Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
[erflater], overleden te [plaats ] op 29 april 2018,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/09/577908 / HA ZA 19-813)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met één productie;
- de memorie van grieven met producties 1 t/m 22;
- de memorie van antwoord met producties 1 t/m 4;
- de brief van 8 maart 2021 van de Stichting waarin wordt verwezen naar een namens de Stichting op 5 maart 2021 genomen akte, die zich niet in het procesdossier bevindt;
- een bij H16-formulier van 8 maart 2021 door de executeurs overgelegde brief van eveneens 8 maart 2021, waarvan zij bezwaar maken tegen de akte van 5 maart 2021 (volgens de brief een niet bestaande roldatum);
- het arrest van gerechtshof Den Haag van 23 maart 2021, waarbij het hof de zaak op grond van artikel 62b Wet op de Rechterlijke Organisatie in de stand waarin deze zich bevindt naar dit hof heeft verwezen;
- de akte van 16 april 2021 van de Stichting, met - naar het hof begrijpt - dezelfde inhoud als voornoemde akte van 5 maart 2021, die ontbreekt;
- het oproepingsexploot van 23 april 2021, waarbij de executeurs zijn opgeroepen om bij dit hof te verschijnen;
- de bij H3-formulier van 29 november 2021, ingekomen bij het hof op 29 november 2021, door de Stichting ingediende akte overlegging productie, met daarbij gevoegd productie 23;
- de bij H3-formulier van 1 december 2021, ingekomen bij het hof op 2 december 2021, door de executeurs overlegde brief van 1 december 2021 met daarbij gevoegd de akte houdende uitlating overgelegde productie tevens houdende akte bezwaar vanwege termijnoverschrijding ex artikel 87 lid 6 Rv tevens houdende akte bezwaar tegen nieuwe grief;
- de meervoudige mondelinge behandeling, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.
3.De beoordeling
A INDIEN DE GEMEENSCHAPPELIJK HUISHOUDING MET MIJN PARTNER (…), DOOR MIJN OVERLIJDEN WORDT ONTBONDEN EN IK GEEN AFSTAMMELINGEN ACHTERLAAT, beschik ik als volgt.
De stichting stelt zich ten doel:
haar statutaire naam heeft gewijzigd in Stichting Junio en dat zij vanaf dat moment handelt onder de naam ‘Stichting Junio’.
9.Looptijd vaststellingsovereenkomst
De stichting heeft ten doel:
het bevorderen van de volksgezondheid in het bijzonder middels het voorkomen van hart- en vaatziekten, aanverwante aandoeningen en het voorkomen van de ontwikkeling van hart- en vaatziekten en aanverwante aandoeningen en het bevorderen van genezing, herstel, behandeling en zorg bij hart- en vaatziekten en aanverwante aandoeningen;
het stimuleren van kennis en motivatie bij het algemeen publiek ten einde de behandeling en preventie van hart- en vaatziekten en aanverwante aandoeningen te bevorderen;
het bevorderen van een attitude bij het algemeen publiek, bij beroepsgroepen, bedrijven, instellingen en overheden voor meer accent op behandeling en preventie van hart- en vaatziekten en aanverwante aandoeningen;
het stimuleren van onderzoek ten behoeve van preventieve geneeskunde en levenswijze gericht op het voorkomen en behandelen van hart- en vaatziekten en aanverwante aandoeningen.”
“de Stichting (…) of diens rechtsopvolger”tot enig erfgenaam benoemd. Deze stichting bestond ten tijde van zijn overlijden niet meer, maar het vermogen en de activiteiten van deze stichting waren overgedragen aan een andere stichting, waarbij voorts was overeengekomen dat de verkrijgende stichting de verkregen gelden geheel volgens het doel van de overdragende stichting zou besteden. Het hof heeft in dit arrest geoordeeld dat gelet op het feit dat uit het testament bleek dat erflater zijn vermogen aan een goed doel wilde nalaten en niet aan zijn neven en nichten, moet worden afgeleid dat erflater, die niet juridisch geschoold was, met “diens rechtsopvolger” ook de feitelijke rechtsopvolger heeft bedoeld.
diens rechtsopvolger”tot erfgenaam benoemd. [erflater] heeft voor de situatie dat een van de door hem benoemde erfgenamen op het moment van zijn overlijden niet zou bestaan een andere regeling getroffen, te weten de hiervoor besproken aanwasregeling.