ECLI:NL:GHSHE:2022:706

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 februari 2022
Publicatiedatum
8 maart 2022
Zaaknummer
20-001765-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verantwoordelijkheid van een varkenshouder voor het welzijn van dieren bij uitval van ventilatiesysteem

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, een rechtspersoon, was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 2.500,00 wegens het onthouden van de nodige zorg aan varkens. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een inspectie door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op 24 juli 2019, waaruit bleek dat ongeveer 2100 varkens waren gestorven door verstikking als gevolg van een uitgevallen mechanisch ventilatiesysteem. De verdachte had geen passend noodsysteem, zoals een noodaggregaat, om de gevolgen van de stroomuitval op te vangen.

Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het vonnis van de politierechter zou worden bevestigd, terwijl de verdediging aanvoerde dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de sterfte van de varkens, gezien de extreme weersomstandigheden en de onvoorziene stroomuitval. Het hof oordeelde dat de verdachte tekort was geschoten in de zorgplicht, omdat het enkel openen van de staldeuren niet voldoende was om de varkens van voldoende verse lucht te voorzien. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en verklaarde het tenlastegelegde bewezen, maar legde geen straf op, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de emotionele impact van het voorval.

Het hof benadrukte dat de verdachte had moeten anticiperen op de mogelijkheid van een stroomuitval, vooral gezien de extreme temperaturen die de dagen voorafgaand aan het incident waren waargenomen. De uitspraak onderstreept de verantwoordelijkheid van dierenhouders om te zorgen voor adequate noodvoorzieningen om het welzijn van hun dieren te waarborgen, zelfs in onvoorziene omstandigheden.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001765-21
Uitspraak : 17 februari 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 20 juli 2021, in de strafzaak met parketnummer 82-209093-20 tegen:
[verdachte],
statutair gevestigd te [adres 1] .
Hoger beroep
De verdachte is bij vonnis waarvan beroep ter zake van ‘een gedraging in strijd met het voorschrift, vastgesteld krachtens artikel 2.2., achtste lid, van de Wet dieren, begaan door een rechtspersoon’ veroordeeld tot betaling van een geldboete van € 2.500,00.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Namens de verdachte is primair verzocht de verdachte van het tenlastegelegde vrij te spreken. Subsidiair is verzocht de verdachte van alle rechtsvervolging te ontslaan in verband met het ontbreken van alle schuld. Ten slotte is een straftoemetingsverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof kan zich op onderdelen niet met het beroepen vonnis verenigen. Om redenen van efficiëntie zal het hof evenwel het gehele vonnis vernietigen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
zij in of omstreeks de periode van 23 juli 2019 tot en met 24 juli 2019 te Maarheeze, in de gemeente Cranendonck, op haar bedrijf gelegen aan [adres 1] te Maarheeze, als houder van dieren, te weten ongeveer 2100, althans een aantal, varkens aan die varkens de nodige verzorging heeft onthouden, immers konden voornoemde varkens niet beschikken over voldoende verse lucht of zuurstof, waardoor deze varkens zijn komen te overlijden.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij in de periode van 23 juli 2019 tot en met 24 juli 2019 te Maarheeze, in de gemeente Cranendonck, op haar bedrijf gelegen aan [adres 1] te Maarheeze, als houder van dieren, te weten ongeveer 2100, varkens aan die varkens de nodige verzorging heeft onthouden, immers konden voornoemde varkens niet beschikken over voldoende verse lucht of zuurstof, waardoor deze varkens zijn komen te overlijden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat zij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
De paginanummers die in onderstaande bewijsmiddelen zijn genoemd verwijzen naar pagina’s van het dossier van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit, dossiernummer/proces-verbaalnummer 153148/117890/6026080, gesloten d.d. 5 september 2019 (doorgenummerde pagina's 1 tot en met 31), nader te noemen: het procesdossier.
