ECLI:NL:GHSHE:2022:4852

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 december 2022
Publicatiedatum
13 juni 2023
Zaaknummer
20-001776-20
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in strafzaken met betrekking tot diefstal en belediging

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, locatie 's-Hertogenbosch, van 20 augustus 2020. De verdachte, geboren in 1987 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was in eerste aanleg veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder eenvoudige belediging van een ambtenaar en diefstal. De politierechter legde een gevangenisstraf van 6 weken op, met aftrek van voorarrest, en verklaarde de verdachte schuldig aan het niet voldoen aan een bevel van een ambtenaar zonder strafoplegging. Tevens werd een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf gelast.

In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis bevestigt, met toevoeging van de bekennende verklaring van de verdachte. De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor de belediging en een lagere straf voor de diefstallen voorgesteld. Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep uitgevoerd en kennisgenomen van de vorderingen van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdediging.

Het hof heeft geconcludeerd dat er geen reden is om af te wijken van het vonnis van de politierechter. Het hof bevestigt het vonnis waarvan beroep, waarbij het zich verenigt met de overwegingen van de politierechter. De uitspraak is gedaan op 18 januari 2023, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001776-20
Uitspraak : 28 december 2022
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch, van 20 augustus 2020 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 01-135113-20 en 01-167337-20, 01-179947-20, 01-200252-20, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde straf, parketnummer 01-030179-19, tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] ([geboorteplaats]) op [geboortedag] 1987,
Zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Hoger beroep
De politierechter heeft de verdachte bij vonnis waarvan beroep ter zake van:

parketnummer 01-135113-20:eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening (feit 1);

parketnummer 01-167337-20:diefstal

parketnummer 01-179947-20:diefstal, en

parketnummer 01-200252-20:diefstal,
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken met aftrek van voorarrest.
Ter zake van het onder parketnummer 01-135113-20 (feit 2) tenlastegelegde ‘opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast’ is door de politierechter besloten tot schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel als bedoeld in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
Voorts heeft de politierechter in verband met de veroordeling voor het onder parketnummer 01-135113-20 onder 1 en 2 tenlastegelegde de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf onder parketnummer 01-030179-19 gelast, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 1 week. De officier van justitie is in de overige vorderingen tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf met parketnummer 01-030179-19 niet-ontvankelijk verklaard.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, met dien verstande dat de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep ten aanzien van het onder parketnummer 01-200252-20 tenlastegelegde aan de bewijsmiddelen zal worden toegevoegd.
De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit ten aanzien van het onder parketnummer 01-135113-20 tenlastegelegde feit 1. Subsidiair heeft zij een straftoemetingsverweer gevoerd, in die zin dat ten aanzien van 01-135113-20 feit 2 toepassing gegeven dient te worden aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht en dat de verdachte ter zake van de drie diefstallen veroordeeld dient te worden tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 weken met aftrek van voorarrest. De vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf onder parketnummer 01-030179-19 dient te worden afgewezen.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de redengeving waarop dit berust. In hetgeen in hoger beroep door de verdediging is aangevoerd ziet het hof geen reden om tot een ander oordeel te komen.

BESLISSING

Het hof:
bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Aldus gewezen door:
mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen, voorzitter,
mr. O.M.J.J. van de Loo en mr. K.J. van Dijk, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. E.F.G. Truijen, griffier,
en op 18 januari 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.