ECLI:NL:GHSHE:2022:77
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ondertoezichtstelling van minderjarige in het kader van gezagskwesties
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om de ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2015 in Portugal. De moeder, verzoekster in hoger beroep, is het niet eens met de beschikking van de rechtbank Limburg, die op 2 juli 2021 de ondertoezichtstelling heeft uitgesproken. De moeder voert aan dat er geen ontwikkelingsbedreiging voor [minderjarige] is en dat de ondertoezichtstelling niet noodzakelijk is. De vader, die in Portugal woont, heeft geen contact met [minderjarige] en de moeder stelt dat dit contact pas veilig kan plaatsvinden na onderzoek door de raad. De raad voor de Kinderbescherming is van mening dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft, omdat [minderjarige] een achterstand in zijn ontwikkeling heeft opgelopen door het ontbreken van onderwijs en sociale contacten. Het hof heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de gronden voor de ondertoezichtstelling ten tijde van de beschikking aanwezig waren. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank gedeeltelijk bekrachtigd en gedeeltelijk vernietigd, waarbij de ondertoezichtstelling is verlengd tot 15 maart 2022, om de GI in staat te stellen de situatie goed af te wikkelen.