Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
-
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] , [land] , hierna te noemen: [minderjarige 1] ;
-
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 2] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
2. dat de man vervangende toestemming wordt verleend tot erkenning van [minderjarige 2] ;
4. dat de man gerechtigd is tot omgang met [minderjarige 1] gedurende elk weekend van vrijdag 17:00 uur tot en met zondag 17:00 uur, althans gedurende een weekend per veertien dagen van vrijdag 17:00 uur tot en met zondag 17:00 uur;
5. daarbij te bepalen dat de vakanties gelijkelijk bij helfte worden verdeeld tussen partijen;
6. daarbij te bepalen dat het halen en brengen van [minderjarige 1] op gelijke basis wordt verdeeld tussen partijen;
7. althans wordt verzocht ten aanzien van deze verzoeken een beslissing te nemen die het hof in goede justitie juist acht;
8. kosten rechtens.
1. dat de man gerechtigd is tot omgang met [minderjarige 2] en [minderjarige 1] gedurende elk weekend van vrijdag 17:00 uur tot en met zondag 17:00 uur, althans gedurende een weekend per veertien dagen van vrijdag 17:00 uur tot en met zondag 17:00 uur;
2. te bepalen dat de vakanties gelijkelijk bij helfte worden verdeeld tussen partijen;
3. daarbij te bepalen dat halen en brengen van [minderjarige 2] en [minderjarige 1] op gelijke basis wordt verdeeld tussen partijen;
4. althans een omgangregeling tussen de man en [minderjarige 2] en [minderjarige 1] te bepalen die het hof in goede justitie juist acht;
5. kosten rechtens.
- de man, bijgestaan door mr. Yigiditol;
- mr. Geraards;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 18 februari 2019;
- het V6-formulier met daarbij de brief en bijlage van de advocaat van de man d.d. 20 juli 2021;
- het V6-formulier met daarbij de brief en bijlage van de advocaat van de man d.d. 6 september 2021;
- het V6-formulier met daarbij de brief en de bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 13 januari 2022.
3.De beoordeling
Daarnaast is de raad verzocht om rapport en advies aan de rechtbank uit te brengen over de wijze waarop uitvoering moet worden gegeven aan de omgangsregeling tussen de man en de kinderen en over het verloop van de begeleide contacten.
Dit brengt mee dat deze verzoeken geen nadere bespreking behoeven en het hof aan een inhoudelijke beoordeling niet toekomt. De man zal in deze verzoeken niet-ontvankelijk worden verklaard.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de man kenbaar gemaakt dat hij zijn verzoeken wil wijzigen, in zoverre dat hij wil dat er geen omgangsregeling meer tussen hem en [minderjarige 1] wordt vastgesteld althans dat zijn verzoek tot uitbreiding van de omgangsregeling geen betrekking heeft op [minderjarige 1] . Het verzoek om de omgangsregeling met [minderjarige 2] uit te breiden wordt gehandhaafd conform het subsidiaire verzoek.
De laatste tijd verloopt het contact tussen de man en [minderjarige 1] niet goed. De man stuit op grote weerstand vanuit [minderjarige 1] . De omgangsregeling met beide kinderen wordt op dit moment op initiatief van de man feitelijk beperkter uitgevoerd dan hoe de rechtbank deze heeft vastgesteld. Dit heeft te maken met het feit dat de man onvoorzien zijn woning heeft moeten
De vastgestelde omgangsregeling tussen de man en [minderjarige 2] is te beperkt. Hierdoor kunnen zij geen band met elkaar opbouwen. Door het positieve verloop is er ruimte ontstaan om de omgangsregeling met [minderjarige 2] uit te breiden; er zijn geen contra-indicaties. De afgelopen periode heeft de man zich voldoende bewezen als verzorgende ouder en progressie geboekt. Zo heeft hij zijn eigen gedrag en opstelling richting de vrouw en haar partner aanzienlijk veranderd. Het contact- en locatieverbod is inmiddels opgeheven. De man probeert het contact met de vrouw te herstellen en heeft hiervoor een afspraak ingepland bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).
Dat de kinderen kenbaar hebben gemaakt dat zij de huidige omgangsregeling voldoende vinden acht de man van onvoldoende gewicht. De kinderen zijn te jong om daarover een weloverwogen beslissing te kunnen nemen.
De vrouw ziet geen reden om een andere omgangsregeling vast te stellen ten aanzien van [minderjarige 1] . Zij merkt wel dat [minderjarige 1] opstandiger is naar de man. Het zou echter geen goede ontwikkeling en een slecht signaal naar de kinderen zijn als er tussen hen onderscheid wordt gemaakt. De vrouw maakt zich zorgen wat een dergelijk onderscheid zou doen met [minderjarige 1] . De man heeft altijd een hele belangrijke rol in haar leven gehad.
De vrouw begrijpt niet waarom de man een uitbreiding van de omgangsregeling wil terwijl de regeling die formeel van kracht is niet wordt nagekomen. De man heeft kennelijk geen woonruimte waar hij met de kinderen kan verblijven. Er zijn wel degelijk contra-indicaties voor een uitbreiding van de omgangsregeling.
Het uitbreiden van de omgangsregeling is op dit moment niet in het belang van de kinderen. Het doel van de omgangsregeling is de kinderen zich een eigen beeld te laten vormen van de man. Dit draagt bij aan de identiteitsontwikkeling van de kinderen. De kinderen zijn echter
Het hof gaat voorbij aan de stelling van de man dat de huidige omgangsregeling niet volledig wordt nagekomen, omdat het contact met [minderjarige 1] moeizaam verloopt; althans dit geeft het hof geen aanleiding om anders te beslissen over de verzochte uitbreiding. Het hof is namelijk van oordeel dat de man eerst moet investeren in de contacten met beide kinderen.