ECLI:NL:GHSHE:2022:4822

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 december 2022
Publicatiedatum
21 februari 2023
Zaaknummer
20-001383-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Oost-Brabant inzake drugslaboratorium in Oudebildtzijl

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, waarin de verdachte werd veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij de opbouw van een drugslaboratorium in Oudebildtzijl. De verdachte, geboren in 1991, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 2 mei 2019. Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 16 december 2022 uitspraak gedaan. De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van 21 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, maar het hof heeft uiteindelijk een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 16 maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest. Het hof oordeelde dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij de voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs, en dat hij op de hoogte was van de activiteiten in de schuur waar het laboratorium was ingericht. De verdachte heeft ontkend dat hij wist dat hij betrokken was bij de opbouw van een drugslaboratorium, maar het hof achtte deze verklaring ongeloofwaardig. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende momenten in de schuur aanwezig was en dat hij samen met anderen handelingen heeft verricht die gericht waren op de opbouw van het laboratorium. De verdachte is uiteindelijk veroordeeld voor medeplegen van het voorbereiden van een feit, bedoeld in artikel 10 van de Opiumwet.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001383-19
Uitspraak : 16 december 2022
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 2 mei 2019, in de strafzaak met parketnummer 01-860275-18 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen, het aan de verdachte tenlastegelegde bewezen zal verklaren en de verdachte ter zake van het bewezen verklaarde een gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van 21 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van voorarrest. Ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof zal beslissen overeenkomstig de beslissingen van de rechtbank.
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 4 april 2018 te Oudebildtzijl (gemeente Waadhoeke) en/of Sint Annaparochie (gemeente Waadhoeke), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer middel(en) vermeld op lijst I van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- ( telkens) een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- ( telkens) zich en/of een of meer ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- ( telkens) voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden, dat die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- ( een) loods(en), althans ruimte(s)/schu(u)r(en), gehuurd en/of laten huren en/of gebruikt en/of laten gebruiken voor de productie van synthetische drugs en/of
- een of meer voertuigen gehuurd en/of geregeld en/of bestuurd en/of laten besturen om chemicaliën en/of grondstoffen en/of hardware te vervoeren en/of
- hardware, onder andere ketels, gefabriceerd en/of laten fabriceren en/of
- chemicaliën en/of grondstoffen, onder andere methanol en/of APAA(N) en/of formamide en/of zoutzuur en/of zwavelzuur, en/of hardware, onder andere ketels en/of drukvaten en/of glaswerk en/of kookplaten, voorhanden gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op tijdstippen in de periode van 1 februari 2018 tot en met 4 april 2018 te Oudebildtzijl (gemeente Waadhoeke) en Sint Annaparochie (gemeente Waadhoeke), tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
om een feit, bedoeld in het vierde van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van een of meer middelen vermeld op lijst I van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid en middelen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- een loods, althans ruimte/schuur, gebruikt en/of laten gebruiken voor de productie van synthetische drugs en/of
- een voertuig bestuurd en/of laten besturen om hardware te vervoeren
en
- voorwerpen, (een) vervoermiddel(en) en stoffen voorhanden gehad, waarvan hij, verdachte, en zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden, dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit,
hebbende hij verdachte en zijn mededaders:
- chemicaliën en/of grondstoffen, onder andere formamide en zoutzuur, en hardware, onder andere ketels en glaswerk, voorhanden gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat die bestemd was/waren tot het plegen van dat feit.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen [1]

1. Het proces-verbaal bevindingen ondersteuning LFO d.d. 15 mei 2018 (dossierpagina’s 792 tot en met 796), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] :

Op woensdag 4 april 2018 heb ik verbalisant ondersteuning verleend bij de doorzoeking van een boerderij gelegen aan [adres 2]
(het hof begrijpt: gelegen in de gemeente Waadhoeke, Friesland). Wij zagen dat op het perceel een boerderij stond met daar aan vast een schuur. Wij zagen dat de schuur, middels gipswanden, verdeeld was in meerdere ruimtes. Wij zagen dat de eerste ruimte [A] in gebruik was voor de opslag van een groot aantal lege jerrycans en vaten en diverse rollen slangen. Ook zagen wij naast dozen met gasbranders diverse bakken met gereedschap en goederen voor de aanleg van elektra, water- en gasleidingen staan. Wij zagen dat rechts van deze ruimte [A] nog een tweede ruimte [B] gemaakt was. Wij zagen dat hier, net als in ruimte [A], tegen het plafond een plastic folie was aangebracht. Wij zagen dat hier vier lege IBC’s van 1000 liter zonder frame stonden. Ook zagen wij dat hier aan het plafond een koolstoffilter opgehangen was met circa 10 meter flexibele afzuigslang die los op de grond stond. Wij zagen dat hier langs de wand, (vanuit de achterste ruimte C), een waterleiding was aangelegd met een aftappunt en een sproeikop aan het uiteinde die geplaatst was in een (tot scheitrechter gemodificeerde) watertank van 19 liter. Vanuit ruimte [A] zagen wij dat een schuifdeur toegang gaf tot ruimte [C]. Wij zagen dat deze ruimte mede gelet op de rondom aangelegde elektra- en waterleiding en de reeds opgehangen koolstoffilters in combinatie met de plaatsing van productieapparatuur op dat moment ingericht werd als zeer grootschalige productielocatie van synthetische drugs, vermoedelijk amfetamine.
De goederen zijn nader onderzocht, geïnventariseerd, gefotografeerd en deels bemonsterd. Hierbij is het unieke sporen identificatie nummer (SIN) vermeld.
A: Ruimte na binnenkomst
SIN
LFO-code Omschrijving
A1
Doorzichtige slang
A2
6x zwart 220 L schroefdekselvat
A3
5x blauw 220 L klemdekselvat
A4
25x witte, lege. schone 20 L jerrycans met zwarte dop
A5
129x witte, lege, schone 20 L jerrycans zonder dop
A6
4x gasbrander waarvan 2x in doos
A7
Bak met wateraansluitingen, tas met daarin divers elektrisch schakelmateriaal en vloeistofpompen, waterpompen
A8
Bak met diverse gereedschappen t.b.v. wateraansluiting, tape, spanbanden
A9
Bak met slangenklemmen en vuilniszakken
A10
Doos met diverse water- en gasaansluitingen
A11
Kist met waterpompen en bevestigingsmaterialen
A12
Rollen gele en groene slang en oranje gasslang
A13
Tas met elektra aansluitingen en steelpan
A14
Bezemstelen, rol gaas en slangenklemmen
A15
9x branders met brandersteun in doos
B. ruimte rechts
LFO-code: B1
Omschrijving: Afzuiging
C: Labruimte
SIN LFO Omschrijving
code
Cl
RVS kookketel, ovaal van vorm.
hoogte 82cm, breedte 115 cm, lengte 220 cm
C2
220L blauw dopvat, verzegeld, zonder etiket, geheel gevuld met heldere kleurloze vloeistof.
