In deze zaak, die door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, betreft het een schadestaatprocedure die volgt op een eerdere veroordeling tot schadevergoeding. De appellante, vertegenwoordigd door mr. S. van Buuren, heeft een vordering ingesteld tegen de Vereniging van Eigenaren (VvE) van een appartementencomplex, vertegenwoordigd door mr. M.W. Dieleman. De procedure is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof en betreft de schadevergoeding voor huurkosten die de appellante heeft gemaakt na een onrechtmatige daad van de VvE. De appellante vordert een hoofdsom van € 53.570,--, gebaseerd op huurkosten die zij heeft moeten maken voor vervangende woonruimte gedurende de periode van 1 november 2014 tot 1 januari 2016. Het hof heeft de vordering van de appellante gedeeltelijk toegewezen, waarbij het hof oordeelt dat de VvE-bijdragen in mindering moeten worden gebracht op de huurkosten. Het hof heeft vastgesteld dat de appellante recht heeft op een schadevergoeding van in totaal € 6.079,36, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de inleidende dagvaarding op 27 augustus 2019. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt. Het hof heeft het eerdere vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw uitspraak gedaan.