Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant 1] ,
[appellant 2]en
[appellant 2A] ,
[appellant 3] ,
[appellant 4] ,
[appellant 5] ,
[appellant 6] ,
[appellant 7] ,
[appellant 8]en
[appellant 8A] ,
[appellant 8A] ,
[appellant 8A] ,
[appellant 8A] ,
[appellant 8A] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellant 8A] ,wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/275062 / HA ZA 20-129)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- bij brief van 15 juni 2021 en H1-formulier van 16 juni 2021 heeft mr. Tacx aangegeven dat het hoger beroep niet namens de in de hoger beroepsdagvaarding genoemde [naam] (oorspronkelijk appellant onder nummer 12) niet wordt aangebracht;
- de memorie van grieven tevens houdende incidentele vordering ex artikel 223 Rv met producties;
- de antwoordmemorie in het incident.
3.De beoordeling
- met betrekking tot de bij de Gebruikers in gebruik zijnde bungalows erfpachtovereenkomsten met derden aan te gaan;
- over te gaan tot heruitgiften van een recht van (onder)erfpacht aan een derde met betrekking tot de bij de Gebruikers in gebruik zijnde bungalows;
- de bungalows van de Gebruikers aan een derde over te dragen;
- het voortgezet gebruik van de bungalows door de Gebruikers te (laten) verhinderen c.q. te belemmeren,