C3
Zwarte versterkte slang
C4
RVS ring met 10 gaten, Øint 49,5 cm, Øext 60 cm
C5
RVS ring zonder gaten, Øint 61,5 cm, Øext 90 cm
C6
Diverse gasslangen
C7
2Force compressor
C8
Luchtgasslang haspel
C9
RVS ketel met aftap en rondpompmogelijkheid met rubberen afdekring, gemodificeerd deksel voor 220 L klemdekselvat, en verhoging op bodem t b.v. plaatsing van het 220 L klemdekselvat.
C10
3x koolstoffilter
C11
Gasflessen, 5x 46,5 kg en 9x 18 kg
C12
2x Vloeistofpomp Lutz
AAEJ1514NL
C13
4x IBC 1000 L, etiketten Hydrochloric Acid. Alle geheel gevuld en verzegeld
C14
Verrijdbare tafel met gaten, vermoedelijk t.b.v. scheitrechters. Op tafel lag gereedschap en 2x ventilator
C15
9x gemodificeerde watertank, vermoedelijk om te gebruiken als scheitrechter
C16
Verrijdbare tafel met gaten en erop diverse gereedschappen. Idem C14
C17
4x RVS Au bain-marie bak. Voorzien van diverse inlaten en aftappunten. Afmetingen 90 cm hoog excl. pootjes, pootjes 20 cm, afmetingen buitenmaat 130x70 cm, binnenmaat 125x65 cm .
C18
Idem C9, en deze heeft een 220 L klemdekselvat erin staan. Vat ruikt naar amfetamine.
C19
Waterslanghaspel
C20
7x flexibele buis t.b.v. afzuiging, ongebruikt. 7x Ø 26 cm, 2xØ 32 cm
C21
Stapel van 16 emmers, 20 L
C22
Rol elektriciteitsdraad
AAEJ1516NL
C23
3x 220 L dopvat, waarvan één met etiket Formamida, alle geheel gevuld en verzegeld.
C24
2Force compressor
C25
12x oranje trechter
C26
2 bakken met handschoenen, maat L en XL, rode handschoenen en zwarte chemiehandschoenen
C27
3x zeef
C28
Bakjes met stiften, zaklampjes , batterijen. gereedschapsklemmen
C29
pH meter
C30
Pot kogellagervet
C31
2x kabelhaspelautomaat
C32
4x LED bouwlamp en 1 kleintje, merk Diamant
C33
Maatbekers: 40x 5000 ml, 20x 3000 ml, 12x 2000 ml, 16x 1000 ml
C34
4 pollepel
C35
6x TL balk en elektra buizen
C36
4x opgehangen koolstoffilters, niet aangesloten.
De ruimten A, B en C zijn bestemd voor, en deels ingericht voor de vervaardiging c.q. bewerking van synthetische drugs.
Ruimte C is enerzijds deels ingericht voor het op zeer grote schaal omzetten van een pre- precursor naar BenzylMethylKeton (BMK).
Ruimte C is anderzijds ingericht om, uitgaande van de ter plaatse vervaardigde BMK, met behulp van de aangetroffen 800 liter Formamide op zeer grote schaal amfetamine te vervaardigen middels de Leuckart-synthese.
Formamide en zoutzuur en zijn beide chemicaliën die gebruikt worden bij de productie van amfetamine. Formamide wordt gebruikt bij de 1e kookstap van amfetamine. Zoutzuur bij het omzetten van een pre-precursor in de grondstof BMK, en bij de 2e kookstap van amfetamine.

2. Het NFI-rapport drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op de locatie [adres 2] , 4 april 2018, zaaknummer 2018.04.11.196, d.d. 8 mei 2018 (dossierpagina 810), onder meer inhoudende:

Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en resultaat
Kenmerk
Omschrijving
Resultaat
AAEJ1514NL/
C13
monster kleurloze vloeistof, volgens opgave “4 x IBC 1000L, etiket Hydrochloric Acid. Alle geheel gevuld en verzegeld.”
bevat zoutzuur
AAEJ1516NL/
C23
monster kleurloze vloeistof, volgens opgave “3 x 220L dopvat, waarvan één met etiket Formamida, alle geheel gevuld en verzegeld.”
bevat formamide

3. Het proces-verbaal waarneming beelden 19, 20 en 21 maart 2018 d.d. 22 maart 2018 (dossierpagina’s pag. 648 tot en met 651 en 654), voor zover inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] :

Op maandag 19, dinsdag 20 en woensdag 21 maart 2018 hadden wij een vrij en onbelemmerd zicht op de voorzijde van een vrijstaande schuur, welke is gelegen op het perceel [adres 2] .
Op 19 maart 2018 konden wij de bakengegevens van de Mercedes Sprinter, voorzien van kenteken [kenteken 1] , live meekijken.
Relevante bevindingen omtrent de genoemde dagen zullen hieronder chronologisch worden weergegeven:
(Hof: aldusMaandag 19 maart 2018)
Bakengegevens Mercedes Sprinter [kenteken 1] :
9.07
uur - 12.09 uur:
De Mercedes Sprinter stond op [adres 3] . (…) De Mercedes Sprinter rijdt vervolgens naar de locatie [adres 2] .
Camerabeelden [adres 2]
12.09
uur -13.41 uur
Wij zagen dat de Mercedes Sprinter het terrein op komt gereden van [adres 2] . De Mercedes rijdt achteruit naar de vrijstaande schuur en stopt voor de gesloten schuurdeuren. De bestuurder [medeverdachte 1] loopt naar de gesloten schuurdeuren. [medeverdachte 1] opent de schuurdeuren en stapt naar binnen. (…)
Bakengegevens Mercedes Sprinter
13.41
uur - 16.50 uur
De Mercedes Sprinter rijdt vanuit [adres 2] naar de [adres 4] .
