Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
[het hof: dit is het adres van de verdachte], die (zoekend) rondkeek op het (gras)veldje.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie en de Opiumwet. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden, met aftrek van voorarrest, en had de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van één maand. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om bevestiging van het vonnis waarvan beroep. De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor het eerste feit, dat betrekking heeft op het voorhanden hebben van wapens en munitie, en heeft een straftoemetingsverweer gevoerd. Het hof heeft de bewijsoverwegingen van de politierechter aangevuld en de kwalificatie van het bewezenverklaarde feit verbeterd. Het hof oordeelt dat de verdachte voldoende bewust was van de aanwezigheid van de wapens en munitie, gezien het dna van de verdachte dat op de wapens is aangetroffen en de omstandigheden rondom de vondst.
Met betrekking tot het tweede feit, het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, heeft het hof de verklaring van de verdachte en zijn vader als ongeloofwaardig beoordeeld. Het hof concludeert dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de verdovende middelen in zijn woning. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter bevestigd, met inachtneming van de verbeterde kwalificatie van het eerste feit.