Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
De contactregeling zoals neergelegd in rechtsoverweging 4.9 van de beschikking van (naar het hof begrijpt) 27 december 2021 luidt als volgt:
3.De beoordeling
voorlopigbestempeld, omdat de rechtbank wilde volgen of het contactherstel tussen de moeder en [minderjarige] er ook daadwerkelijk tot stand zou gaan komen. Om het verloop hiervan te kunnen volgen heeft de rechtbank de definitieve beslissing op de verzoeken aangehouden. Uit de bestreden beschikking blijkt voorts dat de rechtbank van oordeel is geweest dat het verlenen van de voorlopige toestemming het meeste recht deed aan de ingewikkelde situatie waarin [minderjarige] zich op dat moment bevond. [minderjarige] woonde immers al enige tijd feitelijk bij de vader en had een contactregeling met de moeder. De verhouding tussen [minderjarige] en de moeder verliep moeizaam. De voorgenomen verhuizing van de vader naar [woonplaats] kwam vrij plotseling en een passende alternatieve woonplek was er niet (binnen afzienbare tijd) voor [minderjarige] . [minderjarige] is vervolgens in december 2021 met de vader naar [woonplaats] verhuisd.
Hoewel het hof veel zorgen heeft over [minderjarige] , omdat er weinig zicht is op haar, is het dilemma waar de rechtbank eind 2021 ook voor stond op dit moment niet heel anders. [minderjarige] is weliswaar inmiddels met de vader verhuisd, maar er is nog steeds onvoldoende zicht op haar thuissituatie en een passend alternatief voor een verblijf van [minderjarige] in Nederland is op dit moment onvoldoende onderzocht of beschikbaar. Het contact tussen [minderjarige] en de moeder