Alle te noemen processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten. Alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
Het hof ontleent aan de inhoud van de navolgende bewijsmiddelen het bewijs dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan.
1. Het proces-verbaal voornoemd van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit, dossiernummer/proces-verbaalnummer 153148/117890/6026080, gesloten d.d. 5 september 2019 (pg. 3-11), opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), tevens buitengewoon Opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende als
relaas van verbalisanten:
(pg. 3)
Aanleiding
Dit proces-verbaal is opgesteld naar aanleiding van een inspectie in het kader
van 'Welzijn meldingen'. Op 24 juli 2019 was bij het klantcontactcentrum van de
NVWA een melding (NVWA Mos-melding) binnengekomen van de politie over
dode varkens.
Op woensdag 24 juli 2019 omstreeks 11:00 uur kreeg ik, [verbalisant 1] , de NVWA Mos­
melding Welzijn / verwaarlozing boerderijdieren met onder andere de tekst:
'dode varkens bij [vertegenwoordiger van de verdachte] door uitval van de airco, [adres 1] .'
Opmerkingen [verbalisant 1] :
- in deze Mos-melding wordt vermeld 'uitval van de airco'. Hiermee wordt
kennelijk bedoeld: het uitvallen van de mechanische ventilatie;
- bij het raadplegen van het digitaal dossier zag ik dat op het adres [adres 1]
, het varkensbedrijf [verdachte] gevestigd is.

Bevindingen:

Op woensdag 24 juli 2019 omstreeks 13:45 uur bevonden wij, verbalisanten
[verbalisant 1] en [verbalisant 2] , ons op het adres [adres 1] . Wij
ontmoetten daar een persoon die zich bekend maakte als [vertegenwoordiger van de verdachte] .
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , vertelde dat er een onderzoek opgestart werd in verband met een melding betreffende sterfte van varkens.
(pg. 4)
Op vrijdag 2 augustus 2019 omstreeks 10:00 uur bevonden wij, verbalisanten
[verbalisant 1] en [verbalisant 2] , ons wederom op het adres [adres 1] .
(pg. 5)
Buitenzijde
Op het dak van de varkensstal zijn ventilatiekokers aanwezig (zwarte ronde
uitsteeksels). Deze zijn niet in gebruik, afgesloten in verband met de aanwezige
luchtwassers. De linker en rechter zijgevel zijn volledig dicht, niet voorzien van
ramen. Achter deze zijmuren bevindt zich over de gehele lengte van de
varkensstal het afzuigkanaal dat in verbinding staat met de luchtwasser.
Halverwege de zijgevels (afzuigkanaal) zijn aan beide zijden een luchtwasser
buiten de stal aanwezig.
Binnenzijde
Aan de voorzijde is de rechter helft van de stal 'uitgebouwd'. Hierin bevindt zich
een klein kantoor (met alarmmelder) en een extra afdeling, nr. 19. Deze afdeling
is kleiner dan de overige 18 afdelingen en wordt, volgens toelichting [vertegenwoordiger van de verdachte]
, deels als ziekenboeg gebruikt.
Bij betreden van de stal via de buitendeur is direct links de meterkast en rechts
een klein kantoor. Via deze entree kom je in de centrale gang. Aan weerszijden van deze centrale gang bevinden zich afdelingen, waarin de varkens gehuisvest worden. De centrale gang heeft in de voor- en achtergevel deuren. Per hok worden 10 vleesvarkens gehuisvest. Het plafond in de afdelingen is verlaagd, loopt niet met het dak mee schuin omhoog. De luchtinvoer in de afdeling komt door het verlaagde plafond, zogenaamde plafondventilatie. Het plafond is een
soort filterpakket.
Door de mechanische ventilatie, ventilatoren van de luchtwasser, wordt verse
lucht door dit plafond de afdelingen in gezogen.