(…)
Dinsdag 20 maart 2018
Camerabeelden [adres 2]
11.1
uur - 16.30 uur
Omstreeks 11.10 uur zagen wij dat er een donkerkleurige Mercedes Sprinter het terrein komt opgereden van [adres 2] . (…) De donkerkleurige Mercedes rijdt achteruit naar de schuurdeuren toe. Een persoon, welke bij de schuurdeuren staat, opent de schuurdeuren en de Mercedes Sprinter rijdt achteruit de schuur binnen. Hierop worden beide schuurdeuren gesloten door de eerder genoemde persoon, welke ook de schuur binnen gaat. De schuurdeuren worden niet meer geopend tot omstreeks 16.10 uur. Omstreeks 16.10 uur zagen wij twee personen uit de schuur komen lopen. (…) Beide personen lopen naar de zijkant van de schuur, richting de schuur achter het woonhuis. Hier blijven beide personen staan kijken, waarop ze weer de schuur inlopen. Omstreeks 16.30 uur gaan beide schuurdeuren open en rijdt de donkerkleurige Mercedes de schuur uit. De Mercedes stopt voor de schuur en te zien is dat een persoon de schuurdeuren weer sluit en instapt in de Mercedes aan de bijrijderszijde. Hierna rijdt het voertuig het terrein van [adres 2] af.
Waarnemingen omtrent donkerkleurige Mercedes Sprinter
Wij hadden op dat moment zicht op [adres 2] en zagen de donkerkleurige Mercedes vertrekken van het terrein. Wij zagen dat het voertuig vervolgens richting Leeuwarden reed. Wij zagen dat er drie personen in het voertuig zaten. (…) Wij zagen dat de donkerkleurige Mercedes Sprinter, voorzien was van kenteken [kenteken 2] . (…) Er wordt waargenomen dat de Mercedes Sprinter naar het parkeerterrein van de [bedrijf] bouwmarkt rijdt. De inzittenden van de Mercedes komen vervolgens met houten balken uit de [bedrijf] gelopen en leggen deze in de Mercedes Sprinter. Hierna rijdt de Mercedes Sprinter weer weg. (…)
Woensdag 21 maart 2018
Camerabeelden [adres 2]
12.37
uur - 16.28 uur:
Wij zagen dat eerder genoemde Mercedes Sprinter, voorzien van kenteken [kenteken 2] , het terrein oprijdt van [adres 2] . Wij zagen dat het voertuig achteruit naar de vrijstaande schuur rijdt. Een persoon opent de schuurdeuren, waarop de Mercedes de schuur in rijdt. Vervolgens worden de schuurdeuren gesloten. De schuurdeuren blijven gesloten tot 16.27 uur. Wij zagen dat de schuurdeuren worden geopend en de Mercedes Sprinter vervolgens naar buiten wordt gereden. De schuurdeuren worden gesloten waarop kort hierna de Mercedes Sprinter het terrein afrijdt. Door mij werd waargenomen dat er wederom drie personen in het voertuig zaten.
4. Het proces-verbaal aantreffen Mercedes Sprinter d.d. 14 mei 2018 (dossierpagina’s 825, 827-828 en 831), voor zover inhoudende de bevindingen van de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] :
Op dinsdag 20 maart 2018 werd door ons waargenomen dat de schuur op het terrein [adres 2] werd bezocht door inzittenden van een zwarte Mercedes Sprinter. De inzittenden werden na onderzoek geïdentificeerd als zijnde [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] . Op 20 maart 2018 werd door medewerkers van het observatieteam waargenomen dat voornoemde personen bij een bouwmarkt in Leeuwarden houten balken aankopen. (…) Op 4 april 2018 werden in de schuur op het perceel [adres 2] diverse (inmiddels gezaagde) houten balken aangetroffen met dezelfde afmetingen en uiterlijke kenmerken. (…) Op dinsdag 20 maart 2018 werd de Mercedes Sprinter voorzien van een peilbaken. Op woensdag 4 april 2018 zagen wij middels het geplaatste peilbaken dat de Mercedes Sprinter omstreeks 08:00 uur aanwezig was in de provincie Brabant. Op enig moment in de ochtend zagen wij dat het voertuig richting Oudebildtzijl reed. (…) In het voertuig bleek [verdachte] aanwezig. Tevens bleek een persoon in het voertuig aanwezig, genaamd [medeverdachte 4] . In het voertuig werden afzuigers en zogenaamde RVS Au bain-marie bakken aangetroffen. (…) Op 4 april 2018 werden de navolgende goederen aangetroffen in de Mercedes Sprinter:
4 x RVS au bain-marie bak. Afmetingen idem C17.
6 x slakkenhuis, 3 x 5000 m3 en 3 x 2500 m3.
2 x doosje met LED schijnwerper, merk Diamant. Idem C32.
Op 4 april werden in de schuur, met hierin de in aanbouw zijnde productielocatie, goederen aangetroffen welke overeenkomstig zijn aan de goederen in de Mercedes-Sprinter.
5. Het proces-verbaal van aanhouding d.d. 4 april 2018 (dossierpagina’s 354-355), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :
Op 4 april 2018, omstreeks 08:47 uur, hielden wij op de locatie De Wissel,
Sint-Annaparochie, binnen de gemeente Waadhoeke, als verdachte op heterdaad aan:
[verdachte] , geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats] .
6. Het proces-verbaal van inbeslagname d.d. 14 mei 2018 (dossierpagina 820), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] :
Op 4 april 2018 bevond ik mij op het perceel [adres 2] . Aldaar werd eerder in een schuur een in aanbouw zijnde productielocatie aangetroffen. Ik zag dat de betreffende schuur was voorzien van een dubbele schuifdeur. Ik zag dat op één van de deuren een hengsel aanwezig was bedoeld om beide deuren af te kunnen sluiten. Ik zag dat aan dit hengsel een hangslot aanwezig is. In het kader van waarheidsvinding werd dit hangslot door mij in beslag genomen en voorzien van goednummer PL2100-2017204973-1339536.
7. Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] op 6 april 2018 (dossierpagina 824), onder meer inhoudende:
Ik probeerde of sleutels (…) pasten op het slot dat in Friesland op [adres 2] was aangetroffen en in beslag was genomen. Ik zag dat bij de insluitingsfouillering van verdachte [verdachte] een sleutelbos met 4 sleutels was ingenomen. (…) Ik probeerde alle vier de sleutels in het slot en zag dat één van de sleutels in eerder benoemd slot paste.
