Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellante 1] ,wonende te [woonplaats] ,
Restaurant [X] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
Holding [X] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
18.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 7 juli 2020;
- de akte van 4 augustus 2020 van [X] c.s. met bijlage;
- de akte van 4 augustus 2020 van AAV;
- het aanvullend deskundigenbericht van mr. drs. [deskundige] RA van 16 februari 2021;
- de memorie na aanvullend deskundigenbericht van 23 maart 2021 van AAV met producties 56 tot en met 71;
- de memorie na tweede deskundigenbericht van 20 april 2021 van [X] c.s. met producties 63 tot en met 81.
19.De verdere beoordeling
- [X] c.s. heeft AAV in hoger beroep mogen dagvaarden (tussenarrest van 26 mei 2015, r.o. 6.10.).
- [X] is ondanks het feit dat zij per 1 december 2014 is ontbonden ontvankelijk in haar vordering jegens AAV, omdat die vordering duidt op een mogelijke bate voor [X] en [X] in verband met een eventueel nodige vereffening van die bate als rechtspersoon blijft bestaan (tussenarrest 12 juni 2018, r.o. 9.2.1.).
- [X] is ondanks het feit dat AAV op 24 december 2015 is ontbonden ontvankelijk in haar vordering jegens AAV (tussenarrest 12 juni 2018, r.o. 9.2.2.);
- De vordering van [X] c.s. ex artikel 843a Rv wordt afgewezen (tussenarrest 12 juni 2018, r.o. 9.7.2.).
- AAV dient te bewijzen dat [appellante 1] haar handtekening onder de overeenkomsten van 12 december 2005 en 16 december 2010 heeft gezet (tussenarrest 12 juni 2018, r.o. 9.4.4.). AAV is niet in het bewijs geslaagd en voor zover de grieven van [appellante 1] betrekking hebben op de hoofdelijke aansprakelijkheid van haar slagen die en zullen de vorderingen van AAV tegen [appellante 1] om die reden bij eindarrest worden afgewezen (tussenarrest 7 juli 2020, r.o. 15.2.2.).
- Het hof acht het geraden om in verband de vraag naar de verschuldigdheid van [X] c.s. van de door AAV gefactureerde en nog openstaande bedragen een onafhankelijke deskundige onderzoek te laten doen naar de administratie van AAV met betrekking tot alle in het geding zijnde facturen en de deskundige aan de hand van dat onderzoek te laten vaststellen of AAV op basis van de door haar met [X] en de Holding gesloten overeenkomsten aanspraak kan maken op betaling van de volgens AAV openstaande facturen. Het onderzoek dient geen betrekking te hebben op de inhoudelijke kwaliteit van de door AAV verrichte werkzaamheden, omdat [X] c.s. haar stellingen op dit punt onvoldoende hebben onderbouwd (tussenarrest 12 juni 2018, r.o. 9.5.4.3.). Bij tussenarrest van 23 oktober 2018 heeft het hof vervolgens de deskundige, mr. drs. [deskundige] RA tot deskundige benoemt ter beantwoording van de in r.o. 13.2. van dat tussenarrest vermelde vragen.
- Het hof verwerpt de stelling van [X] c.s. dat de factuur van 28 mei 2010 met het nummer [factuurnummer 1] ten bedrage van € 2.885,69 contant door de [echtgenoot van appellante 1] aan AAV is betaald (tussenarrest van 12 juni 2018, r.o. 9.5.3.).
- Het hof zal de vorderingen van [X] c.s., voor zover gegrond op toerekenbaar tekort schieten van AAV in de nakoming van haar contractuele verplichtingen, afwijzen (tussenarrest van 12 juni 2018, r.o. 9.6.1).
- De deskundige heeft geen oordeel over het aantal gedeclareerde uren, omdat dat aantal mede afhankelijk is van de wijze waarop de administratie door [X] en de Holding is aangeleverd, wat na zoveel jaren niet meer is vast te stellen. Om die reden is ook de administratie van [X] c.s. niet opgevraagd en is de deskundige uitgegaan van de aangereikte kopie urenstaten van [persoon B] , [persoon Y] en [persoon A] . Hij heeft vastgesteld dat die uren voor het juiste aantal en op de juiste data zijn verwerkt in het urenprogramma.
- In de bijlagen (nummers 1 tot en met 3) bij het aanvullend deskundigenbericht zijn de urenlijsten van [persoon B] (jaren 2010 tot en met 2013) met betreffende weekverantwoordingen en omschrijving van de werkzaamheden, de urenlijsten van [persoon Y] over de jaren 2011 tot en met 2013 met omschrijving van de werkzaamheden en de urenlijsten van [persoon A] over de jaren 2010 en 2011 met omschrijving van de werkzaamheden overgelegd.
