ECLI:NL:GHSHE:2022:826
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schorsing van voorlopige hechtenis in verband met ernstige bezwaren tegen verdachte betrokken bij productie en handel in synthetische drugs
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Limburg, die op 17 februari 2022 het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte had afgewezen. De verdachte, die in oktober 2021 in verzekering was gesteld, heeft ernstige bezwaren tegen zich lopen in verband met zijn betrokkenheid bij de productie en handel in synthetische drugs. De verdediging heeft betoogd dat de verdachte in beginsel het recht heeft om zijn berechting in vrijheid af te wachten en dat, indien er gevaar voor herhaling is, dit kan worden ondervangen door voorwaarden te stellen aan een schorsing van de voorlopige hechtenis. De advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.G. Janssen, zijn gehoord door het hof.
Het hof overweegt dat de belangen van de verdachte, hoewel belangrijk, in deze zaak niet opwegen tegen het grote belang van de samenleving bij de voortzetting van de voorlopige hechtenis. De verdachte heeft medische klachten en zorgt voor zijn gezin, maar het hof oordeelt dat deze omstandigheden niet van dien aard zijn dat schorsing van de voorlopige hechtenis gerechtvaardigd is. De verdachte heeft eerder tijdelijke schorsingen van de voorlopige hechtenis gekregen, maar deze waren gebaseerd op bijzondere omstandigheden die nu niet meer van toepassing zijn. Het hof wijst het hoger beroep af en bevestigt de beschikking van de rechtbank.