8. Het proces-verbaal waarneming beelden 26 februari 2018 opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] op 28 februari 2018 (dossierpagina’s 638 tot en met 641), onder meer inhoudende:
Op maandag 26 februari 2018 konden wij de bakengegevens van de Mercedes Sprinter, voorzien van kenteken [kenteken 1] , live meekijken. (…)
Camerabeelden loods Oirschot
6.3
uur - 6.37 uur:
De eerder genoemde Mercedes Sprinter komt het terrein opgereden en parkeert schuin voor de roldeur. De bestuurder stapt uit en loopt via de loopdeur de loods binnen. De bestuurder wordt herkend als [medeverdachte 1] . Na enkele minuten komen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] naar buiten en stappen in de Mercedes. Hierna tijden ze het terrein af. (…)
Camerabeelden [adres 2]
11.08
uur:
De Mercedes Sprinter komt het terrein opgereden en stopt ter hoogte van de vrijstaande schuur. [medeverdachte 5] stapt als bijrijder uit en heeft in zijn handen een groot formaat campinggasfles. (….) [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] lopen meerdere malen heen en weer tussen de schuur achter het woonhuis en de vrijstaande schuur. (…)
9. Het proces-verbaal van relaas gesloten op 24 mei 2018 (dossierpagina’s 31, 33, 41 en 54), opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 2] , onder meer inhoudende:
(p. 31)
Bevindingen locatie [adres 2] te Oudebildtzijl (Friesland)
Vanaf maandag 19 februari 2018 werd waargenomen dat [medeverdachte 1] gebruik maakt van de eerder genoemde Mercedes Sprinter
(het hof begrijpt: met kenteken [kenteken 1]). Door middel van observatie van [medeverdachte 1] (...) in de periode maandag 19 februari 2018 tot en met dinsdag 20 maart 2018 is gebleken dat [medeverdachte 1] (..) een schuur bezoekt welke is gelegen op het perceel [adres 2] . Uit waarnemingen blijkt dat goederen verplaatst worden naar de betreffende schuur. Hierna een chronologische samengevatte weergave van waarnemingen:
19 februari 2018
• [medeverdachte 1] rijdt als bestuurder van de Mercedes Sprinter (naar de loods in Oirschot);
• [medeverdachte 1] rijdt de Mercedes Sprinter de loods in Oirschot binnen
• [medeverdachte 1] rijdt hierna vanuit Oirschot naar een parkeerplaats onder Leeuwarden (...) naar het adres [adres 2] . De Mercedes Sprinter wordt een schuur achter de woning ingereden en de NN-man en [medeverdachte 1] blijven in de schuur.
20 februari 2018
• [medeverdachte 1] rijdt met de Mercedes Sprinter naar campingwinkels in Schijndel en koopt hier
aansluitingen voor gasflessen (...) rijdt vervolgens kortstondig de loods in Oirschot binnen en vertrekt vervolgens naar Friesland. Volgens de bakengegevens is [medeverdachte 1] op deze locatie (
hof: [adres 2]) vanaf 17.44 uur tot 21.24 uur aanwezig.
22 februari 2018
• [medeverdachte 1] rijdt met de Mercedes Sprinter naar de loods in Oirschot, parkeert buiten de loods en gaat zelf kortstondig naar binnen, rijdt hierna naar de schuur in Friesland, zoals voornoemd; [medeverdachte 1] rijdt de Mercedes Sprinter de schuur in. [medeverdachte 1] rijdt na enige tijd de Mercedes Sprinter terug richting Noord-Brabant. Uit de bakengegevens blijkt dat [medeverdachte 1] tot 15.11 uur in de genoemde schuur aanwezig was en hierna naar de omgeving van zijn woning aan [adres 5] rijdt.
19 maart 2018
• Uit gegevens afkomstig van het peilbaken in de Mercedes Sprinter blijkt dat het voertuig
omstreeks 09.07 uur vertrekt van het adres [adres 3] . Het voertuig rijdt naar het perceel [adres 2] . Onderweg wordt waargenomen dat [medeverdachte 1] bestuurder is van de Mercedes; [medeverdachte 1] betreedt de schuur aan de [adres 2] ;
(p. 33)
20 maart 2018
• De schuur te Oude Bildtzijl wordt omstreeks 11.10 uur bezocht door drie personen
welke zich verplaatsen met een Mercedes Sprinter voorzien van kenteken [kenteken 2] ;
• Deze personen zijn met de Mercedes Sprinter gedurende vijf uur in de afgesloten
schuur aanwezig en vertrekken hierna met het voertuig;
• Omstreeks 18.00 uur wordt door medewerkers van een observatieteam waargenomen dat
de drie inzittenden van de Mercedes Sprinter met een onbekende hoeveelheid grenen
houten balken de [bedrijf] te Leeuwarden verlaten, welke zij in de Mercedes Sprinter
plaatsen;
21 maart 2018
• Op 21 maart 2018 te 12.37 uur wordt de Mercedes Sprinter met kenteken [kenteken 2]
opnieuw in de schuur geplaatst, waarna de deuren worden gesloten;
• Omstreeks 16.27 uur verlaat het voertuig de schuur en vertrekt. Hierbij wordt waargenomen dat drie personen in het voertuig aanwezig zijn.
(p. 43)
Doorzoeking [adres 4]
Op woensdag 4 april 2018 werd een doorzoeking verricht in gebouwen (loodsen/schuren) gelegen aan het adres [adres 4] . Op deze locatie werden diverse goederen aangetroffen welke gebruikt kunnen worden/gebruikt zijn bij het vervaardigen van synthetische drugs, waaronder chemicaliën en hardware. Deze goederen werden aangetroffen in een garage, welke was ingericht voor de vervaardiging van synthetische drugs. Ook werden er twee aanhangwagens aangetroffen waarin grondstoffen en hardware werden aangetroffen ten behoeve van het vervaardigen van synthetische drugs. Volgens de eigenaar van het pand, zijnde getuige [getuige] , was de garage in gebruik bij verdachte [medeverdachte 1] en waren de aanhangwagens eigendom van verdachte [medeverdachte 1] .
Goederen die zijn aangetroffen ten behoeve van het vervaardigen van synthetische drugs:
• Reactieketels;
• Destillatieketels;
• Stoomgeneratoren;
• Koel- en distillatiespiralen;
• Au bain-marie ketels;
• Gasbranders;
• Vriezer;
• Centrifuge;
• Vacuüm-sealmachine;
• Methanol;
• Zwavelzuur;
• Citroenzuur;
• Apaa;
• Apaan;
• Cafeïne.
Al deze goederen (en de combinatie hiervan) zijn bestemd voor de grootschalige productie van BMK en Amfetamine. Alle aangetroffen goederen zijn in beslag genomen.
Doorzoeking [adres 6]
Op woensdag 4 april 2018 werd een doorzoeking verricht in een garagebox gelegen aan het adres [adres 6] . Toegang tot deze garagebox bleek mogelijk door gebruikmaking van een sleutel welke aanwezig was aan de sleutelbos van verdachte [medeverdachte 1] .
In deze garagebox werden goederen aangetroffen, welke mogelijk bestemd zijn voor het
vervaardigen van synthetische drugs.