- Als bijlage 4 heeft de deskundige de niet betaalde facturen van de Holding met specificatie van de gemaakte uren, een omschrijving van de werkzaamheden en de declaratiewaarde van de gemaakte uren volgens het urenprogramma bijgevoegd.
- Als bijlage 5 heeft de deskundige de niet betaalde facturen van [X] met specificatie van de gemaakte uren, een omschrijving van de werkzaamheden en de declaratiewaarde van de gemaakte uren volgens het urenprogramma bijgevoegd.
- Met betrekking tot de hiervoor vermelde facturen merkt de deskundige op, dat de originele facturen aan [X] en de Holding zijn gezonden en de als bijlagen bij het aanvullend deskundigenbericht gevoegde facturen daarom niet de originele facturen maar kopieën daarvan kunnen zijn. Aan de hand van deze kopie facturen en de totaaloverzichten die als bijlagen 1 en 2 bij het deskundigenbericht van 11 juni 2019 zijn gevoegd kan nagegaan worden of het onderzoek door de deskundige voor wat betreft de onbetaald gelaten facturen compleet is geweest.
- Verder heeft de deskundige de rapporten inzake jaarrekeningen over de jaren 2008 tot en met 2010 inzake de holding en [X] als bijlagen (6a, 6b, 6c, 7a, 7b en 7c) bij het aanvullende bericht gevoegd.
- Ook heeft de deskundige het grootboek over de jaren 2009 tot en met 2012 inzake [X] als bijlage bij het aanvullende bericht gevoegd. In het grootboek bevindt zich een gestructureerd en gerubriceerd overzicht van alle mutaties in de betreffende periode van de betreffende vennootschap (bijlagen 8a tot en met 8d). Als bijlage 9 tot en met 9c heeft de deskundige het grootboek inzake de Holding over de jaren 2009 tot en met 2011 bijgevoegd.
- Van alle door [persoon B] , [persoon Y] en [persoon A] verantwoorde uren heeft de deskundige vastgesteld dat de door hen verantwoorde uren op de juiste data en voor het juiste aantal uren zijn verwerkt in het urenprogramma. Op basis daarvan heeft de deskundige vastgesteld dat de uren en de waarde daarvan volgens het urenprogramma voor dezelfde bedragen, op een kleine verwaarloosbare uitzondering na, en met de juiste omschrijvingen aan [X] en de Holding in rekening zijn gebracht. De door AAV handmatig bij de onbetaald gelaten facturen gemaakte opmerkingen heeft de deskundige voor kennisgeving aangenomen. De deskundige heeft geconstateerd dat ¼ uur van [persoon Y] , gewerkt op 19 juli 2013, [factuurnummer 2] , betreffende de Holding wel is gefactureerd, maar niet door de deskundige op de urenstaten is aangetroffen.
- Op elke factuur worden forfaitair secretariaatskosten ten bedrage van € 19,95 per maand in rekening gebracht.
- De deskundige heeft vastgesteld dat de administraties van de Holding en [X] door AAV zijn verwerkt en verwijst daarvoor naar bijlagen 6 tot en met 9 bij het aanvullend bericht.
- Ten aanzien van de kosten van de loonadministratie heeft de deskundige, vanwege het geringe belang, geen nader onderzoek ingesteld aan de hand van de urenverantwoording van de medewerkster van AAV die de lonen verzorgde, maar heeft hij zich gebaseerd op het feit dat deze kosten maandelijks voor ongeveer dezelfde bedragen terugkwamen met een extra post in januari van elk jaar omdat dan het jaarwerk moet worden verzorgd en dat beide vennootschappen volgens hun jaarrekeningen personeel in dienst hadden waarvan lonen maandelijks moesten worden verzorgd.
- Op basis van de hiervoor genoemde werkzaamheden is de deskundige van mening dat de onbetaald gelaten facturen betrekking hebben op werkzaamheden die ook daadwerkelijk zijn verricht.
- Gelet op de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd had de deskundige geen behoefte aan nader onderzoek of de door AAV aangereikte kopieën overeenkwamen met de originele stukken. Daarbij is volgens de deskundige niet in discussie dat [X] c.s. jaarrekeningen tot en met 2010 met bijbehorende aangiften vennootschapsbelasting heeft ontvangen van de Holding en [X] . Het tijdvak waarin de uren zijn besteed volgens de urenverantwoordingen komt overeen met het tijdvak waarin redelijkerwijs verwacht mag worden dat die uren zijn gemaakt, onder andere gelet op het tijdstip waarop de jaarrekeningen zijn uitgebracht en aangiftes omzetbelasting moesten worden ingediend.
