustus 2018 om 22:31 uur door Interconnect gereactiveerd. Daarbij schreef Interconnect onder meer aan Acknowledge (prod. 42):
“Donderdag gaan wij in gesprek over het openstaande bedrag. De bijlage cq. aanvraag d.d. 18 mei 2016 die jullie eerder vanavond meestuurden, noemt expliciet de op dat moment in de resourcepool aanwezige hoeveelheid Powered-On RAM. Het overige geheugen wat niet aan de resourcepool was toegewezen, maar wel in de server aanwezig is en — gezien de dedicated situatie — voor Acknowledge gereserveerd is, is middels diezelfde aanvraag
ls Powered-Off gefactureerd. Ook daarin afgesproken is dat Acknowledge zich tot Interconnect zou wenden voor uitbreidingen van de resourcepool cq. omzetting van Powered-Off in Powered-On geheugen.De configuratie van de VPC is daarna echter — gebruik makende van de gevraagde en verkregen rechten - door Acknowledge zelf dusdanig aangepast, dat zelfstandig meer resources in gebruik konden worden genomen (zodat Acknowledge zich niet tot Interconnect hoefde te wenden). Sinds november 2016 is het volume Powered- On geheugen dan ook gestaag gestegen, wat begin 2018 is ontdekt, waarna we gezamenlijk het nieuwe volume hebben vastgesteld, wat als basis vanaf Q2 is gebruikt. Nogmaals, de tarieven die daarvoor per eenheid gerekend worden, zijn in lijn met wat overeengekomen is. Het is onredelijk en onacceptabel om hiervoor een credit te
verwachten. We gaan het hier donderdag over hebben.”
3.1.20.Op 1 oktober 2018 heeft Interconnect een factuur van € 265.124,03 aan Acknowledge gestuurd. Acknowledge heeft van deze factuur € 82.104,27 onbetaald gelaten. Het onbetaald gelaten bedrag heeft betrekking op meerverbruik powered-on geheugen.
3.1.21.Op 5 oktober 2018 heeft Interconnect € 175.380,00 gefactureerd, voor meerverbruik powered-on geheugen in de periode maart 2017 tot en met maart 2018. Acknowledge weigert dit bedrag aan Interconnect te voldoen.
3.1.22.Bij verzoekschrift van 15 november 2018 heeft Interconnect verlof verzocht en gekregen tot het leggen van conservatoir derdenbeslag voor een bedrag van € 500.000,00 inclusief renten en kosten ten laste van Acknowledge.
Op 16 november 2018 heeft Interconnect derdenbeslag gelegd op bankrekening(en) van Acknowledge onder Coöperatieve Rabobank U.A.
3.1.23.Op 16 november 2018 heeft Acknowledge aan Interconnect bericht dat zij geen toegang heeft tot haar colocatie (een andere van Interconnect afgenomen dienst) en dringend verzocht haar weer toegang te verlenen.
3.1.24.Bij brieven van 22 november 2018 heeft Acknowledge bij Interconnect toegang geëist tot de ‘racks’ in het datacenter, gesommeerd een securitypatch uit te voeren en aanspraak gemaakt op schadevergoeding ten bedrage van € 230.250,00 exclusief btw als gevolg van door Interconnect veroorzaakte verstoringen.
3.1.26.Op 7 december 2018 schrijft Acknowledge aan Interconnect (onderdeel prod. 40):
“Bij het aanmelden van het probleem bij Interconnect kreeg ik de melding vanuit de Servicedesk medewerker: Vanuit de directie moet ik je het volgende verstrekken: We bieden geen ondersteuningvoor dit ticket. Dit is alles wat ik aan je mee mag geven.”
3.1.27.Ook op 7 december 2018 reageert Interconnect per e-mail (onderdeel prod. 40):
“Support op Vpc is opgeschort zoals meermaals medegedeeld. Als je support wilt dient
eerst alles betaald te zijn. Ik verwijs kortweg ook naar de 2 ingebrekestellingen. Ik vind het een erg vervelende situatie waar we ee[r]st uit moeten komen.
”
3.1.28.Interconnect heeft op 30 december 2018 de VPC-overeenkomst met Acknowledge opgezegd per 1 april 2019.
3.1.29.Ook in de periode na 30 december tot aan de datum waartegen door Acknowledge is opgezegd, is tussen partijen gecorrespondeerd over problemen die Acknowledge stelde te ondervinden in de dienstverlening van Interconnect en gestelde negatieve gevolgen voor klanten van Acknowledge.
