In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een mentor voor een meerderjarige vrouw, hierna aangeduid als de moeder, die verblijft in een instelling. De dochter van de moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de eerdere beschikking van de kantonrechter die een professionele mentor had benoemd. De dochter, die jarenlang als mantelzorger voor haar moeder had gezorgd, stelde dat zij de meest geschikte persoon was om als mentor op te treden. De zoon van de moeder, verweerder in hoger beroep, had geen contact met de moeder en had ook geen actieve rol in de zorg voor haar. Het hof heeft de feiten en standpunten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Het hof oordeelde dat de dochter feitelijk al jaren de meeste zorg voor de moeder droeg en dat er geen bezwaren waren tegen haar benoeming als mentor. De wet geeft de voorkeur aan de benoeming van een familielid boven een professionele mentor, tenzij er gegronde redenen zijn om hiervan af te wijken. Het hof heeft geconcludeerd dat de belangen van de moeder het beste gediend zijn met de benoeming van de dochter tot mentor. De beschikking van de kantonrechter is vernietigd voor zover het de persoon van de mentor betreft, en de dochter is benoemd tot mentor met ingang van 1 januari 2023.