Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
13 augustus 2020, nummer BRE 19/3057, in het geding tussen belanghebbende en
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
U moest vóór 1 juni 2018 aangifte doen. U hebt dit nog niet gedaan. Misschien bent u vergeten om aangifte te doen of heeft uw aangifte ons niet bereikt.
…..".
U hebt op 6 juli 2018 uitstel aangevraagd voor uw aangifte vennootschapsbelasting over belastingjaar 2017.
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
Op de zitting heeft belanghebbende gesteld daar recht op te hebben, aangezien gemachtigde blijkens de overgelegde volmachten van 27 maart 2019, belanghebbende vertegenwoordigt namens haar formele gemachtigde, [B BV] te [vestigingsplaats] , een zustervennootschap van belanghebbende, die zich, aldus gemachtigde, steeds meer is gaan richten op het geven van (ook) juridische adviezen.
De inspecteur betwist op zich niet dat [A] gemachtigde [B BV] vertegenwoordigt in deze zaak. Hij betwist echter wél dat sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank;
- verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar van de inspecteur;
- vermindert de boetebeschikking tot nihil;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij de rechtbank en het hof van € 50,20.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).