In de garagebox werden de navolgende ter zake dienende goederen aangetroffen en in beslag genomen:
• Jerrycan met hierin 0.5 liter BMK (indicatief getest)
• Ongeveer 20 kilo Apaan (indicatief getest);
• 1 driehals-platbodemkolf;
• 1 elektrische twee pits kookplaat;
• Diverse maatbekers en trechters;
• 1 RH meter met een digitale weegschaal;
• 1 jerrycan met hierin ongeveer 20 liter zwavelzuur (indicatief getest);
• Ongeveer 82 methanol (indicatief getest)
(p. 55)
Relaties tussen de locaties
Overig materiaal van [adres 4] - [adres 6] betreffen maatbekers, gardes en trechters. Deze goederen zijn tevens aangetroffen in het in aanbouw zijnde productie locatie synthetische drugs te Oude Bildtzijl.
10. Een schriftelijk bescheid inhoudende een concept proces-verbaal van observatie 22 februari 2018 opgemaakt door verbalisanten M113, M132, M104, M131 en M139 op 7 maart 2018 (dossierpagina’s 491 en 492), onder meer inhoudende:
Wij hebben op donderdag 22 februari 2018 tussen 10.00 en 14.30 uur geobserveerd en daarbij hebben wij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan en/of handelingen verricht:
Omstreeks
Omschrijving bevindingen
10:23
Zag ik, M131, dat er een bedrijfsauto van het merk Mercedes, type Sprinter, voorzien van het kenteken [kenteken 1] (verder te noemen Mercedes [kenteken 1] ) stond geparkeerd ter hoogte van een loods, gelegen naast [adres 7] . Ik zag dat de bestuurder van de Mercedes uitstapte en deze loods via de loopdeur naar binnen ging.
11:01
Zag ik, M131, dat de Mercedes [kenteken 1] vertrok van de hiervoor genoemde locatie. Ik zag dat [medeverdachte 1] de bestuurder was.
(…)
14:16
Zag ik, M139, dat de Mercedes [kenteken 1] achteruit een loods binnen reed gelegen achter het pand, gelegen aan [adres 2] .
14:26
Zag ik, M132, dat er een man, sterk gelijkende op [medeverdachte 1] uit de hiervoor genoemde loods kwam gelopen. Ik zag dat [medeverdachte 1] een rol, gelijkende op een rol flexibele leiding, in zijn handen droeg en in de richting van de voorzijde van het pand liep
11. Een proces-verbaal waarneming beelden 23 februari 2018 opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] op 27 februari 2018 (dossierpagina’s 634 tot en met 636), onder meer inhoudende:
Op vrijdag 23 februari 2018 hadden wij een vrij en onbelemmerd zicht op de voorzijde van een vrijstaande schuur, welke is gelegen op het perceel van [adres 2] . (…) Op genoemde datum, omstreeks 11.53 uur, zagen wij de Mercedes Sprinter (kenteken [kenteken 1] ) aan komen rijden.
11.57
uur
Ik (…) zag dat [medeverdachte 1] (…) twee 1000 liter vaten uit de ruimte achter de schuurdeuren, ook rechts de ruimte uitschuift. (…) Ik zag dat [medeverdachte 1] nog een keer twee 1000 liter vaten uit de ruimte duwde en ze rechts achterin de ruimte duwde.
12. Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 6] d.d. 18 april 2018 (dossierpagina's 238, 243-245), onder meer inhoudende:
V = vraag verbalisant
O = opmerking verbalisant
A = antwoord verdachte
O: Verbalisant leest tapgesprek 98 voor. Opgenomen op 8 februari 2018 om 9.13 uur, vanaf telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 1] .
O: Kunt u mij toelichten waar het over gaat?
A: Ik was bij [bedrijf] in Schijndel, moest boodschappen doen voor [medeverdachte 1] . Ik had wat voor hem opgehaald. De rollen zijn van de slang voor op de gasbrander.
V: In dit gesprek wordt gesproken over regelaars. Wat zijn dat?
A: De regelaars was voor de branders.
V: Wat heeft u precies gekocht?
A: Regelaars, branders en rollen met slang.
(...)
V: Op 10 februari bent u naar Baarle Hertog geweest. Waarom was u daar?
A: Ik moest gasflessen halen voor [medeverdachte 1] .
V: Om wat voor soort gasflessen ging het?
A: Gasflessen van ongeveer 1,25/1,30 meter. Hier zat gas in.
V: Hoeveel?
A: Ik denk 6 grote en 6 kleine flessen.
(...)
O: Op 17 februari 2018 wordt u gebeld.
A: [naam] was op vakantie. Maar ik had al andere waterkannen gehaald voor [medeverdachte 1] .
V: Kunt u die voor mij beschrijven.
A: Witte, kuubs waterkannen zonder frame.
(...)
V: Weet u nog wanneer u de andere waterkannen had gehaald?
A: Week erop, maar weet niet welke dag.
13. Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 6] d.d. 19 april 2018 (dossierpagina's 254-256, 259-261 en 263), onder meer inhoudende:
V = vraag verbalisant
O = opmerking verbalisant
A = antwoord verdachte
V: U verklaarde ook klusjes te doen voor [medeverdachte 1] . Klopt dat?
A: Ik heb ritjes gedaan, boodschappen gedaan.
O: Op 13 februari belt [medeverdachte 1] jou omstreeks 14.04 uur. Dit is vastgelegd onder sessienummer 248 vanaf het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 1] .
(...)
A: Dan zal ik wel die vaten hebben gehaald.
V: Heeft u van tevoren met [medeverdachte 1] afspraken gemaakt over het halen van de vaten?
A: Ja, dat ik vaten voor hem zou halen.
(...)
V: Heeft u de vaten die dag meegenomen?
A: Ja. (...) Ik heb de vaten in de bus meegenomen.
(...)
V: U bent ook in Friesland geweest, vanaf februari bedoel ik?
(..)
V: U was in de buurt van Sint Annaparochie. Waarom was u daar?
A: Om het busje te lossen.
V: Wat zat er in dat busje?
A: Blauwe lege vaten en witte lege kannen. Die heb ik daar in een lege boerenschuur neergezet.
(...)
V: Hoe kwam u aan de vaten en kannen?
A: Die zaten in het busje. Die moest ik daar lossen.
V: Van wie?
A: Van [medeverdachte 1] . Moest ik daar lossen. (...) De kan is ongeveer een 20 liter kan denk ik met een schroefdop. Het vat is blauw en daar zat een deksel op.
V: Hoeveel kannen en vaten heeft u daar gebracht?
A: Vaten denk ik ongeveer tien maar dat weet ik niet zeker en kannen misschien twintig of dertig, dat weet ik ook niet meer. (...) Ik was in een schuur. Daar heb ik spullen gelost.
V: U heeft vervolgens de spullen die bij u in de bus zaten in de schuur gezet. Klopt dat?
A: Ja.
(...)
O: Verbalisant toont tweede foto van blauwe vaten en kannen. Deze foto wordt als bijlage bij dit verhoor gevoegd.
V: Lijken deze vaten op de vaten die u heeft vervoerd?
A: Ja dat zouden ze kunnen zijn.
V: Deze zijn blauw en hebben een zwarte deksel.
A: Ja, ze lijken op degene die ik heb gebracht en de kannen die er naast staan die lijken op de kannen die ik daar heb gebracht.
14. Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 6] d.d. 19 april 2018 (dossierpagina's 275 en 276), onder meer inhoudende:
V = vraag verbalisant
O = opmerking verbalisant
A = antwoord verdachte
O: Ik wil u graag wat foto’s tonen en vraag u daar een reactie op te geven
(het hof begrijpt dat aan de verdachte foto's worden getoond van de schuur aan [adres 2] en van wat daar is aangetroffen toen er door de politie is binnengetreden op 4 april 2018).
O: Verbalisant toont foto genummerd 1835.
V: Wat kunt u hier op zeggen?
A: Het zou de boerderij kunnen zijn.
V: Welke boerderij bedoelt u dan?
A: De boerderij waar we het vanochtend over hadden. Waar ik de kannen en vaten heb gebracht.
O: Verbalisant toont foto 1842.
A: Ja, dit is dezelfde schuur.
O: Verbalisant toont foto 1843.
V: Dit zijn jerrycans en vaten die wij in de schuur hebben aangetroffen.
A: Dit zijn meer jerrycans dan die ik heb afgegeven. Maar het ziet er wel anders uit dan toen ik er was.
V: Wat is er anders dan?
A: Het plafond was anders. Dat zag er toen niet zo uit. Ik heb er toen ook geen zilverkleurige wanden gezien.
(...)
O: Verbalisant toont foto 1935.
V: We hebben het eerder met elkaar gehad over gasflessen. Komen deze u bekend voor?
A: Die komen uit België.
V: Hoe ziet u dat?
A: Ik heb dat soort flessen in België gehaald. Zulke grote blauwe, grote witte en kleine witte flessen heb ik gehaald in België.
15. Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 7] opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] op 4 april 2018 (dossierpagina 421), onder meer inhoudende:
Ik woon (…) in Oudebildtzijl aan [adres 2] . Begin februari
(het hof begrijpt: 2018heb ik de loods verhuurd. Daarvoor heb ik de loods helemaal leeggemaakt.
16. De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 18 november 2022, voor zover inhoudende :
Ik ben samen met anderen op 20 maart 2018 in de schuur aan [adres 2] geweest. Ik heb daar werkzaamheden verricht. Ik heb een houten stellage opgebouwd met daaraan TL-verlichting. Ik ben toen ook naar de [bedrijf] in Leeuwarden geweest om daarvoor materialen te kopen. Ik herken mijzelf op de foto op dossierpagina 825 die is genomen bij de [bedrijf] . Toen ik op 4 april 2018 door de politie werd aangehouden was ik met de Mercedes-Sprinter opnieuw op weg naar de schuur in Oudebildtzijl. Ik had de bus bij iemand opgehaald. Ik wil niet zeggen waar ik de bus heb opgehaald. Mij werd gezegd dat de sleutel in de bus zou liggen. De sleutel past op de deur van de schuur. Ik kreeg € 250,-- per keer.
Bewijsoverwegingen
De raadsman heeft vrijspraak bepleit gelet op het gebrek aan voldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte betrokkenheid had bij het drugslaboratorium in aanbouw in Oudebildtzijl. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte, zoals deze ter terechtzitting in hoger beroep heeft erkend, weliswaar op 20 maart 2018 op de locatie in Oudebildtzijl is geweest maar dat dat hij daar slechts een houten stellage met verlichting heeft gebouwd en geen wetenschap ervan had dat de locatie uiteindelijk gebruikt zou worden voor de productie van synthetische drugs, laat staan het opzet daar op had. Voorts kan niet worden bewezen dat de verdachte wist of redelijkerwijs diende te vermoeden dat de op 4 april 2018 in de bus waarin de verdachte reed aangetroffen goederen bestemd waren voor het plegen van een feit in de zin van het vierde of vijfde lid van de Opiumwet.
Het hof overweegt als volgt.
Op 4 april 2018 werd door de politie in een schuur, gelegen aan [adres 2] in Friesland, een laboratorium in aanbouw voor de vervaardiging van synthetische drugs aangetroffen. De schuur was enerzijds ingericht voor het op zeer grote schaal omzetten van een pre-precursor naar BMK en anderzijds om met die BMK op zeer grote schaal amfetamine te vervaardigen middels de Leuckart-synthese. Er werden die dag ook op andere locaties drugsgerelateerde voorwerpen en stoffen in beslag genomen.
Het hof stelt vast dat verdachte [verdachte] met anderen op 20 maart 2018 en, hetgeen hierna zal worden toelicht, ook op 21 maart 2018 in de schuur aan [adres 2] aanwezig is geweest, daar werkzaamheden heeft verricht en daar voorwerpen heeft afgeleverd. Voorts is verdachte [verdachte] samen met een ander ( [medeverdachte 4] ) op 4 april 2018 in een bus (een zwarte Mercedes-Sprinter, gekentekend [kenteken 2] ) aangehouden in de buurt van de schuur, te weten op de locatie De Wissel te Sint Annaparochie. In die Mercedes Sprinter werd hardware (onder andere meerdere RVS au bain-marie bakken en LED-schijnwerpers) aangetroffen die qua uiterlijke kenmerken overeenkomt met de hardware die op die dag bij de doorzoeking werd aangetroffen in de schuur aan [adres 2] .
Bij de politie en in eerste aanleg heeft verdachte zijn aanwezigheid in deze schuur steeds ontkend. De verdachte heeft eerst ter terechtzitting in hoger beroep erkend dat hij op 20 maart 2018 in de schuur aan [adres 2] is geweest en dat hij daar kluswerkzaamheden heeft verricht. Deze werkzaamheden bestonden naar zijn zeggen uit het timmeren van een houten stellage en het daaraan bevestigen van Tl-verlichting. Er had toen volgens de verdachte verder niets, afgezien van wat rommel, in de schuur gestaan. Tevens heeft hij in hoger beroep verklaard dat de verklaring die hij bij de politie had afgelegd dat hij op 4 april 2018 oud ijzer zou hebben vervoerd, niet juist is. Hij had die dag een bus opgehaald en was daarmee opnieuw op weg gegaan naar de schuur in Oudebildtzijl. Hij wist wat er in de bus stond, maar hij had niet geweten wat er met deze spullen gedaan zou gaan worden. Hij had de spullen, waaronder damwanden, in Schijndel opgehaald en deels zelf de bus ingedragen.
Door observanten is op 20 maart 2018, omstreeks 11.00 uur, waargenomen dat drie personen in een Mercedes Sprinter, voorzien van het kenteken [kenteken 2] , bij de schuur aan [adres 2] zijn aangekomen en daar naar binnen zijn gegaan.
Naar het oordeel van het hof staat vast dat het hier onder andere verdachte [verdachte] betreft. Gezien is dat zij gedurende vijf uur in de afgesloten schuur aanwezig zijn. Omstreeks 16.30 uur gaan de deuren open en rijdt de Mercedes Sprinter de schuur uit richting Leeuwarden. Omstreeks 18.00 uur wordt waargenomen dat zij met een hoeveelheid grenen houten balken de [bedrijf] te Leeuwarden verlaten, welke zij in de Mercedes Sprinter plaatsen. Op 21 maart 2018 te 12.37 uur wordt gezien dat de Mercedes Sprinter met kenteken [kenteken 2] opnieuw in de schuur wordt geplaatst, waarna de deuren worden gesloten. Omstreeks 16.27 uur verlaat het voertuig de schuur en vertrekt met daarin 3 personen.
De verklaring van verdachte dat hij al op 20 maart 2018 een houten stellage heeft gebouwd verhoudt zich naar het oordeel van het hof niet met de hiervoor geschetste waarnemingen van de politie. Pas aan het eind van de dag zijn de houten balken bij de [bedrijf] aangeschaft. De bus wordt dan eerst de volgende dag weer gezien bij de schuur in Oudebildtzijl, hetgeen betekent dat de verdachte, zich én die dag niet 5 uur lang bezig heeft gehouden met het in elkaar zetten van een houten stellage met die balken van de [bedrijf] , én de verdachte ook de volgende dag op 21 maart 2018 weer met de Mercedes Sprinter bus – met daarin nu wel die balken die de avond tevoren waren aangeschaft – in de schuur aanwezig was. Het hof gaat ervan uit dat het dezelfde drie personen waren, daar zij klaarblijkelijk nog een klus moesten klaren en het bij de opbouw en inrichting van een drugslab allerminst voor de hand ligt dat daarbij steeds verschillende personen worden betrokken die op de hoogte zijn en raken van de opbouw van een drugslaboratorium. Zulks vindt voorts bevestiging in het feit dat op 4 april 2018 in de schuur verzaagde balken werden aangetroffen die gelijk zijn aan de balken die op 20 maart 2018 zijn aangeschaft.
Het hof stelt vast dat medeverdachten reeds vóór 20 maart 2018 onder meer een 4-tal 1000-liter vaten (zogenaamde IBC’s) en gasflessen in de schuur aan [adres 2] hadden geplaatst. Gelet hierop is de verklaring van de verdachte dat er op 20 maart 2018 (nog) niets in de schuur stond ongeloofwaardig. De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep dat hij, als hij zou hebben gezien dat het om de opbouw van een drugslaboratorium ging, rechtsomkeert zou hebben gemaakt en de trein naar huis zou hebben genomen, is naar het oordeel – gelet op voornoemde feiten en omstandigheden – eveneens ongeloofwaardig.
Het hof neemt hierbij nog in aanmerking dat verdachte aanvankelijk heeft ontkend dat hij was afgebeeld op een observatiefoto bij de [bedrijf] op 20 maart 2018 (en dus ook niet betrokken was bij de schuur) en dat hij zeer wisselend heeft verklaard over hetgeen zich op 4 april 2018 heeft voorgedaan en omtrent de sleutel (naar later bleek: van de schuur aan [adres 2] ) die bijzijn aanhouding die dag bij hem werd aangetroffen. Aanvankelijk heeft de verdachte verklaard dat hij oud ijzer vervoerde in de Mercedes Sprinter. In hoger beroep heeft hij dit aangepast en heeft hij verklaard dat het vooral damwanden waren. Het hof stelt vast dat (ook) dit niet overeenkomt met hetgeen door de politie in de bus is aangetroffen, te weten RVS au bain-marie bakken, LED-schijnwerpers en afzuigers (slakkenhuizen).
Verdachte beschikte op 4 april 2018 over de sleutel om de schuur aan [adres 2] te openen en had derhalve toegang tot die schuur zodat hij de voorwerpen die hij die dag samen met een ander vervoerde er binnen kon brengen. Gelet op hetgeen er die dag in de schuur aan apparatuur, chemicaliën en stoffen is aangetroffen en de rol die de verdachte twee weken voordien vervulde, acht het hof het niet geloofwaardig dat de verdachte niet op de hoogte was van de bestemming van hetgeen hij vervoerde. Ook hier geldt dat degene die doende is met de opbouw van een synthetisch drugslab er belang bij heeft dat dit niet wordt ontdekt en zal – om elk risico te vermijden – alleen mensen die hij vertrouwt en al op de hoogte zijn van wat zij zullen aantreffen, zelfstandig toegang geven tot de productielocatie. Hoewel de verdachte in hoger beroep meer openheid van zaken lijkt te willen geven, heeft hij ook niet willen verklaren wie hem opdracht heeft gegeven tot de werkzaamheden en waar hij de bus, waarin hij op 4 april 2018 reed, heeft opgehaald.
Gelet op al het voorgaande acht het hof de door de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep afgelegde verklaring – voor zover die verklaring inhoudt dat de verdachte niet wist en ook niet kon vermoeden dat zijn gedragingen waren gericht op de voorbereiding van de productie van harddrugs – volstrekt ongeloofwaardig.
Gebruiken voor de productie van synthetische drugs
In de tenlastelegging is als feitelijke handeling onder meer opgenomen: ‘het gebruiken van een ruimte voor de productie van synthetische drugs’. Het hof verstaat onder ‘het gebruiken’ alle handelingen die in de ruimte verricht zijn met het oog op de uiteindelijke productie van synthetische drugs, zodat hieronder ook het inrichten van die ruimte als laboratorium voor die productie moet worden verstaan.
Opzet
Verdachte wordt verweten dat hij opzettelijk en al dan niet tezamen met anderen zich schuldig heeft gemaakt aan de in artikel 10a van de Opiumwet strafbaar gestelde voorbereiding van Opiumwetdelicten door – kort gezegd – in een schuur te Oudebildtzijl een laboratorium op te bouwen voor het bereiden van synthetische drugs. Voor een bewezenverklaring is vereist dat vast komt te staan dat de verdachte opzet had om een feit, bedoeld in artikel 10, vierde of vijfde lid, van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen.
