Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
4.De beslissing
A.J.F. Manders en is in het openbaar uitgesproken op 24 februari 2022 door
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vergoeding voor aanvangswerkzaamheden van een opvolgend bewindvoerder. De bewindvoerder had verzocht om de beschikking van de rechtbank Limburg van 30 april 2021 te vernietigen, waarin was bepaald dat de kosten voor aanvangswerkzaamheden niet ten laste van het vermogen van de rechthebbende mochten worden gebracht. De bewindvoerder stelde dat zij recht had op een vergoeding van € 390,- exclusief btw voor de aanvangswerkzaamheden die zij had verricht na de overname van de dossiers van de vorige bewindvoerder, die om gezondheidsredenen haar praktijk had beëindigd.
Het hof oordeelde dat de bewindvoerder daadwerkelijk aanvangswerkzaamheden had verricht en dat de omstandigheden van de overname niet als uitzonderlijk konden worden aangemerkt in de zin van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. Het hof benadrukte dat de rechthebbende, die niet in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen te behartigen, zelf de kosten van deze werkzaamheden dient te vergoeden. Het hof vernietigde de eerdere beschikking van de rechtbank en stelde de beloning voor de aanvangswerkzaamheden vast op het lage tarief van € 390,- exclusief btw, en verklaarde deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.