Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat schuldenares niet aan
de kernverplichtingen van de schuldsaneringsregeling heeft voldaan en dat de van de
schuldenares te vergen medewerking aan een doeltreffende uitvoering van de
schuldsaneringsregeling heeft ontbroken. Door dit doen of nalaten is de uitvoering van de
schuldsaneringsregeling belemmerd dan wel gefrustreerd. Deze tekortkomingen kunnen de
schuldenares worden aangerekend en zijn zo ernstig dat een tussentijdse beëindiging van de
schuldsaneringsregeling zonder de zogenaamde schone lei gerechtvaardigd is. Hierbij merkt
de rechtbank op dat schuldenares kans na kans heeft gekregen om de regeling positief af te
sluiten. Schuldenares is meermaals expliciet op haar betalings- en informatieverplichtingen
gewezen, startend bij de toelating waarbij zij de regels van de schuldsaneringsregeling heeft
ondertekend. Daar komt nog bij dat schuldenares al eerder een schuldsaneringstraject heeft
doorlopen en dat zij dus op voorhand wist, beter dan menig andere schuldenaar, wat haar te
wachten stond.
Schuldenares heeft ten slotte ter zitting geen concreet en realistisch financieel plan
overgelegd dat kan leiden tot het volledig aflossen van alle huidige (en mogelijk
toekomstige) betalingsachterstanden voor februari 2022 en zo niet aannemelijk gemaakt dat
het afwijzen van de voordracht tot een schone lei zou kunnen leiden aan het einde van de
maximale looptijd.”