Het hof stelt op grond van de gebezigde bewijsmiddelen vast dat de schuur aan [adres 2] vanaf 1 februari 2018 werd verhuurd. Vanaf 19 februari 2018 werden door het observatieteam diverse personen bij de schuur gezien die daar werkzaamheden verrichtten en voorwerpen binnenbrachten. Op 4 april 2018 is de schuur betreden en werd het laboratorium aangetroffen. Gelet op de vele activiteiten die zijn waargenomen tussen 19 februari 2018 en 20 maart 2018, waarbij door [medeverdachte 1] en andere personen voorwerpen zijn binnengebracht, stelt het hof vast dat [verdachte] moet hebben geweten dat er in de schuur te Oudebildtzijl een laboratorium ten behoeve van de vervaardiging van synthetische drugs werd opgebouwd en dat hij daaraan heeft meegewerkt en bijgedragen. Het hof acht ook bewezen dat de verdachte niet alleen hardware maar ook stoffen en chemicaliën voorhanden heeft gehad. Gelet op hetgeen op 4 april 2018 door de politie in de schuur is aangetroffen, het feit dat de verdachte daarover kon beschikken nu hij in het bezit was van een sleutel van de schuur in samenhang bezien met de hardware die de verdachte die dag vervoerde en die soortgelijk is aan de hardware die in de schuur werd aangetroffen, moet de verdachte hebben geweten dat de hardware, stoffen en chemicaliën bestemd waren voor de productie van synthetische drugs.
Gelet op deze feiten en omstandigheden stelt het hof vast dat [verdachte] wist dat zijn gedragingen waren gericht op de opbouw van een laboratorium voor de vervaardiging van synthetische drugs Het hof acht dan ook bewezen dat verdachte opzet had om een feit bedoeld in artikel 10, vierde of vijfde lid, van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen.
Medeplegen
Het hof stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De intellectuele en/of materiële bijdrage van verdachte aan het delict moet van voldoende gewicht zijn.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte met twee anderen op 20 en 21 maart 2018 heeft gewerkt aan de opbouw van het laboratorium in Oudebildtzijl en dat hij daarnaast samen met een ander op 4 april 2018 hardware ten behoeve van dat productielab heeft vervoerd.
Op grond van het voorgaande is het hof van oordeel dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en een ander of anderen die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering van de tenlastegelegde voorbereidingshandelingen. Daarmee acht het hof het tenlastegelegde medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
De gevoerde bewijsverweren van de verdediging worden, voor zover niet reeds weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, verworpen.
Pleegperiode
Medeverdachte [medeverdachte 7] heeft verklaard dat de huurovereenkomst begin februari 2018 inging. Gelet hierop acht het hof de periode van 1 februari 2018 tot en met 4 april 2018 wettig en overtuigend bewezen.
Conclusie
Gelet op het voorgaande acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met (een) ander(en) actief betrokken was bij de voorbereidingshandelingen voor het produceren van synthetische drugs in de periode gelegen tussen 1 februari 2018 en 4 april 2018 op de wijze zoals hiervoor bewezenverklaard.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
De gevoerde bewijsverweren van de verdediging worden, voor zover niet reeds weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, verworpen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen,
zich of een ander gelegenheid en/of middelen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen
en
voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan voorbereidings-handelingen ten behoeve van de grootschalige productie van synthetische drugs.
Hoewel de verdachte niet zelf synthetische drugs heeft geproduceerd, heeft hij wel een uitvoerende rol gehad bij de opbouw van het drugslab. Meerdere dagen heeft hij in het lab meegewerkt en bijgedragen aan de opbouw van het lab en daarnaast voorzag hij het lab van de nodige inrichting en materialen. Met zijn handelen heeft verdachte de drugsproducent(en) gefaciliteerd en de productie van synthetische drugs bevorderd.
Harddrugs leveren voor gebruikers ernstige gezondheidsrisico’s op. Het is bovendien een feit van algemene bekendheid dat de productie van en handel in synthetische drugs in handen is van grote, georganiseerde criminele verbanden die daarmee grote winsten maken en hun belangen in deze handel en productie beschermen met geweld en bedreiging met geweld. Uit zijn handelwijze blijkt dat verdachte zich niet heeft bekommerd om de maatschappelijke gevolgen en zich slechts heeft laten leiden door financieel gewin. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Naar het oordeel van het hof kan in het bijzonder gelet op de ernst van het bewezenverklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van de hierna te vermelden duur met zich brengt.
Het hof heeft ten aanzien van de persoon van de verdachte gelet op het hem betreffende Uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 5 oktober 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld ter zake van soortgelijke strafbare feiten. Voorts heeft het hof acht geslagen op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals ter terechtzitting in hoger beroep naar voren gebracht.
Redelijke termijn
Het hof stelt vast dat de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6 EVRM in hoger beroep is overschreden, nu namens de verdachte op 2 mei 2019 hoger beroep is ingesteld en het hof arrest wijst op 16 december 2022. Daarmee is de redelijke termijn, die voor deze fase doorgaans op twee jaren wordt gesteld, met 1 jaar en ruim 7 maanden, overschreden. Het hof is van oordeel dat, gelet op genoemd procesverloop, de behandeling van de zaak in hoger beroep niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden en dat dit matiging van de op te leggen straf tot gevolg moet hebben.
Zonder schending van de redelijke termijn zou een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur 18 maanden met aftrek van voorarrest, passend zijn geweest. Nu evenwel de redelijke termijn is geschonden, zal worden volstaan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden, met aftrek van voorarrest
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Beslag
Nu naar het oordeel van het hof het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerpen zal het hof de teruggave daarvan aan de verdachte c.q. de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op artikel 10a van de Opiumwet en de artikelen 47 en 63 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
16 (zestien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een jas,
- een gsm,
- sleutels (waaronder de huissleutel van de verdachte).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een sleutel met afstandsbediening.
Aldus gewezen door:
mr. W.E.C.A. Valkenburg, voorzitter,
mr. N.I.B.M. Buljevic en mr. R.G.A. Beaujean, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.R.G.H. van Outheusden, griffier,
en op 16 december 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Buljevic en mr. Beaujean zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.

Voetnoten

1.Tenzij anders vermeld wordt hierna verwezen naar pagina’s van het eindproces-verbaal van de politie Eenheid Oost-Brabant, onderzoek Marne, gesloten op 24 mei 2018, bestaande uit wettig opgemaakt processen-verbaal en andere geschriften (doorgenummerde dossierpagina’s: 1-1487).