- De deskundige geeft aan dat de door hem uitgevoerde (en in het eerste deskundigen- bericht in hoofdstuk 3.2.1. op pagina 4 vermelde) steekproef tenminste 90% van de onderzochte uren van [persoon B] , [persoon Y] en [persoon A] betreft. Naar aanleiding van de door het hof gestelde vragen heeft de deskundige alsnog alle uren van [persoon B] , [persoon Y] en [persoon A] onderzocht door middel van een beperkt aanvullend onderzoek. Die uren zijn integraal geverifieerd met de vastlegging van hun urenverantwoording. [persoon B] en [persoon A] betreffen derden die voor AAV werkten en die hun uren middels Excel spreadsheets verantwoordden. [persoon Y] verantwoordde zijn uren door middel van handgeschreven urenlijsten (zie de bijlagen bij de kopie facturen die als bijlagen 4 en 5 zijn opgenomen). De originele urenlijsten van [persoon Y] heeft de deskundige niet gezien.
- AAV heeft aan de deskundige meegedeeld dat destijds werd gewerkt met het programma Davilex en dat maandelijks de gewerkte uren werden geëxporteerd en ingelezen in het programma Microsoft Acces.
- Aan de hand van de urenverantwoordingen van de personen die aan de opdracht hebben gewerkt heeft de deskundige vastgesteld dat de vastlegging van de gewerkte uren in het urenprogramma juist is. De verwerking door het programma is volgens de deskundige juist geschied. Deze controlemethode is volgens de deskundige zeer gebruikelijk in het midden- en kleinbedrijf. De uren zoals die door de betreffende personen zijn besteed aan de administraties van [X] en de Holding heeft de deskundige geverifieerd met de specificatie van de gemaakte uren en de omschrijving van de verrichte werkzaamheden zoals die achter de betreffende facturen is gehecht. De deskundige heeft vastgesteld dat de bestede uren volgens de primaire registratie van de betreffende personen aansluit met genoemde specificatie die aan de bijgevoegde kopie verkoopfacturen is gehecht.
- De deskundige bevestigt dat de brief die aan het tussenarrest van 7 juli 2020 is gehecht door AAV aan hem is gestuurd. Hij stelt deze brief voor kennisgeving te hebben aangenomen en om die reden niet afzonderlijk in zijn eerste bericht te hebben vermeld.
- De grootboekrekeningen over het jaar 2008 zijn niet bijgevoegd.
- Over het jaar 2009 zijn alle posten “memoriaal” geboekt. Die posten hebben dus niets te maken met uitgaven, ontvangsten, inkoop of verkoop. Aan de hand van de verstrekte grootboekrekening 2009 heeft daarom ook geen controle kunnen plaats vinden. Bovendien zijn meerdere bedragen niet verifieerbaar.
- Uit de wijze van boeken van de factuur met nummer [factuurnummer 1] concludeert [X] c.s. dat de factuur niet bestaat en dat er in elk geval geen financiële transactie heeft plaats gevonden met betrekking tot deze factuur.
- Van een aantal andere facturen stelt [X] c.s. dat die niet in de grootboekrekening 2010 van [X] in de rekening courant van de Holding zijn gedebiteerd. Met betrekking een vijftal andere in de grootboekrekening van [X] voorkomende factuurnummers merkt [X] c.s. op dat die nummers niet op de facturenlijst van AAV staan.
- Ook voor het boekjaar 2011 geldt dat een aantal factuurnummers, betrekking hebbend op facturen bestemd voor de Holding, in de grootboekrekening van [X] niet aan de bank zijn gedebiteerd. Ook voor dit boekjaar geldt volgens [X] c.s. dat meerdere bedragen niet te verifiëren zijn en dus worden betwist.
- Voor wat betreft het boekjaar 2012 geldt dat ook in dat jaar een factuur wordt vermeld die betrekking zou hebben op de Holding die in de grootboekrekening van [X] ook wordt vermeld maar niet aan de bank zou zijn gedebiteerd. De grootboekrekening van de Holding over 2012 is niet overgelegd en kan niet worden geverifieerd, aldus [X] c.s..
- [appellante 1] heeft de jaarrekeningen van [X] en de Holding over de jaren 2008 tot en met 2010 nooit gezien, laat staan goedgekeurd. De [echtgenoot van appellante 1] kan de jaarrekeningen over 2009 en 2010 nooit goedgekeurd hebben, omdat hij op de datum van de vaststelling van die jaarrekeningen al was overleden.
- De in de door AAV aan de deskundige verstrekte jaarrekeningen van [X] en de Holding vermelde resultaten verschillen van die in de gepubliceerde jaarrekeningen, terwijl nergens wordt vermeld dat het om voorlopige cijfers zou gaan. Er kan dus geen waarde aan die jaarrekeningen worden gehecht.