De achterwand in de afdeling is niet de buitengevel. Er bevindt zich een
ventilator in de achterwand van de afdeling, waarmee de lucht van de afdeling in
het afzuigkanaal terecht komt. Dit afzuigkanaal is volledig dicht tot aan de
luchtwasser. Vanuit dit afzuigkanaal, aan beide buitenzijden van de stal, wordt de
lucht naar de aangebouwde luchtwassers gezogen. In de luchtwasser zijn
daarvoor grote ventilatoren aanwezig. De luchtwassers bevinden zich buiten de
stal, links en rechts, ongeveer halverwege de stal.
(pg. 6)
Het aantal gestorven varkens is 2100. Dit is op de volgende wijze onderbouwd:
- [vertegenwoordiger van de verdachte] heeft verklaard dat het aantal gestorven varkens 2100 is;
- de hokcapaciteit van de vleesvarkensstal is omstreeks 2220 vleesvarkens.
(18,5 afdelingen x 12 hokken x 10 varkens). Op een varkensbedrijf is nooit
sprake van 100% bezetting in de varkensstallen.
Het direct inschakelen van een noodaggregaat bij stroomuitval, ook een soort
noodsysteem, had de sterfte van de varkens door verstikking kunnen
voorkomen.
2. Een geschrift als bedoeld in artikel 344 lid 1 onder 5̊ Sv, te weten: de visitebrief van M. van de Zanden, dierenarts d.d. 24-07-2019 (bijlage 2/ pg. 14), voor zover inhoudende:
Visitebrief
Naam: [verdachte] Datum: 24-07-2019
Adres: [adres 1] , [adres 1] MAARHEEZE Aankomsttijd: 14:00
Vertrektijd: 14:30
Anamnese
Vleesvarkens
Vleesvarkens in de vleesvarkensstal zijn gestorven door verstikking.
Geen andere verschijnselen of oorzaken te vinden voor sterfte.
Alle varkens zijn dood aan getroffen.
3. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 2 augustus 2019, ondertekend op 7 augustus 2019 (bijlage 11/pg. 23 en 24), voor zover inhoudende als
verklaring van de vertegenwoordiger van de verdachte, [vertegenwoordiger van de verdachte]:
(pg. 23)
Ik ben [vertegenwoordiger van de verdachte] en ben samen met mijn vrouw eigenaar/directeur van het varkensbedrijf [verdachte] gevestigd op [adres 1] , Maarheeze, gemeente Cranendonck (het hof begrijpt: via [Beheer B.V.] . Op deze locatie zijn zeugen met bijbehorende biggen en vleesvarkens aanwezig. Het merendeel van de vleesvarkens van deze locatie is gehuisvest in de apart staande vleesvarkensstal, waar de stroomuitval heeft plaatsgevonden.
Dinsdag 23 op woensdag 24 juli 2019 kregen we een alarmmelding op de telefoon. Mijn vrouw ging uit bed en heeft op de pc gekeken en zag de temperaturen in de vleesvarkensstal opliepen en dat het ontzettend warm werd. Wij zijn toen samen naar de stal gegaan. Ik heb toen zelf de stoppen, bovenste deel van de meterkast, met een meter nagekeken. Met deze stoppen was niets aan de hand. Ik heb toen direct mijn plaatselijke elektricien gebeld, hier uit het dorp. Ik heb hem 's-nachts nog kunnen bereiken. Na een paar keer bellen nam hij op en is hij gekomen.
Mijn vrouw heeft, toen wij bij de stal kwamen, direct alle deuren open gezet. Dit was de deur in de voor- en achtergevel van de stal en alle afdelingsdeuren in de stal.
De alarmmelding van de vleesvarkensstal komt alleen op mijn telefoon binnen.
Volgens mij was dat omstreeks 23:30 uur dinsdagavond.
Het noodsysteem bij stroomuitval is in eerste instantie het openzetten van alle deuren. Op deze situatie, de extreem hoge buitentemperaturen en juist op zo'n ongunstig moment stroomuitval, waren we niet voorbereid.
We gingen er altijd vanuit dat dit, het openzetten van deuren en snel een elektricien erbij, voldoende was. Verder heb ik als noodsysteem een aggregaat aansluiting in de meterkast in de vleesvarkensstal. Ik heb zelf geen aggregaat, die moet ik huren.
(pg. 24)
Mijn elektricien heeft vastgesteld dat er een zogenaamde gemeentestop (hoofdzekering), die in een verzegeld kastje onder in de meterkast zit, kapot was.
Deze is door de elektricien vervangen en toen was de stroomvoorziening weer hersteld. Mijn elektricien is daarvoor gecertificeerd. Er is ook een onderzoek ingesteld door experts van de verzekering. Hieruit is gebleken dat de aanvoer stroomkabel onder deze zekering poreus was.
De financiële schade die is ontstaan door deze stroomuitval en verstikking van 2100 vleesvarkens schat ik op omstreeks € 400.000.
4. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 4 september 2019 (pg. bijlage 12/ pg. 25 en 26), voor zover inhoudende als
weergave van de verklaring van getuige [getuige] :
(pg. 25)
Wat is jouw beroep en hoe lang al?
Mijn beroep is elektricien.
Sinds 1999 ben ik 'mede' eigenaar van het bedrijf [bedrijf] gevestigd op het adres [adres 2] . Voor onze vaste klanten zijn we meestal bereikbaar, we hebben geen 24/7 storingsdienst. Ik bezoek het bedrijf een paar keer per jaar.
Hoe laat (ongeveer) ben je gebeld door [vertegenwoordiger van de verdachte] ?
Ik ben om 9 minuten over half 1 gebeld door [echtgenote vertegenwoordiger van de verdachte] , de vrouw van [vertegenwoordiger van de verdachte] .
Hoe laat was je bij de vleesvarkensstal?
Wij hebben een tom-tom systeem in de auto. Hierop kun je zien ik om 8 minuten voor 1 (00:52) (het hof: aanwezig was).
(pg. 26)
Welke tekortkoming/storing heb je vastgesteld in de meterkast?
Ik miste een fase. Bij de bovenkant van de meterkast, de krachtgreep, heb ik 3 zekeringen gemeten, waarvan 1 van de drie het niet deed. Daarna beneden in de meterkast zag ik dat bij de linker zekering een rood knopje (lepeltje) uitstak, waaraan ik kon zien dat deze kapot was. Ik ben erkend installateur en heb de kap eraf gehaald en de kapotte zekering vervangen. Als erkend installateur mag ik dat. Ik zag aan kapotte zekering en de bedrading dat deze zwart waren, een soort corrosie door de ammoniak. Daarna ben ik de stal in geweest of de ventilatie weer opstartte en zag dat deze werkte.
Wordt deze zekering (onder in de meterkast) ook wel 'gemeentestop' genoemd?
Ja dat klopt, maar is feitelijk onjuist. Dit is een zekering van [netwerkbeheerder] , de netwerkbeheerder.
Er bevindt zich ook een schakelaar met de tekst 'nood' en 'net' in de meterkast.
Waar is deze schakelaar voor? Hoe zou dit kunnen werken, aansluiting op de (toestel) wandcontactdoos (rode dop)?
Er zijn bedrijven die een noodaggregaat hebben. Met de knop 'nood en net' kun je die omzetten en een noodaggregaat inschakelen. Dat was hier niet van toepassing.
Is het technische mogelijkheid om een aggregaat direct automatisch te laten inschakelen bij een storing, uitval van de stroomvoorziening (doorbranden gemeentezekering), zodat de stroomvoorziening weer hersteld wordt, waarmee bijvoorbeeld ventilatoren direct weer gaan werken? (Dus zonder de schakelaar 'nood' en 'net'?)
Dit is te maken. Ik weet dat er varkensbedrijven zijn die dit hebben.
5.
De verklaring van de vertegenwoordiger van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van dit hof op 3 februari 2022, voor zover inhoudende:
De jongste raadsheer houdt mij voor dat de elektricien pas ruim een uur nadat het alarm ging om 23:30 uur, is gebeld en dat de elektricien niet altijd bereikbaar is.
De varkens waren al dood toen wij hem belden. Het zou kunnen dat wij hem een uur na de melding hebben gebeld.
De jongste raadsheer vraagt mij waar ik de noodaggregaat kan halen. Ik kan die noodaggregaat halen bij ons een dorp verder, in een schuur. Die schuur staat open. Ik kan daar de noodaggregaat ophalen. Het kost mij een half uur om deze op te halen.
Bewijsoverwegingen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Standpunt openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat in de varkensstal, waarin 2100 varkens zijn verstikt nadat de mechanische ventilatie was uitgevallen, ten onrechte geen passende noodvoorziening in de vorm van een noodaggregaat aanwezig was en de varkens na het uitvallen van de ventilatie niet over voldoende verse lucht of zuurstof konden beschikken. De verdachte had erop bedacht moeten zijn dat in de gegeven, extreem warme weersomstandigheden, het systeem zou kunnen uitvallen en in dat geval acuut een noodvoorziening in werking had moeten treden. Het tenlastegelegde kan dan ook bewezen worden verklaard conform het vonnis van de politierechter.
Standpunt verdediging
Namens de verdachte is gesteld dat de politierechter ten onrechte tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde is gekomen. Ten onrechte heeft de rechtbank verondersteld dat een varkenshouder een noodaggregaat dan wel een anderszins reeds aanwezige technische voorziening beschikbaar moet hebben. Dit vloeit niet voort uit de geldende regelgeving, aldus de verdediging. De overweging van de politierechter impliceert bovendien dat een goed functionerend huisvestingssysteem (het hof begrijpt: waarvan uitmaakt een goed functionerend ventilatiesysteem) conform de wettelijke eisen onvoldoende is en dat ook het aanwezig zijn van een functionerend alarmsysteem in combinatie met het openzetten van de deuren en het kunnen inschakelen van een elektricien en het hebben van een aansluiting voor een noodaggregaat evenmin onvoldoende is om aan de tenlastegelegde zorgplicht te voldoen. De verdediging betwist dit en stelt daarnaast dat sprake was van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, waarbij de stroomuitval samenviel met extreme weersomstandigheden, te weten: zeer hoge buitentemperaturen. De politierechter heeft die omstandigheden onvoldoende betrokken in de overwegingen.
Nu de verdachte beschikte over een noodvoorziening die onder normale omstandigheden toereikend zou zijn, heeft zij de varkens in haar stal niet de nodige zorg onthouden, zoals aan haar is tenlastegelegd. Gelet daarop dient de verdachte te worden vrijgesproken volgens de verdediging.
Het oordeel van het hof
Bij de beoordeling van het onderhavige feit gaat het hof uit van de volgende wettelijke voorschriften, zoals deze golden ten tijde van het feit, die, voor zover van belang, als volgt luidden:
-
Richtlijn 98/58/EG van de Raad van 20 juli 1998 inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren
Artikel 2:
In deze richtlijn wordt volstaan onder:
1) Dier: een dier (vissen, reptielen en amfibieën inbegrepen) dat voor de productie van voedsel, wol, huid of pels, of voor andere landbouwdoeleinden wordt gefokt of gehouden;
Artikel 3:
De lidstaten zorgen ervoor dat de eigenaar of houder alle passende maatregelen treft om het welzijn van zijn dieren in zijn bezit te verzekeren en te waarborgen dat die dieren niet onnodig aan pijn of leed worden blootgesteld en dat hen geen onnodig letsel wordt toegebracht.
Artikel 4:
De lidstaten zien erop toe dat dieren (niet zijnde vissen, reptielen of amfibieën) worden gefokt en gehouden onder voorwaarden die stroken met de bepalingen in de bijlage, met inachtneming van de soort en de graad van ontwikkeling, aanpassing en domesticering, alsmede de uit ervaring of wetenschappelijk onderzoek gebleken fysiologische en ethologische behoeften.
BIJLAGE:
Automatische of mechanische apparatuur
13. Alle automatische of mechanische apparatuur die noodzakelijk is voor de gezondheid en het welzijn van de dieren moet ten minste eenmaal per dag worden gecontroleerd. Defecten moeten onmiddellijk worden hersteld; indien dat niet mogelijk is, moeten de nodige maatregelen worden getroffen om de gezondheid en het welzijn van de dieren veilig te stellen.
Indien gezondheid en welzijn van de dieren afhankelijk zijn van een kunstmatig ventilatiesysteem, moet dat voorzien zijn van een passend noodsysteem waarmee voldoende verse lucht kan worden aangevoerd om de gezondheid en het welzijn van de dieren te waarborgen als het hoofdsysteem uitvalt, en er moet een alarmsysteem zijn dat in dat geval in werking treedt. Het alarmsysteem moet regelmatig worden getest.
De richtlijn is geïmplementeerd in de Wet dieren in verbinding met het Besluit houders van dieren. De van toepassing zijnde artikelen luidden, voor zover van belang, als volgt:
Wet dieren:
Artikel 2.2.
8. Het is houders van dieren verboden aan deze dieren de nodige verzorging te
onthouden.
Besluit houders van dieren:
Artikel 1.7. Verzorgen van dierenDegene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier:
g. voldoende verse lucht of zuurstof krijgt.
Artikel 2.5 Verlichting en ventilatie
5. Indien de gezondheid en het welzijn van een dier afhankelijk is van een
kunstmatig ventilatiesysteem, is dat voorzien van een passend noodsysteem
waarmee voldoende verse lucht kan worden aangevoerd om de gezondheid en het
welzijn van het dier te waarborgen als het hoofdsysteem uitvalt.
6. Indien het ventilatiesysteem, bedoeld in het vijfde lid, uitvalt, treedt een
alarmsysteem in werking, dat regelmatig wordt getest.
Onbetwist is dat de varkens in de stal van de verdachte voor hun gezondheid en welzijn ten tijde van het tenlastegelegde afhankelijk waren van een kunstmatig ventilatiesysteem, als bedoeld in voornoemde regelgeving. Eveneens onbetwist is dat dit systeem moest zijn voorzien van een passend noodsysteem waarmee voldoende verse lucht kan worden aangevoerd om de gezondheid en het welzijn van de dieren te waarborgen als het hoofdsysteem uitvalt. Tenslotte is ook onbetwist dat een alarm aanwezig dient te zijn.
Het hof stelt op basis van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting vast dat in de nacht van 23 op 24 juli 2019 2100 varkens, die door de verdachte werden gehouden, als gevolg van een tekort aan verse lucht of zuurstof zijn gestikt en overleden. Hiermee staat vast dat de verdachte deze varkens de nodige zorg heeft onthouden.
Voor de beantwoording van de vraag of de verdachte in strafrechtelijke zin een verwijt kan worden gemaakt zal het hof moeten beoordelen of deze tragische gebeurtenis het gevolg is van een ongelukkige samenloop van (extreme) omstandigheden die redelijkerwijs niet had kunnen worden voorzien en voorkomen en of de verdachte overigens zijn zorgverplichtingen uit het Besluit houders van dieren heeft nageleefd.
Op grond van het Besluit houders van dieren dient de stal van de verdachte te zijn voorzien van een passend noodsysteem waarmee voldoende verse lucht kan worden aangevoerd om de gezondheid en het welzijn van het dier te waarborgen als het hoofdsysteem uitvalt. De verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat zij beschikte over een dergelijk passend noodsysteem, bestaande uit: de mogelijkheid om i) de staldeuren open te zetten, ii) binnen relatief korte tijd een erkend elektricien ter plaatse te kunnen hebben en iii) binnen een half uur een noodaggregaat ter plaatse te kunnen hebben die kan worden aangesloten op de reeds aanwezige aansluiting daarvoor in de stal.
