Bij beroepschrift van 1 maart 2022, met producties, ingekomen bij het hof op 3 maart 2022, heeft de vader verzocht de genoemde beschikking te vernietigen en opnieuw rechtdoende te bepalen:
I. dat de vader en de moeder voortaan gezamenlijk met het gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] belast zullen zijn;
II. primair dat de vader omgang met de kinderen heeft eenmaal in de 14 dagen van zaterdag 10.00 uur tot zondag 18.00 uur, of
subsidiair eenmaal in de drie weken een weekend van zaterdag 10.00 uur tot zondag 18.00 uur, zowel primair als subsidiair: waarbij partijen de kinderen afwisselend zullen ophalen en wegbrengen;
III. dat de vader gedurende een periode van twee weken tijdens de zomervakantie omgang heeft met zijn kinderen, zulks in onderling overleg te bepalen;
IV. dat de kinderen het ene jaar kerstavond (tijdstip nader te bepalen) en eerste kerstdag bij de vader zijn en tweede kerstdag vanaf een nader te bepalen tijdstip bij moeder, het andere jaar wordt dit omgedraaid;
V. dat de kinderen het ene jaar de eerste week van de kerstvakantie bij de vader zijn en het andere jaar de tweede week;
VI. dat de kinderen op Vaderdag bij de vader zijn en dat de kinderen hun verjaardagen het ene jaar bij de vader vieren en het jaar daarop bij de moeder;
VII. een en ander onder compensatie van kosten.