Uitspraak
hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij het hof bekend geheim adres,
wonende te [woonplaats] .
hierna te noemen: de raad.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 29 december 2021;
- de tijdens de mondelinge behandeling door de GI overgelegde brief van de moeder.
3.De beoordeling
Er is onvoldoende grondslag en noodzaak voor deze beslissing. Het enkele feit dat het niet goed ging op de open groep is hiervoor onvoldoende. Als het hof van oordeel is dat de machtiging terecht is verleend, verzoekt [minderjarige] deze machtiging op de datum van de mondelinge behandeling op te heffen dan wel de termijn van machtiging in te korten tot maximaal vier maanden.
Deze structuur past niet bij hem. [minderjarige] is gewend om buiten te zijn of op zijn kamer.
betwist dat hij vaak is weglopen. Hij gaat wel eens weg en de groepsleiding weet dan niet altijd waar hij is en hoelang hij wegblijft, maar dat vindt hij niet te definiëren als weglopen. [minderjarige] laat meestal weten waar hij naartoe gaat en komt uiteindelijk ook altijd terug. Omdat hij geen toestemming krijgt voor het weggaan, wordt dit volgens [minderjarige] ten onrechte als weglopen gezien.
Als [minderjarige] kansen en vrijheden krijgt, dan stelt hij zich positief op. Als hij voor iets geen toestemming krijgt, dan moet hiervoor een goede reden worden gegeven. Als deze goede reden er naar zijn mening niet is, dan is hij niet bereid zich hieraan te houden.
begrijpt wel dat er zorgen over hem zijn. Vorige week heeft hij gesproken met team mensenhandel van de politie. Een deel van die dingen die zij zeggen klopt, maar de verklaring van het team mensenhandel in de stukken is niet concreet genoeg. [minderjarige] vindt dat hij niet verplicht is om antwoord te geven op vragen over waar hij is geweest, met wie hij omgaat en hoe hij aan geld komt.
staat op dit moment binnen [instantie] niet open voor behandeling. Binnen [instantie] kan [minderjarige] zichzelf niet zijn en hij is bang dat behandeling daardoor averechts zal werken. Het is meer in zijn belang dat hij naar een andere open groep of een zorggezin gaat, met bijvoorbeeld een voorwaardelijke machtiging als stok achter de deur.
Het gaat op dit moment niet goed met [minderjarige] . [minderjarige] glijdt steeds verder af.
Zelfs tijdens zijn verblijf bij [instantie] is [minderjarige] weggelopen toen hij onderweg was naar school. Er zijn zorgen over waar hij op dat moment is verbleven, drankgebruik en met wie hij op dat moment in aanraking is gekomen. [minderjarige] heeft hier verschillende verhalen over verteld, waardoor de zorgen alleen maar toenemen. Ook zijn er zorgen over geld dat [minderjarige] voorhanden heeft zonder dat bekend is waar dit geld vandaan komt.
De zorgen over [minderjarige] zijn op dit moment zo groot dat de GI twijfelt of de huidige gesloten groep voldoende veiligheid voor [minderjarige] biedt. [minderjarige] heeft recent nog gesproken met het team mensenhandel van de politie. Er zijn nog steeds zorgen dat [minderjarige] in een verkeerd circuit zit en dat er mogelijk sprake is van uitbuiting.
De gesloten plaatsing moet niet langer dan noodzakelijk duren. In de komende maanden is het van belang dat de hulpverlening aan [minderjarige] van de grond komt. Hiervoor heeft onlangs een intakegesprek plaatsgevonden waarbij [minderjarige] , zijn behandelaren en de GI aanwezig zijn geweest. In dit gesprek is de verwachting uitgesproken dat de behandeling van [minderjarige] in ieder geval zes maanden gaat duren, gerekend vanaf het moment dat [minderjarige] mee gaat werken aan deze behandeling. Op dit moment is er echter nog veel weerstand bij [minderjarige] en is er nog geen bereidheid om mee te werken aan hulpverlening. [minderjarige] is geconfronteerd met zijn houding en de neerwaartse spiraal waarin hij op dit moment zit, maar hij weigert tot op heden nog om met de hulpverlening mee te werken.
- er bij [minderjarige] sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren, en;
- de opneming en het verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige] zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Aan de andere kant zijn er zorgen over het zelfbepalende gedrag van [minderjarige] . [minderjarige] bepaalt zelf aan welke afspraken hij zich houdt en onder welke voorwaarden. Op zijn leeftijd (hij is dertien jaar) werkt dit niet. Deze houding kan gewoonweg niet op een open groep en ook niet in een instelling voor gesloten jeugdhulp.
Het is van belang dat [minderjarige] echt gaat meewerken met de GI en de begeleiding van [instantie] . [minderjarige] heeft hulp nodig en hij zal zelf moeten inzien dat hij alleen door samen te werken met de hulpverlening de neerwaartse spiraal zal doorbreken.
Het hof ziet dat [minderjarige] een hoop tegenslag heeft gekend op zijn nog jonge leeftijd, waaraan hij voor een groot deel niets heeft kunnen doen. [minderjarige] heeft op dit moment wel zelf de sleutel in handen om zijn verblijf in de gesloten jeugdhulp zo kort mogelijk te laten duren.
Omdat verdere hulpverlening nog moet starten, ziet het hof geen mogelijkheid om de duur van de machtiging te verkorten. De resterende tijd van de machtiging moet worden benut voor de verdere inzet van hulpverlening en behandeling. Het hof gaat er wel van uit dat als er positieve ontwikkelingen zijn waardoor de GI eerder mogelijkheid ziet om de machtiging te beëindigen, bijvoorbeeld door een voorwaardelijke machtiging en/of het vinden van een zorggezin, de GI dit realiseert.