Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
.
.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant. De vader verzoekt om de beschikking van de rechtbank, die het gezamenlijk gezag over de kinderen beëindigde en het gezag aan de moeder toekende, te vernietigen. De kinderen, geboren in 2013, 2016 en 2017, hebben de Poolse nationaliteit en de zaak heeft een internationaal karakter. De vader ontkent dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden en betwist de beslissing van de rechtbank. De moeder daarentegen stelt dat er sprake is van huiselijk geweld en dat de kinderen klem zitten tussen de ouders. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 20 januari 2022 gehouden, waarbij de vader niet aanwezig was. Het hof oordeelt dat de moeder het eenhoofdig gezag moet krijgen, omdat de gezamenlijke gezagsuitoefening niet meer mogelijk is door de onbereikbaarheid van de vader en de problematiek rondom huiselijk geweld. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en compenseert de proceskosten in hoger beroep.