3.2.1.Interconnect heeft in conventie na vermeerdering van eis – samengevat – gevorderd veroordeling van Acknowledge tot betaling van € 514.272,83 vermeerderd met rente, incassokosten en proceskosten.
De rechtbank heeft deze vordering afgewezen omdat zij – kort samengevat – van oordeel was dat een vaste prijs tussen partijen was overeengekomen en daar geen verandering in is gekomen. De hoofdvordering in conventie ziet op kosten voor meerverbruik aan GB RAM-werkgeheugen, en is niet toewijsbaar omdat de gestelde (contractuele) grondslag ontbreekt. De nevenvorderingen delen dit lot.
Interconnect is in conventie uitvoerbaar bij voorraad veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van Acknowledge begroot op € 10.144,00, de nakosten en de wettelijke rente over deze bedragen bij niet tijdige betaling.
3.2.2.In reconventie heeft Acknowledge - samengevat – gevorderd veroordeling van Interconnect tot betaling van € 230.250,00 aan schadevergoeding wegens het ten onrechte opschorten van de dienstverlening door Interconnect, vermeerderd met rente en (proces)kosten.
Deze schadevordering van Acknowledge is volgens de rechtbank in het licht van het verweer van Interconnect onvoldoende onderbouwd en toegelicht. In reconventie zijn de vorderingen afgewezen, met veroordeling van Acknowledge, uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten, aan de zijde van Interconnect begroot op € 3.099,00.
3.3.1.Met haar eerste grief in principaal hoger beroep klaagt Interconnect erover dat de rechtbank bij de processtukken niet de brief van 2 september 2019 van Interconnect aan de rechtbank heeft vermeld, in welke brief opmerkingen over het proces-verbaal zijn weergegeven.
3.3.2.Reeds aan het slot van het proces-verbaal heeft de rechtbank over eventuele opmerkingen van partijen naar aanleiding van de tekst van het buiten hun aanwezigheid opgemaakte proces-verbaal vermeld dat als zij aan de door de rechtbank gestelde voorwaarden voldoen, zij onderdeel uitmaken van de processtukken. Verder vermeldt de rechtbank dat het proces-verbaal zelf niet zal worden gewijzigd. De niet-vermelding van de brief van Interconnect - waarvan Acknowledge niet heeft betwist dat deze aan de gestelde voorwaarden voldeed - moet daarom als een omissie worden beschouwd die door en met het hoger beroep is rechtgezet.
De procedure in hoger beroep
3.4.1.Interconnect heeft, onder aanvoering van 17 grieven, in principaal hoger beroep gevorderd dat het bestreden vonnis - naar het hof aanneemt op basis van de tekst van de grieven: in conventie - zal worden vernietigd en de vorderingen van Interconnect alsnog zullen worden toegewezen, met veroordeling van Acknowledge in de kosten van beide instanties, met inbegrip van de beslagkosten.
3.4.2.Interconnect heeft aan deze vorderingen ten grondslag gelegd, kort samengevat, dat zij met Acknowledge was overeengekomen dat aan deze per 1 juli 2014 2229 GB RAM werkgeheugen ter beschikking was gesteld, dat Acknowledge desgevraagd kon uitbreiden met 1494 GB RAM. In plaats daarvan is Acknowledge 2229 + 1494 GB RAM (ongevraagd) actief gaan gebruiken, en heeft zij daarnaast de back-up van 3723 GB RAM ook actief gebruikt, terwijl zij Interconnect slechts heeft betaald voor 2229 GB RAM actief en 1434 GB RAM reserve werkgeheugen. Het hof begrijpt uit de memorie van grieven (nr 52) dat Interconnect aan haar vorderingen in hoger beroep ten grondslag heeft gelegd primair wanprestatie van Acknowledge, subsidiair ongerechtvaardigde verrijking, meer subsidiair een onrechtmatige daad jegens Interconnect en nog meer subsidiair strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid.
3.4.3.Acknowledge heeft de grieven in principaal hoger beroep gemotiveerd bestreden en geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis in conventie, met veroordeling van Interconnect in de proceskosten van het hoger beroep, met de wettelijke rente daarover. Op het verweer van Acknowledge komt het hof bij de beoordeling terug.
3.4.2.Bij pleidooi heeft Interconnect haar eis vermeerderd aldus, dat zij alsnog ook haar werkelijke proceskosten vordert. Niet alleen is deze eisvermeerdering niet schriftelijk bij conclusie of akte ter rolle gedaan (vgl. artikel 130 lid 1 Rv), maar daarnaast onderbreekt een feitelijke onderbouwing. Reeds hierom zal de eiswijziging worden afgewezen.