- Diverse in de jaarrekening van [X] en de Holding vermelde bedragen met betrekking tot accountantskosten worden betwist en zijn niet verifieerbaar.
nietaan de orde is een soort audit of totaalbeoordeling van de boekhoudkundige en administratieve kwaliteit van alle door AAV voor [X] c.s. verrichte werkzaamheden. Anders gezegd: het gaat puur om de vraag of AAV terecht aanspraak heeft gemaakt op betaling van de twaalf facturen met betrekking tot [X] en de Holding, waarvan vast staat dat [X] c.s. die onbetaald heeft gelaten.
nietdat het hof alleen op grond daarvan alle door [X] c.s. op de bevindingen en conclusies van de deskundige geuite kritiek zal passeren. Waar relevant, zal het hof hierna ingaan op die geuite kritiek ten aanzien van conclusies van de deskundige over de openstaande facturen en in volle omvang toetsen of aanleiding bestaat van de in het nadere deskundigenbericht geformuleerde conclusies af te wijken.
originele facturenniet mogelijk was, omdat AAV slechts beschikte over de kopie facturen. De originele facturen zijn immers, zoals AAV ook gemotiveerd heeft aangevoerd, door AAV aan [X] c.s. verzonden. Onderzoek ter plaatse in de originele administratie van [X] c.s., zoals die werd gevoerd door AAV, kon dan ook niet plaats vinden. Het hof is daarbij van oordeel dat uit de deskundigenberichten niet alleen voldoende duidelijk wordt welke stukken de deskundige bij zijn onderzoek heeft betrokken, maar ook dat dit de voor de beantwoording van de door het hof gestelde vragen relevante stukken waren.
“(…) op basis van de grootboekrekeningen 2010 de conclusie kan worden getrokken dat de factuur …… niet bestaat. Dit bevestigt het standpunt van [X] c.s. dat de factuur indertijd contant is betaald (…)”zonder nadere toelichting, die ontbreekt, onbegrijpelijk is. De verschuldigdheid van deze factuur staat daarmee vast.
€ 10.452,75 (inclusief BTW)aan onbetaald gelaten facturen open, vermeerderd met contractuele rente ad 8% per jaar vanaf 27 augustus 2013 tot de dag der algehele voldoening. De vordering tegen [X] met betrekking tot de facturen wordt voor het overige afgewezen.
€ 4.076,17 inclusief BTW), vermeerderd met contractuele rente ad 8% per jaar vanaf 27 augustus 2013 tot de dag der algehele voldoening
.De vordering tegen de Holding met betrekking tot de facturen wordt voor het overige afgewezen.
nietvoor gekozen om een handschriftdeskundige door het hof te laten benoemen. Zij heeft volstaan met uitvoerige bewijslevering door middel van bescheiden. Het hof heeft daarna geoordeeld dat AAV niet in het haar opgedragen bewijs is geslaagd en heeft dat oordeel in voormeld tussenarrest uitgebreid gemotiveerd. Daarmee is de discussie over het geschilpunt ten aanzien van de hoofdelijke aansprakelijkheid van mevrouw [appellante 1] gesloten. De rechtspraak van de Hoge Raad staat toe dat de rechter terugkomt van een bindende eindbeslissing. Niet gebleken is echter dat de onderhavige beslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag. Het hof ziet geen aanleiding hiernaar verder onderzoek te (laten) doen en partijen in de gelegenheid te stellen zich hierover nader uit te laten. Het hof is namelijk van oordeel dat het in de omstandigheden van dit geval zoals hiervoor beschreven in strijd is met de goede procesorde om in dit stadium van de procedure de discussie over de hoofdelijke aansprakelijkheid van mevrouw [appellante 1] te heropenen aan de hand van de alsnog door AAV ingebrachte rapportage van een partijdeskundige en het hof zal daarom niet overgaan tot heroverweging van zijn beoordeling op dit punt.
- Er is sprake van door AAV gepleegde valsheid in geschrifte. Er is aantoonbaar geknoeid met de facturen die AAV aan [X] heeft gestuurd.
- AAV heeft geweigerd rekening en verantwoording af te leggen.
- AAV heeft ten einde verlof te krijgen om conservatoir beslag op de privégoederen van [appellante 1] te kunnen leggen de voorzieningenrechter aantoonbaar onjuist voorgelicht.
- De door AAV gelegde beslagen zijn vexatoir.
- ten laste van de Holding: op de onverdeelde helften van de onroerende zaak aan de [adres] te [plaats] ;
- ten laste van [X] : op alle roerende zaken die zich bevinden in voormelde onroerende zaak;
- ten laste van [X] : derdenbeslag onder de ABN-Amro Bank NV op twee aan [X] toebehorende bankrekeningen;
- ten laste van [appellante 1] : op de roerende zaken die persoonlijk in eigendom toebehoren aan [appellante 1] en die zich bevinden in of nabij de hiervoor genoemde onroerende zaak.
20.De uitspraak
- € 100,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaats gevonden met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving;