Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- ‘mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel’ (feit 1),
- ‘mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening’ (feit 2),
- ‘wederspannigheid’ (feit 3) en
- ‘mishandeling’ (feit 4),
(hof: 79 dagen). Voorts heeft de politierechter de tenuitvoerlegging gelast van de eerder onder parketnummer 01-236613-20 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden. De politierechter heeft de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ter zake immateriële schade integraal tot een bedrag van € 150,00 toegewezen, - kort gezegd - vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 september tot en met 23 september 2021 te Vlissingen, althans in Nederland, zijn levensgezel, [slachtoffer 2] , heeft mishandeld door die [slachtoffer 2]
hij op of omstreeks 23 september 2021 te Vlissingen, althans in Nederland, een ambtenaar, [slachtoffer 1] , gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] (met kracht) (met gebalde vuist) op/tegen/in het gezicht en/of het hoofd, althans tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te stoten;
hij op of omstreeks 23 september 2021 te Vlissingen, althans in Nederland, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een of meerdere ambtena(a)r(en), [verbalisant 1] (hoofdagent Eenheid Zeeland-West-Brabant) en/of [slachtoffer 1] (hoofdagent Eenheid Zeeland-West-Brabant) en/of [verbalisant 2] (hoofdagent Eenheid Zeeland-West-Brabant), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, te weten ter aanhouding van verdachte door
hij op of omstreeks 23 oktober 2021 te Leiden, althans in Nederland, [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2]
hij in de periode van 20 september tot en met 23 september 2021 in Nederland zijn levensgezel [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] meermalen met kracht met gebalde vuist tegen het gezicht te slaan;
2.
hij op 23 september 2021 te Vlissingen een ambtenaar, [slachtoffer 1] , gedurende of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] met kracht met gebalde vuist tegen het gezicht te slaan;
hij op 23 september 2021 te Vlissingen zich met geweld heeft verzet tegen meerdere ambtenaren, [verbalisant 1] (hoofdagent Eenheid Zeeland-West-Brabant) en [slachtoffer 1] (hoofdagent Eenheid Zeeland-West-Brabant) en [verbalisant 2] (hoofdagent Eenheid Zeeland-West-Brabant), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten ter aanhouding van verdachte door
mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel, meermalen gepleegd.
wederspannigheid, meermalen gepleegd
in eendaadse samenloopmet het onder 3 bewezenverklaarde, voor zover de wederspannigheid heeft bestaan uit verbalisant [slachtoffer 1] met kracht met gebalde vuist tegen het gezicht te slaan.
(hof: 79 dagen), passend en geboden. Niettegenstaande dat het hof komt tot een bewezenverklaring van minder feiten dan de politierechter en waarvan in de vordering van de advocaat-generaal is uitgegaan, acht het hof – met name gezien de ernst van het bewezenverklaarde en de recidive – een straf gelijk aan de straf die door de politierechter is opgelegd en welke door de advocaat-generaal is gevorderd, passend en geboden. Met oplegging van deze gedeeltelijk voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
158 (honderdachtenvijftig) dagen;
79 (negenenzeventig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van
3 (drie)jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd;
€ 150,00 (zegge: honderdvijftig euro)aan immateriële schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 150,00 ( zegge: honderdvijftig euro)als vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur ten hoogste 3 (drie) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat der Nederlanden ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
taakstrafvoor de duur van
146 (honderdzesenveertig)uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
53 (drieënvijftig)dagen hechtenis.