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen volgt dat de varkens in de onderneming van de verdachte waren gehuisvest in een stal die beschikte over compartimenten die waren gelegen aan weerszijden van een centrale gang in de stal. Aan de voor- en achtergevel van de betreffende gang bevonden zich staldeuren die konden worden geopend.
Toen in de nacht van 23 op 24 juli 2019 het hoofdsysteem uitviel ten gevolge van een stroomstoring, werden deze deuren geopend om verse lucht de stal binnen te laten, waarna op enig moment de elektricien is gebeld. De buitentemperaturen waren die dagen en ook die nacht echter extreem hoog. Volgens de verklaring van de vertegenwoordiger van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep waren de varkens al verstikt toen de elektricien werd gebeld. Het hof stelt vast dat, in die gegeven omstandigheden, door het enkel openen van de staldeuren van de voor- en achtergevel van de centrale hal, niet voldoende verse lucht in alle compartimenten kon komen om de gezondheid en het welzijn van alle in die compartimenten aanwezige varkens te waarborgen, zoals de regelgeving vereist. Daarmee is de mogelijkheid om - in geval van het uitvallen van het hoofdsysteem - de staldeuren te kunnen openen en aldus verse lucht de stal in te brengen, naar het oordeel van het hof niet aan te merken als een passend noodsysteem. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheid die de verdachte had om binnen een half uur een noodaggregaat op te kunnen halen of een elektricien te kunnen bellen. Gegeven de omstandigheden waaronder het hoofdsysteem was uitgevallen, acht het hof de tijd die gemoeid was met het ophalen van de betreffende aggregaat te lang. Voor wat betreft de mogelijkheid om contact te leggen met een elektricien uit het dorp in geval van het uitvallen van het hoofdsysteem, geldt dat uit het dossier blijkt dat de aanwezigheid van deze elektricien binnen korte tijd niet steeds was gegarandeerd nu van een 24/7 werkende storingsdienst bij deze elektricien geen sprake was.
Het hof is dan ook van oordeel dat de verdachte, door het treffen van enkel voornoemde maatregelen als noodsysteem, is tekortgeschoten in de op haar rustende zorgplicht om haar dieren van voldoende verse lucht te kunnen blijven voorzien als het hoofdsysteem zou uitvallen, ook tijdens de extreme weersomstandigheden waarvan sprake was.
Anders dan de verdediging is het hof van oordeel dat de verdachte ook onder deze, extreme, omstandigheden rekening had dienen te houden bij de inrichting van zijn noodsysteem, omdat het aanwezig zijn van een dergelijk noodsysteem juist in deze omstandigheden cruciaal is. Dit klemt temeer nu door de verdediging is gesteld dat het, voorafgaand aan dit feit, al enige dagen warm was. Het had naar het oordeel van het hof in die omstandigheden op de weg van de verdachte gelegen ervoor te zorgen dat een noodsysteem, dat paste bij de aan de orde zijnde actuele omstandigheden, aanwezig zou zijn, gelet op het grote (levens)belang dat zijn varkens daarbij hadden.
Naar het oordeel van het hof kan aan de verdachte worden toegerekend dat de varkens de nodige verzorging is onthouden, nu dit in de sfeer van de rechtspersoon plaatsvond en de verdachte er over vermocht te beschikken dat en welke noodvoorziening al dan niet zou worden getroffen. Het hof zal het tenlastegelegde dan ook bewezen verklaren.