Acknowledge heeft dan ook terecht bezwaar gemaakt tegen de eisvermeerdering (en niet alleen vanwege het tardieve karakter ervan).
3.5.1.Acknowledge heeft, onder aanvoering van 4 grieven, in (deels) voorwaardelijk incidenteel hoger beroep gevorderd vergoeding van de door haar geleden schade op grond van wanprestatie door Interconnect. Deze schade wordt door Acknowledge voorlopig begroot op € 514.272,83 excl.btw (mvg inc app. 6.1.). In het petitum van de memorie van grieven in incidenteel hoger beroep komt deze voorwaardelijke vordering evenwel niet terug.
In de memorie wordt eveneens melding gemaakt van schade van Acknowledge vanwege de vele verstoringen ter grootte van € 230.250 excl. btw (mvg inc. app 6.5.). Ook deze schade wordt in het petitum niet gevorderd.
Acknowledge vordert – onvoorwaardelijk – toewijzing van € 145.625,00 terzake interne uren vanwege verstoringen (mvg inc app. 6.14), hetgeen een vermindering van de oorspronkelijke eis inhoudt. Zij vermeerdert haar eis wel met de – in eerste instantie niet door de rechtbank toegelaten – vordering van € 21.308,10 aan migratiekosten (mvg inc. app 6.17). Voorts vordert zij veroordeling van Interconnect in de proceskosten, nakosten en wettelijke rente over alle bedragen.
Acknowledge heeft hierbij wel toewijzing van haar vordering in reconventie, maar geen vernietiging van het vonnis in reconventie gevorderd.
3.5.2.Bij memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep heeft Interconnect de grieven in (deels) voorwaardelijk incidenteel hoger beroep gemotiveerd bestreden. Uit deze memorie blijkt dat Interconnect de vorderingen van Acknowledge aldus heeft begrepen, dat Acknowledge daarbij ook vernietiging wenst van het vonnis in reconventie. Interconnect concludeert op haar beurt tot bekrachtiging in reconventie, met veroordeling van Acknowledge in de proceskosten in reconventie in beide instanties met rente.
3.5.3.Bij pleidooi heeft Acknowledge haar eis vermeerderd en alsnog voorwaardelijk het reeds in haar memorie van grieven genoemde, maar niet in het petitum weergegeven, bedrag van € 514.272.83 excl. btw met rente en kosten gevorderd.
Daarnaast vordert zij - samengevat - vernietiging van het vonnis in reconventie en veroordeling van Interconnect tot betaling van € 463.033,09 (onderverdeeld in schade terzake opschorting € 12.875,00; schade verstoringen € 145.625,00; schade gedwongen migratie € 304.533,09), met wettelijke rente vanaf de opschorting, proceskosten in beide instanties, nakosten en rente over deze bedragen, alles uitvoerbaar bij voorraad.
3.5.4.De in artikel 347 lid 1 Rv besloten twee-conclusie-regel beperkt de aan oorspronkelijk eiser toekomende bevoegdheid tot verandering of vermeerdering van eis in hoger beroep in die zin dat hij in beginsel zijn eis niet later dan in zijn memorie van grieven of antwoord mag veranderen of vermeerderen. Op deze in beginsel strakke regel kunnen onder omstandigheden uitzonderingen worden aanvaard, met name indien de wederpartij ondubbelzinnig erin heeft toegestemd dat de eisverandering of -vermeerdering plaatsvindt.
Interconnect heeft in dit geval geen bezwaar gemaakt tegen deze eiswijzigingen, maar heeft daarentegen bij pleidooi gemotiveerd verweer gevoerd tegen deze gewijzigde vorderingen. Het hof ziet ook geen aanleiding de eiswijziging ambtshalve buiten beschouwing te laten wegens strijd met de goede procesorde.
Recht zal daarom worden gedaan op de gewijzigde eis in incidenteel hoger beroep.
3.5.5.Acknowledge heeft aan haar vorderingen ten grondslag gelegd, zeer kort samengevat, dat partijen een vaste prijs overeengekomen waren, dat zij die heeft betaald en dat zij niets meer aan Interconnect verschuldigd is. Daarom heeft Interconnect ten onrechte haar diensten opgeschort en heeft Acknowledge ten onrechte veel kosten moeten maken. De schade die Acknowledge daardoor heeft geleden vordert zij van Interconnect. Op het verweer van Interconnect zal het hof bij de beoordeling van deze vorderingen terugkomen.
In principaal hoger beroep
Overeenkomst tussen partijen