Ten overvloede hecht het hof er aan op te merken dat het, met de verdediging, van oordeel is dat de Wet thans niet vereist dat een noodaggregaat op het terrein van de verdachte voorhanden is. Dit laat onverlet dat uit de wet volgt dat de verdachte de dieren niet de nodige zorg mag onthouden en dat overeenkomstig het Besluit houders van dieren voor het geval het hoofdsysteem uitvalt moet zijn voorzien in een (al dan niet technische en) passend noodsysteem, waarmee wordt gegarandeerd dat voldoende verse lucht kan worden aangevoerd voor de gehuisveste landbouwdieren die afhankelijk zijn van een mechanisch ventilatiesysteem.
Het verweer faalt.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
een gedraging in strijd met een voorschrift gesteld bij artikel 2.2, achtste lid, van de Wet dieren, begaan door een rechtspersoon.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Standpunt verdediging
Namens de verdachte is betoogd dat zij van alle rechtsvervolging dient te worden ontslagen, omdat de verdachte een beroep op afwezigheid van alle schuld toekomt. De verdachte heeft immers de maximale zorg betracht die van haar kon worden gevergd om te voorkomen dat aan de varkens de nodige verzorging werd onthouden door de aanvoer van te weinig verse lucht en zuurstof, zodat de verdachte geen verwijt kan worden gemaakt. Met de extreme weersomstandigheden die zich voordeden had de verdachte geen rekening hoeven te houden bij de inrichting van zijn noodsysteem, aldus de verdediging.
Standpunt openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het beroep op afwezigheid van alle schuld niet opgaat, nu verdachte in de gegeven omstandigheden niet de maximale zorg heeft betracht om te voorkomen dat aan die dieren de nodige verzorging werd onthouden.
Het oordeel van het hof
Het hof is op de gronden hiervóór vermeld van oordeel dat verdachte de te treffen passende noodvoorziening had dienen in te richten op een wijze die ook paste bij de actuele (weers)omstandigheden. Door dat niet te doen heeft de verdachte niet de maximaal te vergen zorg betracht om te voorkomen dat aan de varkens de nodige verzorging zou worden onthouden door een gebrek aan voldoende verse lucht wanneer het hoofdsysteem zou uitvallen. Het verweer faalt reeds op die gronden.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
In de nacht van 23 juli 2019 op 24 juli 2019 is in één van de stallen van de verdachte de stroom van het mechanische ventilatiesysteem uitgevallen. De verdachte had op dat moment geen passende noodvoorziening voorhanden om het uitvallen van de stroom op te vangen. Voordat de elektricien ter plaatse was om de stroom te herstellen zijn in die stal ongeveer 2100 varkens komen te overlijden. Deze gebeurtenis is in de eerste plaats tragisch voor de aanwezige dieren, die voor hun leven afhankelijk waren van het betreffende systeem en nu een pijnlijke en stressvolle dood gestorven zijn.
Zoals ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken heeft het voorval tot op heden grote emotionele gevolgen voor de ter zitting aanwezige vertegenwoordiger van de verdachte die zijn levenswerk voor zijn ogen heeft zien verdwijnen. Daarnaast lijdt de verdachte door het overlijden van de varkens een financieel verlies van ongeveer € 400.000, terwijl het onzeker is of de verzekeraar deze schade al dan niet deels zal vergoeden. De bedrijfsactiviteiten van de verdachte zijn ten gevolge van dit feit geheel gestaakt.
Het hof heeft in deze persoonlijke omstandigheden van de (vertegenwoordiger van de) verdachte aanleiding gezien om toepassing te geven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht en aldus te volstaan met een schuldigverklaring zonder oplegging van straf. Het opleggen van een geldboete zoals gevorderd dient naar het oordeel van het hof in dit geval geen redelijk doel.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op artikel 2.2, 8.11 en 8.12 van de Wet dieren en artikel 1.7 van het Besluit houders van dieren, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezenverklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Aldus gewezen door:
mr. A.C. Bosch, voorzitter,
mr. A.J.M. van Gink en mr. S. Riemens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. L.J.J.G. Verhaeg, griffier,
en op 17 februari 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. A.C. Bosch is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.